Nieuw decreet wil maatschappelijke relevantie van competenties verhogen

foto stoelen door Jonathan Sommereyns

We promoten het al jaren: kennis en vaardigheden opgedaan buiten de schoolmuren hebben hun waarde. Maar hoe kunnen we die ervaring ook echt uitspelen, bijvoorbeeld in het hoger onderwijs of in een sollicitatieprocedure? Geen eenvoudige klus, blijkt uit de praktijk. Een nieuwe conceptnota van de Vlaamse regering schetst een beleid dat dit veel gemakkelijker moet maken.

Het competentiedenken is ondertussen een flink decennium oud en in heel wat sectoren zijn er ondertussen initiatieven genomen. Hogescholen en universiteiten werkten procedures uit om vrijstellingen te kunnen geven, er ontstonden testcentra die bijvoorbeeld aan kappers ervaringsbewijzen uitreikten en tal van bedrijven hebben competentiemodellen opgesteld. Heel wat sectoren werkten mee aan het opstellen van beroepskwalificatiedossiers die beroepen omschreven. En in de socioculturele sector ontstond ook OSCAR: een laagdrempelig instrument om mensen te laten nadenken over wat ze allemaal geleerd hadden.

Al deze inspanningen leveren na tien jaar een heel versnipperd beeld op. Heel wat initiatieven zijn enkel zichtbaar en relevant in één bepaalde context. Er rezen soms vragen bij de kwaliteit van de begeleidingstrajecten en heel wat mensen vonden nog niet hun weg naar deze alternatieve route. Voeg daar nog wat terminologische spraakverwarring aan toe en u begrijpt dat er nood is aan een meer afgestemde wetgeving.

Conceptnota

Daarom nemen de beleidsdomeinen Onderwijs en Werk & Sociale economie het voortouw om een nieuw beleidskader te scheppen, dat alle bestaande initiatieven omvat en voor meer helderheid moet zorgen. De conceptnota 'Geïntegreerd beleid voor erkenning van competenties' geeft aan dat een nieuw decreet moet zorgen voor een eenduidig begrippenkader, gedeelde meetstandaarden en een kwaliteitskader.

In lijn met Europa geeft de conceptnota competenties een plaats in een breed (levens)loopbaanperspectief: hoewel het belang van zelfbewustzijn en emancipatie wordt genoemd, lijkt het accent vooral te liggen op een activering naar de arbeidsmarkt. Een van de vaststellingen in de conceptnota is immers dat EVC vandaag vooral een rol speelt in het onderwijs. De arbeidsmarktgerichte kant van het verhaal is nog onderontwikkeld. Werkgevers zouden de ervaring opgedaan tijdens allerlei vormen van informeel leren veel meer moeten kunnen waarderen. En dus minder gericht zijn op diploma’s alleen.

Maar dan blijft de vraag: hoe weten we wat waardevol is? Hoe geven we werkgevers dan garanties dat het bewijs dat wordt voorgelegd echt relevant is? De conceptnota stelt dat er daarvoor een procedure en een aantal nieuwe instrumenten nodig zijn voor:

  • Identificatie: bewust worden en benoemen van de competenties (vooral in persoonlijke begeleidingstrajecten).
  • Documenteren: het verzamelen van informatie en (bewijs)materiaal aangaande de competenties (hier noemt de nota Oscar expliciet als een van de mogelijke pistes).
  • Beoordeling: het evalueren op basis van een bekende standaard, namelijk de beroepskwalificaties die sectoren hebben opgesteld.
  • Certificering: het formeel erkennen van de competenties via testcentra en dergelijke.


Een systeem van externe kwaliteitszorg via de onderwijsinspectie moet bovendien garant staan voor de kwaliteit van de procedures in de verschillende sectoren.

Een aangepaste financiering, nieuwe instrumenten en organisatiestructuren zijn nodig om deze conceptnota te realiseren. Voor ons blijft het momenteel onduidelijk wat er binnen het beleidsdomein cultuur allemaal mogelijk zal worden. Wie zal voor dit domein bijvoorbeeld ervaringsbewijzen kunnen uitreiken? Wat gebeurt er met OSCAR?  En in hoeverre zal men ook kwalificaties op hoger niveau (bachelor en master) meenemen in deze oefening?

We blijven het volgen en we houden u op de hoogte!

Foto: FARO / Jonathan Sommereyns

Jacqueline van Leeuwen
competenties
oscar
beleid
competentie
conceptnota