Meerstemmigheid en conflict in de museale praktijk

Wellcome Collection

Museumprofessionals staan meer dan ooit voor complexe vraagstukken. Of het nu gaat om dekolonisatie, meerstemmige praktijken, het opzetten van een kritische dialoog in het museum, polarisatie of intersectioneel denken ... de uitdagingen zijn groot. Ieder museum vertelt een ander verhaal, heeft een andere collectie, kent een andere geschiedenis en vraagt dus om een andere denk- en werkwijze. Hoe kunnen we omgaan met meerstemmigheid en conflict?

In de herfst van 2020 brachten FARO en de Reinwardt Academie erfgoedmedewerkers uit Nederland en Vlaanderen samen over deze boeiende vragen. Tijdens drie interactieve webinars bespraken we casestudies, gingen we dieper in op valkuilen en verkenden we nieuwe mogelijkheden.

Een uitgebreid verslag van de webinars is beschikbaar via de website van FARO. We geven u alvast enkele impressies.

Meerstemmigheid in de Wellcome Collection, Londen

Wiens erfgoed is belangrijk? Hoe verandert de betekenis van erfgoed in de loop der tijd? Hoe zorgen we ervoor dat een erfgoedorganisatie inclusief wordt? En wat kan een meerstemmig museum in de praktijk zijn? We legden deze en andere vragen voor aan Melanie Keen, directeur van de Wellcome Collection in Londen. Het werd een boeiend gesprek over curatoriële keuzes, dekolonisatie, interne organisatie en collectiebeheer.

Over de collectie

Keen: “De collectie weerspiegelt de westerse blik, die de ontwikkeling van de geneeskunde vooral interpreteerde als een teken van witte superioriteit. De hele collectie ademt daardoor een koloniale, imperialistische sfeer. Het was dus hoog tijd om de collectie kritisch onder de loep te nemen zodat meerdere stemmen konden worden gehoord.”

Over inclusie voor en achter de schermen

Keen: “We hebben als musea meer macht dan we denken, dus we moeten echt stelling innemen. Musea met koloniaal opgebouwde collecties zijn nu eenmaal een deel van het probleem van structureel racisme, en we mogen dat niet negeren of ontkennen. Ik wil aangeven dat dekoloniseren niet ophoudt in de tentoonstellingsruimte, en evenmin deel uitmaakt van een marketingcampagne. Als je het echt meent, dan moet er ook achter de schermen van een museum iets veranderen, en dan gaat het dus ook om organisatiecultuur en personeelsbeleid.”

Meerstemmigheid, musea en politiek

Heeft het inzetten op meerstemmigheid een grens? Hoe reageert de politiek op de vraag om meerdere perspectieven aan bod te brengen? En hoe (on)afhankelijk is een museum eigenlijk? In deze sessie brachten we Vlaamse en Nederlandse sprekers samen en gingen we op zoek naar overeenkomsten en verschillen vanuit hun eigen praktijk.

Eerst bespraken we het spanningsveld tussen museale autonomie en politiek draagvlak. De relatie tussen de museale werking en een politieke draagvlak bleek niet complexloos. Elementen als publieksbereik en concurrentie komen toch vaak bovendrijven. Het is niet altijd eenvoudig om te balanceren tussen meerstemmigheid en politiek draagvlak, maar het blijft wel belangrijk, volgens onze sprekers.  

Voor spreker Marc de Beyer van Museum Gouda was het belangrijk om goede afspraken te maken met de politiek. Als voorbeeld noemde hij het project Woonkamers van Gouda Oost, een succesvol project van familieportretten in een wijk die het moeilijk heeft: “Museum Gouda kreeg voor het project steun van twee wethouders (vanuit het culturele en het maatschappelijk domein), die het ook belangrijk vonden dat het museum op deze manier met cultuur bijdroeg aan een vergroting van de sociale cohesie in de stad.”

Pieter Trogh van In Flanders Fields Museum over meerstemmigheid: “Ik kan me moeilijk voorstellen dat er eenstemmige objecten bestaan, je moet gewoon goed graven met een open blik. Als je in de geschiedenis van je collectie duikt kom je altijd op verhalen die weer een stepping stone kunnen zijn voor een nieuwe samenwerking. Een object kan misschien eenstemmig zijn, maar het verhaal eromheen hoeft dat niet te zijn.”

Het agonistisch model

Tijdens het webinar verwees Pieter Trogh naar het agonistisch model: "Een model dat niet per se conflicten wil oplossen, maar ze binnen eenzelfde verhaal of ruimte hanteerbaarder wil maken, met historische context en duiding. Tegenstellingen worden inzichtelijker gemaakt, genuanceerd en gedepolariseerd.”

Een bundel van lezingen over dit thema door een groep musea in Vlaanderen vindt u op de website van FARO.

Een kritische kijk op de culturele canon

In navolging van Nederland is in Vlaanderen nu ook sprake van de ontwikkeling van een culturele canon. Er is veel kritiek op dit plan; een geschiedenis die ‘wordt opgelegd’, omgang met het koloniale verleden en vrees dat de canon wordt ingezet om bepaalde politieke agenda’s te helpen realiseren. Hoe meerstemmig kan en moet zo’n canon zijn? En wat zijn de voor- en de nadelen van dit instrument? Vakdidactici Hanneke Tuithof (UU vakdidacticus) en Elisa Storck bespraken de mogelijkheden van de canon eerst vanuit een Nederlands perspectief. Marnix Beyen (Universiteit Antwerpen) reflecteerde daarna over de toekomstige canon in Vlaanderen.

Ten tijde van de eerste Nederlandse canon werd al vastgelegd dat de canon om de tien jaar herijkt zou worden. Het heeft uiteindelijk veertien jaar geduurd voordat de eerste herijking plaatsvond. Er waren dan ook veel maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen die verwerkt moesten worden: zo kwam er (veel) meer diversiteit en aandacht voor de schaduwkanten. Bij die tweede herijking kwamen er wederom veel reacties, al waren deze wel anders dan de eerste keer. Waar de kritiek bij de eerste versie vooral ging over de functie van de canon, werden er nu vragen gesteld over diversiteit, meerstemmigheid en internationale ontwikkelingen.

Inhoudelijk is het verschil tussen de Nederlandse en de Vlaamse canon niet zo groot: de commissie is autonoom, de vensters worden overgenomen en zwarte bladzijdes uit de geschiedenis moeten ook aan bod komen. Maar in Vlaanderen tekent de natievormende achtergrond zich duidelijker af.

Kleine musea met eenstemmige collecties

Voor kleine musea lijkt de uitdaging van meerstemmigheid op te zoeken groot. Hoe leg je met de collecties de link naar de maatschappelijke diversiteit? En wat doe je als je geen professionele staf hebt om meerstemmigheidsprojecten te trekken? De vrijwilligers in dit soort kleinere musea zijn vaak erg gemotiveerd, maar ook al op leeftijd. Boeiende vragen waarover Leen Heyvaert, conservator van het Stadsmuseum Lokeren, in het derde webinar reflecteerde vanuit de eigen ervaringen.

Gecontesteerde standbeelden

Welke positie kunnen musea innemen in de debatten over gecontesteerde beelden in de publieke ruimte? Een standpunt innemen? Het debat faciliteren? Carla de Groot, directeur van het Olympisch stadion in Amsterdam, illustreerde hun aanpak bij het monument voor het stadion ter nagedachtenis van Frits van Tuyll van Serooskerken. Het monument stelt een atleet voor met gestrekte rechterarm. De associatie met de Hitlergroet werd daardoor snel gemaakt. “Er was al jarenlang veel kritiek op en dat is vaak weerlegd met het argument dat het om een Olympische groet zou gaan. Zo’n historische uitleg bleek echter niet voldoende, want de negatieve gevoelens bleven en dus besloten we om de zaak van naderbij te onderzoeken. Toen daarna het besluit genomen werd om het beeld te verplaatsen kreeg het stadion meteen heel veel reacties, zowel positieve als negatieve. We willen het gesprek blijven voeren, hoe moeilijk ook. Daarom willen we rondom het standbeeld gaan emotienetwerken om zo te kunnen praten over de verschillende emoties die dit beeld oproept en wat het met mensen doet.”

Meerstemmigheid in communicatie

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat een inclusieve boodschap niet teniet wordt gedaan in de externe communicatie? was een andere vraag. Baudouin Mena vroeg zich in zijn antwoord af: “Waarom zijn we zo bang om onze huidige bezoekers te verliezen of voor de borst te stoten. Mogen we niet verwachten dat de gebruikelijke bezoekers kunnen begrijpen dat taal en woorden kunnen veranderen?” Riva Nurse van de Reinwardt Academie: “Ik vind het belangrijk dat musea die keuzes voor bepaalde woorden ook motiveren. Taal en betekenis versterken elkaar. Met nieuwe termen bereik je een andere en misschien ook grotere doelgroep. Als je de termen niet gebruikt, sluit je ook groepen uit.”

Lees het volledige verslag op de website van FARO.

Foto: dvdbramhall via Flickr, CC BY-NC-ND 2.0

Katrijn Dhamers