Mummified: een kritische kijk op menselijke resten in musea

Egyptische sarcofaag. Craig D, via Flickr, CC BY-NC-ND 2.0

In het boek Mummified. The stories behind Egyptian mummies in museums bespreekt auteur Angela Stienne de merkwaardige en verontrustende, vaak controversiële, geschiedenis van Egyptische mummies in musea in Frankrijk en Groot-Brittannië.

Boekcover 'Mummified. The stories behind Egyptian mummies in museums'

Het boek kijkt kritisch naar hoe er in het verleden met mummies werd omgegaan: vermalen tot poeder en toegediend als medicijn of, om nieuwsgierigen te lokken in het openbaar ontwikkeld en zelfs gedissecteerd. Maar Stienne zoomt ook in op de uitdagingen waarmee onderzoekers en curatoren vandaag geconfronteerd worden. Kunnen we nog mummies tonen? Wat kunnen virtuele technieken bijbrengen? En hoe gebeurt dit allemaal op een ethische manier?  

Haar bevindingen lenen zich zeker ook tot een bredere denkoefening over dode lichamen in musea, buiten de Egyptische context. Dit voortreffelijke boek verdient dan ook een uitgebreide bespreking.

Op 24 oktober organiseren FARO en het Gents Universiteitsmuseum een studiedag over omgaan met (delen van) menselijke lichamen in collecties. Inschrijven doet u via de FARO-kalender.

Pacheri in het Louvre

Al sinds haar tienerjaren is Stienne gefascineerd door gemummificeerde personen. Veelvuldige bezoeken aan het Louvre en een studentenjob in het Parijse museum brengen haar dichter bij haar droomjob: die van onderzoeker naar het oude Egypte. In het Louvre is ze geïntrigeerd door Pacheri, die er al sinds 1827 verblijft en meer dan 2.000 jaar geleden moet geleefd hebben. Waarom is hij in Parijs? Waarom komen zovele mensen naar zijn lichaam kijken? De diversiteit aan reacties valt haar op: sommige mensen ervaren gemengde gevoelens en kijken liever niet, terwijl anderen gebiologeerd staren. Of zelfs op de sarcofaag of vitrine kloppen om hem ‘wakker’ te schudden. Het is duidelijk: gemummificeerde personen fascineren.

Een Egyptische mummie is een lichaam

De boodschap van Stienne is klaar en duidelijk: gemummificeerde lichamen werden gedegradeerd tot objecten, maar zijn dat niet.

Egyptische sarcofaag, The Carouselambra Kid, via Flickr, CC BY-NY 2.0

"We mogen niet vergeten", schrijft Stienne als afsluiter in haar boek (p. 202), "dat velen gemummificeerde lichamen willen zien maar daarbij iets cruciaals vergeten: een Egyptische mummie is een lichaam. Achter hun verbluffende bewaring, hun fijne wikkels en sierlijke kartonnages, achter hun masker, van de gouden tot de Fayoum portretten, wanneer we kijken naar oude Egyptische gemummificeerde lichamen, dan staren we naar de dood."

Ethisch zijn houdt voor haar in om meer menselijk te zijn. En dat is een opgave voor iedereen, inclusief musea. "The question of how we can collaboratively create spaces for sensory and emotional engagements that do not disrespect others is perhaps our greatest challenge, as museum visitors, as researchers, as curators or simply as curious individuals" (p. 208-209).

Objecten of personen?

Het bekijken van Egyptische gemummificeerde personen in Europese musea is zo normaal geworden dat mensen er niet meer bij stilstaan hoe vreemd het is dat musea deze personen bewaren, schrijft ze op p. 18-19. "Het is makkelijk om ‘mummies’ te zien als objecten", schrijft ze in een objectlabel over een lichaam in het Leicester Museum & Art Gallery, "omdat ze ingewikkeld zijn en er op het eerste zicht niet uitzien als echte mensen. Maar wanneer je een voet ziet uitsteken, je ziet huid en nagels, dan doen ze ons herinneren aan het feit dat ze echte mensen waren, net als wij." (p. 91)

De mummies zijn wel degelijk personen, maar werden doorheen de tijd als objecten behandeld en tot museumobjecten geclaimd. Deze mensen kwamen uit een beschaving die fascineerde, waardoor landen aan de haal gingen met de controle over het narratief, hun lichamen verzamelden en ze gebruikten voor eigen doeleinden: medicinaal, historisch, antropologisch en koloniaal. De geschiedenis van gemummificeerde personen uit Egypte in musea vertelt ons iets over de menselijke natuur, voegt Stienne toe. Het gaat om het verlangen om te veroveren, te classificeren, anderen uit te wissen.

Donkere bladzijden in de geschiedenis

Een van de meer complexe en donkere delen uit de geschiedenis situeert Stienne in de middeleeuwen (p. 18-20). Egyptische gemummificeerde personen werden ontgraven en tot een medicinaal poeder of ‘mumia’ vermalen. Een 12e-eeuwse bron vermeldt dat Europeanen voor een halve dirham een substantie kochten, afkomstig van de maag en hersenen van een overledene. Dode lichamen als medicinale valuta, zeg maar.

Matthaeus Platearius, Livre des simples médecines

In zijn boek Livre des simples médecines uit 1530 toont Matthaeus Platearius een prent van een skeletachtige persoon en wijst op de geneeskrachtige aspecten van het zwarte bitumen waarmee het lichaam behandeld was. Bitumen, of in het Perzisch mummia leent zo de naam aan ‘mummie’. Om de hoge vraag van reizigers in te lossen werden zelfs fake ‘mummies’ van recent overleden personen gemaakt. De Franse chirurg Ambroise Paré waarschuwde echter al dat deze balsemingen nooit bedoeld waren om opgegeten te worden.

Na de periode van medicinale specimen, volgde een periode van curiositeit waarbij gemummificeerde Egyptische lichamen werden getoond en zelfs geopend in theaters en in de kabinetten van welgestelde burgers. In de 18e en 19e eeuw komt er een verschuiving in de Europese interesse. Het oude Egypte wordt onderdeel van de culturele en politieke agenda, vooral in Frankrijk en Groot-Brittannië, in de context van de koloniale expansie. Ook de wetenschappelijke wereld toont interesse. Zo komen de lichamen ook terecht in musea, vooral de natuurwetenschappelijke, maar ook in nationale musea zoals het Louvre of het British Museum.

Vandaag vormt de aanwezigheid van Egyptische gemummificeerde personen in musea aanleiding tot controverse en debat over thema’s als herkomst, DNA en ethiek. Ook voor het Parijse Musée de l’Homme. Dit museum bevat een uitgebreide collectie menselijke resten, waaronder 33 gemummificeerde Egyptische personen en 52 aparte gemummificeerde hoofden uit Egypte en Zuid-Amerika. Kan het museum zich wel een imago aanmeten dat de mensheid als eenheid viert, terwijl de donkere bladzijden uit zijn verzamelgeschiedenis nauwelijks aan bod komen, vraagt Stienne zich af (p. 177). En hoewel de museumwebsite zegt dat "om redenen van conservatie en ethiek, mummies slechts zelden te zien zijn", is toch een gemummificeerd kind te zien in de zaal over ‘dood’, naast een gemummificeerd lichaam uit Peru. Geen van de twee bevat informatie over de herkomst of verwerving.

Objecten en pseudowetenschap

Niet enkel de overblijfselen vormen een uitdaging in de collecties, maar ook allerhande objecten die een rol hadden bij het onderzoeken ervan.

Goniometer in de collectie van het Science Museum

Zo wijst Stienne op een goniometer in de collectie van het Londense Science Museum die door wetenschappers in de 18e eeuw werd gebruikt om de hoeken van het gelaat te meten voor raciale categorisering.

Frenologisch hoofd in de collectie van het Science Museum

Of wat gedacht van dit frenologisch hoofd? Frenologie, een pseudowetenschap, beweerde de vorm van iemands hoofd te kunnen linken aan diens intellectuele en sociale capaciteiten. Een andere pseudowetenschap uit de 19e eeuw, de eugenetica, die streefde naar een zogenaamde ‘rasverbetering’, maakte dankbaar gebruik van de schedels van gemummificeerde personen.

Menselijke resten werden ontgraven en overgebracht naar Groot-Brittannië waar ze voorwerp werden van deze onderzoeken over ‘raciale superioriteit’ en uiteindelijk ook in museumcollecties terechtkwamen. Een voorbeeld hiervan is het Petrie Museum of Egyptian Archaeology. Dit museum legde ondertussen een hele weg af in het uitdagen van de eigen geschiedenis en het opnemen van Egyptische narratieven. In Listen to her (2018) besteedde het museum bijvoorbeeld aandacht aan de voortrekkersrol van vrouwen in de politieke en economische strijd in Egypte.

Musea als kerkhoven?

Nog een ontmoeting die veel indruk maakte op Stienne was haar bezoek aan Blythe House in Londen, vroeger gekend als het depot voor de V&A, het British Museum en het Science Museum. Inmiddels werd het depot verhuisd naar de buitenrand van de stad. In een kleine achterkamer lagen een duizendtal lichamen uit de hele wereld, waaronder twee gemummificeerde personen uit Egypte, samen opgeslagen. Op p. 22 schrijft ze: "This was a museum graveyard, the result of the obsessive collecting of one man (Henry Wellcome), and also of the collecting craze of a type of institution, the museum." Welke redenering zat achter deze verzameling? Waarom werden de lichamen uit hun oorspronkelijke context verwijderd? Niet enkel lichamen, maar ook delen ervan, zoals haarlokken.

Hoe gaan musea om met deze lichamen die in hun ruimtes verplicht een hiernamaals beleven? Lichamen die ontheemd werden uit hun land en te kijk staan ter amusement van bezoekers?

Museum van de toekomst

Vandaag heeft de bezoeker steeds minder toegang tot gemummificeerde Egyptisch lichamen. De lichamen worden steeds meer uit de publieke zones gehaald.

Waarschuwingsbord © FARO

Wie ze toch laat liggen, plaatst vaak een waarschuwingsbordje ‘Opgelet: menselijke resten te zien in de volgende zaal zodat bezoekers zelf de keuze kunnen maken. De vraag is maar of een bordje niet een onbedoeld effect heeft als publiekslokker. In andere gevallen worden nog mummies getoond, om de context van mummificatie te verklaren. Feit is dat steeds meer dode lichamen de tentoonstellingszalen verlaten.


Stienne meldt dat musea best kunnen handelen met de steun van een Ethische Commissie, en ethische richtlijnen volgen in verband met de verwerving, de instemming, bewaring en het tonen van mummies. Bij 'tonen' betekent dit ook dat een sensationele opstelling vermeden wordt. Stienne vraagt zich af wat de toekomst zal brengen voor de Egyptische lichamen (p. 185). Zullen ze nog getoond worden? Wat is hun educatieve, wetenschappelijke en emotionele doel? Hoe gaan we er met z’n allen ethisch mee om? Vele nieuwe uitdagingen wachten om aangepakt te worden, van nieuwe technologieën zoals stemreconstructies tot virtueel uitpakken. Maar er is ook de wrijving tussen het tonen of verwijderen van een mummie uit de zalen, en de angst om nooit meer een mummie te zien.

Een stem voor gemummificeerde lichamen?

Musea hebben mummies veel te lang getoond als naamloze objecten, terwijl mummies gehoord worden net van groot belang was voor deze personen. Meer musea zetten stappen door de naam te tonen en door de opschriften van de kist te vertalen.

3D-model van het spraakkanaal van Nesyamun op Soundcloud

X-stralen en CT-scans hebben de wetenschappelijke studie van gemummificeerde lichamen verbeterd. In 2020 gaf een wetenschappelijk experiment zelfs een stem aan Nesyamun (een priester die leefde circu 1.000 BC), gebaseerd op het onderzoek van de overgebleven stembanden. Heeft dit dan een toekomst in musea? Nieuwe technologieën hebben enkele ethische zorgen opgelost i.v.m. het tonen en onderzoeken van lichamen.

Bij de snelle wetenschappelijke ontwikkelingen vraagt Stienne zich op p. 191 echter af of dit allemaal noodzakelijk is. Waar liggen de grenzen? Is het nodig naar een stem te kunnen luisteren? Er lijkt maar weinig ruimte te zijn voor reflectie. Wat bijvoorbeeld te denken van een aanraakscherm, dat bezoekers toelaat om zelf een gemummificeerd lichaam te onderzoeken, en het virtueel uit te pakken? Is het wel ethischer, vraagt Stienne zich af, om virtueel uit te pakken dan in het echt? Of is het ook opdringerig om een dode persoon te tonen die hier nooit toestemming voor gaf?

Tonen of niet tonen?

Wat moeten musea doen met tentoongestelde gemummificeerde lichamen? Stienne geeft op p. 193 het voorbeeld van het Manchester Museum, dat in 2008 voor enkele radicale veranderingen zorgde. Zo werden drie ontwikkelde mummies op zaal bedekt met een lijkwade, wat voor een lading aan negatieve reacties zorgde bij het publiek. De sensatie bleek weg.

Voor het museum was het een noodzakelijke beslissing om zowel de menselijke resten respectvol te behandelen als de mummies op zaal te kunnen behouden. Hetzelfde museum maakt nu ook werk van een hernieuwde tentoonstelling waarbij meer contextinformatie gegeven wordt, inspelend op lopende discussies over ethisch tentoonstellen.

Stienne vult aan dat wanneer lichamen uit de zalen worden verwijderd of wanneer een opstelling verandert, bezoekers, maar ook curatoren en onderzoekers, sterke reacties kunnen hebben (p. 195). Op p. 196 schrijft ze over de gemummificeerde lichamen: "They have been commodified, and commercialized to the point where they are non-human cultural objects to most of us. It is uncomfortable to be faced with the star reality that we have been using ancient dead people for our enjoyment and learning, without asking questions."

Zijn de gemummificeerde personen dan beter af in de museumdepots, is een volgende bedenking.  Daar liggen ze vaak in een rek of in een doos op de grond, met een eenvoudig label, zonder hun funeraire giften, en ver weg van huis. En wat doen musea met de overgebleven ruimte eens de lichamen verwijderd werden? Vult men de kasten opnieuw of worden ze leeg getoond om de geschiedenis van het museum zelf aan te kaarten? Ook nieuwe technologieën brengen volgens Stienne nieuwe mogelijkheden zoals kunstwerken. Artieste Angela Palmer bijvoorbeeld maakte een glazen kunstwerk van een kindermummie, gebaseerd op de CT-scan van het lichaam.

Mummified … een must-read voor wie een ethische omgang zoekt met (delen van) menselijke lichamen in de collectie.

Mummified. The stories behind Egyptian mummies in museums. Angela Stienne. Manchester University Press. 20022. ISBN 978 5261 6389 5 

Dr. Angela Stienne is cultuurhistorica, museumonderzoeker en verhalenverteller.

Mummy Stories

Stienne creëerde ook de website Mummy stories waar ze de discussie over de aanwezigheid van menselijke resten in musea probeert te voeden.  

Debat over het gebruik van het word ‘mummie’ in het Verenigd Koninkrijk (24 januari 2023)

Musea in Groot-Brittannië wijken af ​​van de term ‘mummie’ als ze het hebben over oude Egyptische menselijke resten, zo blijkt uit een CNN-rapport. Het rapport beschrijft hoe een aantal culturele instellingen nu de voorkeur geven aan termen als ‘gemummificeerde persoon’ of ‘gemummificeerde overblijfselen’ om de menselijkheid van het individu te benadrukken. Tegelijk willen de instellingen zich afzetten tegen afbeeldingen in de populaire cultuur van mummies als bovennatuurlijke monsters.
Lees meer op de webite van de Museum Association.

Oog in oog: de mensen achter mummieportretten

Vanaf 6 oktober bezoekt u in het Allard Pierson museum een expo over Fajoemportretten van gemummificeerde personen. Deze mummieportretten werden meestal op hout geschilderd en op het gezichtsgedeelte van gemummificeerde personen vastgezet. In de expo maakt u kennis met de gemummificeerde personen, maar ook met de makers, nabestaanden, verzamelaars, archeologen en onderzoeken. Meer informatie op de website van Allard Pierson.

 

Afbeeldingen:

Katrijn Dhamers