Musea delen ervaringen over omgaan met anderstaligen tijdens sectormoment cultuureducatie

De relatie tussen cultuureducatie of ‘cultureel leren’ en meertaligheid staat centraal tijdens het sectormoment cultuureducatie op 17 november in Gent. Daarbij vragen we ons af welke invloed de meertalige samenleving uitoefent op de cultuureducatieve praktijk. Maar ook hoe cultuureducatie een impact kan hebben op taal(verwerving) en (meer)taligheid.

De superdiverse samenleving van vandaag is bij uitstek meertalig. Kan cultuur hierin een gemeenschappelijke taal vormen? Kan je minder talige cultuureducatie aanbieden? Of is cultuureducatie net een middel om taal(verwerving) te stimuleren? Een risico dat dreigt binnen meertalige context, is om het taalgebruik te gaan versimpelen en dermate te gaan afstemmen op het (veronderstelde) niveau van de doelgroep, dat je als het ware gaat verkleuteren. Een discussiepunt: je eigen taal(niveau) als cultuureducator aanpassen of niet? Daarbij aansluitend, is er een verschil tussen de instructietaal, waarin je een bepaalde cultuureducatieve opdracht uitlegt, en de reflectietaal, waarin je over een bepaalde cultuuruiting (bv. kunstcreatie, museumstuk, eetgewoonte ...) reflecteert? Is er in cultuureducatie ruimte voor iemands thuistaal die niet het Nederlands is? Hebben we niet de neiging om anderstaligen te ‘versmallen’ tot hun kennis van het Nederlands en op die manier voorbij te gaan aan hun andere competenties? 

Twee musea delen tijdens deze dag hun ervaringen. Voor Museum Plantin-Moretus licht Odette Peterink Luisterogen toe. Dit is een tool, een gereedschapskist, waarmee in het museum aan de slag wordt gegaan. Het is een kaartenset waarmee laaggeletterde jongeren en volwassenen kennis kunnen maken met het museum en haar rijke collecties, en Nederlands leren in het museum als een open huis. Luisterogen wil op die manier de leefwereld en de sociale vaardigheden van de doelgroep op een creatieve manier verruimen. 

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen engageert zich om in dialoog te treden met de samenleving in al haar superdiversiteit. De voorbije tien jaar heeft het museum ervaring opgebouwd in het ontvangen van nieuwkomers die nog niet goed Nederlands spreken. Babette Cooijmans van het museum verduidelijkt twee museumprojecten met anderstaligen. Praten met portretten gaat over de werking met de kinderen van de Zomerschool. Mijn verhaal biedt taaloefenkansen aan volwassenen die Nederlands als tweede taal volgen.

Tijdens het sectormoment in de Centrale kunt u zich verder verdiepen in nog meer voorbeelden. Inschrijven is gratis, maar wel verplicht.

Katrijn Dhamers