Wat met de teruggave van menselijke resten?

Herero oorlog

Er komen steeds meer claims omtrent de teruggave van menselijke resten aan inheemse volken. Hoever staan we al in Europa? En waar blijft België?

Restitutie van menselijke overblijfselen

In 2018 publiceerden de Franse onderzoekers Bénédicte Savoy en Felwine Sarr een rapport over de restitutie van cultuurgoederen aanwezig in collecties in Frankrijk. In het rapport beschrijven ze dat de restitutie van menselijke resten stilaan zijn weg vindt in Europa. Zo nam Frankrijk in 2002 een wet aan die de restitutie regelde van de overblijfselen van Saartjie Baartman naar Zuid-Afrika. In hetzelfde jaar restitueerden verschillende Franse musea 21 Maori-hoofden naar Nieuw-Zeeland. De bestaande wetgeving geldt echter niet voor andere gebieden.

In 2000 tekenden het Verenigd Koninkrijk en Australië een gezamenlijke verklaring die de wettigheid van inheemse claims bevestigde. Later, in 2005, ontwikkelde het Verenigd Koninkrijk algemene standaarden en richtlijnen in verband met de omgang met menselijke resten in musea en collecties.

Nog later, in 2017, gaven de musea van Dresden geplunderde beenderen en andere menselijke overblijfselen terug aan Hawaii.  Nog in Duitsland werden eind 2018 stoffelijke resten teruggegeven aan Namibië, een voormalige Duitse kolonie. Het ging om slachtoffers uit de genocide van de Hereros en Namas, gedood in 1904 en 1908 door de Duitse koloniale strijdkrachten.

Een groeiend wereldwijd bewustzijn van inheemse volkeren zorgt ervoor dat er steeds meer eisen komen tot de terugkeer van menselijke resten. De overblijfselen kunnen worden teruggeëist door de overheden zelf, ten behoeve van de inheemse volkeren, door vertegenwoordigers van deze volkeren, of nog door de volkeren, individuen of nakomelingen zelf.

Sensitieve objecten

Menselijke resten zijn cultureel sensitieve objecten, zo klinkt het in de Duitse brochure met richtlijnen over de omgang met collecties uit een koloniale context. Ze hebben vaak een emotionele en speciale betekenis, waardoor toegang tot deze resten beperkt zou moeten zijn tot de source communities.

De rechten van inheemse volken

De VN-Verklaring over de rechten van inheemse volken uit 2007 heeft hier een bijzondere betekenis. Zo spreekt Artikel 11 over het recht op culturele tradities en gebruiken en het aanbieden van mechanismen zoals restitutie van afgenomen eigendommen zonder toestemming. Heel specifiek gaat het in Artikel 12 ook om het recht op het repatriëren van menselijke overblijfselen. Het artikel roept staten op om "ernaar te streven de toegang tot en/of repatriëring van ceremoniële en menselijke overblijfselen die in hun bezit zijn mogelijk te maken door eerlijke, transparante en effectieve mechanismen aan te wenden, ontwikkeld in samenwerking met de betrokken inheemse volken."

En in België?

En hoe zit het in België? Is de teruggave van menselijke overblijfselen al (wettelijk) geregeld? Welke verwachtingen leven er? Een en ander kwam in het oog van de storm terecht bij de nakende opening van het hernieuwde Africamuseum. Met een open brief in De Standaard kloegen de ondertekenaars aan dat ongeveer 300 Congolese schedels in Belgische collecties vertoeven. Een daarvan is de schedel van de Congolees Lusinga Iwa Ng’ombe, onthoofd in opdracht van de Belgische militair Émile Storms.

De kwestie van het beheer van menselijke overblijfselen uit de koloniale periode beroert ook sterk het debat in België. Daarom organiseren de Université Libre de Bruxelles en ULB-Coopération op vrijdag 15 februari 2019 een symposium over dit thema. Het symposium brengt verschillende specialisten samen: onderzoekers in verband met de koloniale geschiedenis, antropologie, recht, cultuurbeleid in de DRC en Benin, evenals vertegenwoordigers van dekoloniale verenigingen. Met het symposium wil de ULB het debat rond het beheer van dit erfgoed openen en de basis leggen voor een echt beleid omtrent het beheer van koloniale collecties met menselijke resten.

Foto: illustratie uit Le Petit Journal, 1904, over de Herero-genocide.

Katrijn Dhamers