Staging the museum: tijdschrift OASE zoekt bijdragen

Centre Pompidou, Paris. Foto: Georgy Rudakov via Unsplash

Musea zijn altijd al meer geweest dan plekken van zorgvuldige bewaring en interpretatie. Het zijn plaatsen van visuele en ruimtelijke enscenering. Van ontmoetingen tussen bezoekers, objecten en verhalen.

Hele collecties worden in betekenisvolle verbanden gepresenteerd, individuele objecten worden theatraal geënsceneerd. Zo'n enscenering beperkt zich niet enkel tot de tentoonstellingszalen, maar omvat de gehele publieke ruimte van het gebouw. Het gebouw wordt zo niet alleen een kader om kunst of andere objecten te tonen, maar ook om sociale interactie mogelijk te maken.

Nieuwe en herziene grenzen

Naast de vrij te bezoeken onthaalzone met lobby’s, bookshops en restaurants voegen steeds meer musea ook zalen met inhoud toe: de grens tussen vrije en betalende toegang als een grens binnen het gebouw, die al dan niet met architectuur gemarkeerd is. Tegelijk worden ook andere binnengrenzen herzien, namelijk die tussen front- en backstage: zichtdepots worden toegankelijk gemaakt, bezoekers kunnen binnenkijken in restauratieateliers en residency studios voegen zich naast de toonzalen.

Die ontwikkeling sluit aan bij een paradigmashift die vooral, maar niet enkel, de kunstmusea de afgelopen decennia hebben doorgemaakt, en die Boris Groys de ‘theatricalisation of the museum’ heeft genoemd. Deze theatricalisation spoort met de logica’s van de entertainmentindustrie, maar is er niet toe te herleiden: het gaat immers om wijzigingen die te maken hebben met fundamentele museumaspecten in verband met betekenis- en geheugenopbouw, en ruimtelijke bemiddeling tussen bezoeker en inhoud.

Oproep

Voor het nummer #111 is de redactie van OASE, Tijdschrift voor Architectuur op zoek naar bijdragen die aspecten van de architectonische enscenering van een museumbezoek en museumactiviteit tegen het licht houden. Speciale aandacht gaat naar besprekingen van relevante actuele of historische museumgebouwen, -verbouwingen en -inrichtingen, maar ook naar besprekingen van denkbeelden en discussies, algemene ontwikkelingen en uitzonderingen.

  • Hoe precies ensceneert architectuur een museumbezoek? Is het een zaak van architectonische motieven en symbolische drempels, van routing en sequentie, van programmaschakelingen, van inrichting en aankleding, van karakter en sfeer?
  • Hoe interageren de wisselende curatoriële en scenografische ensceneringen in de zalen en het ‘museumdecor’ buiten de zalen? Maakt de versnelling van wisselpresentaties de vormgeving van vaste trappen, lobby’s, gangen, bars, belvedères en al de rest, nu net achterhaald of des te belangrijker?
  • Kan het museum ook van enscenering ontdaan worden?
    Vormen zichtdepots en andere voorbeelden van ‘exposure’ van backstage activiteiten een disruptie van het geënsceneerde museum, of net een uitbreiding ervan? Wat is dan het belang van een esthetiek en retoriek van gestripte, ‘uitgeklede’ museumgebouwen?

Abstracts van maximaal 500 woorden (voor teksten van ca. 2.000 woorden) moeten uiterlijk 10 januari 2021 in het Nederlands of in het Engels ingediend worden via info@oasejournal.nl, samen met naam, e-mailadres, professionele affiliatie en een korte bio (maximaal 150 woorden).

Voor meer info over het tijdschrift of de call kunt u terecht op de website van OASE.

De tekst uit deze blog is een samenvatting van de call: de volledige tekst vindt u hier.

Foto: Centre Pompidou, Paris. Foto: Georgy Rudakov via Unsplash

Monique Verelst