Goed bestuur: een droom voor musea in Centraal-Europa

Foto: really via Pixabay

Wat als musea – en bij uitbreiding ook andere erfgoedorganisaties – worden gebruikt voor politieke, commerciële of andere doeleinden? Wat als de relatie met de raad van bestuur moeizaam tot helemaal mank loopt? De impact op de werking kan desastreus zijn. Zo blijkt uit een verhelderende en ontnuchterende studie over musea in Oost- en Centraal-Europa, die werd voorgesteld tijdens de ICOM-conferentie in Praag. 

Zelden is er in de internationale museumwereld zo druk over eenzelfde onderwerp geschreven en gepraat. Het ís dan ook groot nieuws: 24 augustus 2022 zullen we onthouden als de dag waarop we in Praag tijdens de driejaarlijkse algemene vergadering van International Council of Museums (ICOM) voor een nieuwe internationale museumdefinitie stemden.

Maar zoals ik hier eerder schreef, viel er nog wat anders op in de vele panelgesprekken en comités: de aandacht voor de nasleep van de pandemie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en ethiek, dekolonisatie, de omgang met de klimaatcrisis en de digitale omslag. Bijzondere aandacht ging ook naar de oorlog in Oekraïne en de impact daarvan op de erfgoedsector. Naar aanleiding daarvan kreeg ETHCOM, het ethisch comité van ICOM, de opdracht om een protocol te ontwikkelen over/voor musea in oorlogs- of conflictzones. 

Kunnen musea de wereld veranderen? 

Museum Watch Governance Project Cover

Het is heel stimulerend en bijwijlen zelfs ontroerend om op een conferentie zoals deze met mensen van over heel de wereld te praten over maatschappelijke uitdagingen. Het geloof in de mogelijkheden van musea en andere erfgoedorganisaties is torenhoog. Misschien soms té hoog? Ondanks de intenties en de goede voornemens blijken vele musea er in de praktijk immers slechts traag of … helemaal niet in te slagen om verandering te realiseren. 

Het tegendeel is zelfs steeds vaker waar, bijvoorbeeld in heel wat musea in Oost- en Centraal-Europa. Dat blijkt uit de resultaten van de studie Museum Watch Governance Management Project, die u hier kunt downloaden, en die als bijlage bij het bericht is toegevoegd.

Autonomie Centraal- en Oost-Europese musea bedreigd

ICOM werkt zowel met nationale landencomités (zoals ICOM België, ICOM Nederland …) als met thematische internationale comités. Deze internationale comités bundelen regelmatig de krachten om een conferentie te organiseren, of om een onderzoek of workshops op te zetten. Zo werkten het International Committee for Museum Management (INTERCOM) en het geaffilieerde International Committee for Museums and Collections of Modern Art (CIMAM) samen om deze studie te maken. Schoven mee aan: tal van partners uit Zuid- en Oost-Europa, en Centraal-Europa via de South East Europe Regional Alliance (ICOM SEE) en ook ICOM Polen.
 
De aanleiding was de vaststelling van musea uit deze landen dat de grip van de politiek op het management en het beleid van individuele musea steeds groter wordt. In Polen bijvoorbeeld zijn al verschillende museumdirecteuren ontslagen en vervangen door een functionaris met een uitgesproken politieke signatuur. Vaker niet dan wel beschikken deze nieuwe directeuren over museologische expertise. Die praktijk roept vragen op.

Lees: de ‘museale opdracht’, zijnde de nadruk op het opbouwen en delen van kennis en expertise over erfgoed en het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen – datgene wat de internationale gemeenschap zo belangrijk vindt – komen daardoor abrupt op de helling te staan. Het doel van deze nieuwe roergangers lijkt vooral gefocust op de promotie van een ideologisch en dus politiek gekleurd narratief van een regio of land, via museale activiteiten. 

“De aanleiding voor deze studie was de hypothese dat musea steeds vaker een ‘instrument’ worden voor een politiek doel,” zei Goranka Horjan, de voorzitter van INTERCOM en lid van ICOM Kroatië, bij de presentatie van het onderzoek. “We wilden deze hypothese toetsen én laten onderzoeken hoe musea een antwoord kunnen bieden aan deze ontwikkeling.” 

Professoren Ian King en Annick Schramme werd gevraagd om het onderzoek uit te voeren. In de studie analyseren ze eerst, op basis van literatuur, de verschillende relaties die er tussen musea, besturen en subsidiërende overheden bestaan. Het belang van een heldere rolverdeling én afspraken tussen de verschillende actoren wordt daarbij benadrukt. Recent onderzoek dat de auteurs aanhalen, toont aan dat de principes van goed bestuur meer dan ooit aan de orde zijn. Deze literatuurstudie was de basis voor focusgroepgesprekken met museumdirecteuren en politici uit Bulgarije, Bosnië-Herzegovina, Servië, Polen, Slovenië, Hongarije, Kroatië en Roemenië. 

Uit die gesprekken komt met name naar voren dat het heel moeilijk is om tot een transparante rolverdeling en dito afspraken te komen. Bovendien is het naleven van afspraken in veel gevallen problematisch: de verregaande politieke inmenging wordt keer op keer bevestigd. Zoals door deze deelnemer: “If we have a national museum, it is quite clear for me that somehow I have to follow the so-called political waves. If the left wing is in place, I serve it. If it’s the right wing, I also serve it. That is the habit of the museum manager, I think. The real question is what is useful for the museum? What is the best to survive? To develop?”

Drie trends

De onderzoekers zien drie grote trends in de studie:

  1. Musea in Centraal- en Oost-Europese landen worden door de overheden in heel sterke mate beschouwd als instrumenten om de nationale identiteit te versterken. Gevolg is een uitgesproken politieke inmenging in de werking van musea.
     
  2. Voor de musea zelf is het essentieel om autonoom een internationale, museale werking uit te bouwen. De situatie in heel wat Oost- en Centraal-Europese landen zorgt voor een reële en acute spanning tussen politiek en musea. 
     
  3. De (internationale) museumwereld dient zich hierover te beraden. Een antwoord kan bijvoorbeeld zijn dat er collectief een ethische code wordt opgesteld. Maar een code op zichzelf zal niet volstaan. Bovendien kan een code ook misbruikt worden – zo wordt gesteld – door bestuurders of overheden om hun grip op de musea net te versterken.

Aanbevelingen

Maak de code expliciet en afdwingbaar

De inhoudelijke details van zo’n code en de manier waarop die dient gehanteerd te worden zullen essentieel zijn. Vandaar dat de code expliciet moet zijn: iedereen dient er zich van bewust te zijn en er ook op een correcte manier naar te handelen. Te vaak worden er dingen ‘geregeld’ op een informele manier. Als er problemen opduiken, moeten die op een objectieve en dus formele manier worden behandeld. En als dat niet mogelijk is, heeft een code überhaupt weinig nut. Kortom, een code moet heldere ethische en deontologische principes bevatten, die engagement vragen én afdwingbaar moeten kunnen zijn. 

Goed bestuur is participatief

Om draagvlak voor zo’n code te creëren, is het belangrijk om de verschillende stakeholders en de museale gemeenschappen te betrekken. Een participatieve benadering kan ook helpen om de rolverdeling en afspraken helder te krijgen, en tegelijkertijd te werken aan ‘gepast’ én professioneel gedrag. Bovendien is de betrokkenheid van die gemeenschap cruciaal, precies omdat er ook ‘bestuurders van de toekomst’ in zitten. 

De waarde van het bestuur 

Geëngageerde bestuursleden die zich professioneel gedragen zijn goud waard. (Een bestuur zou sowieso goud waard moeten zijn!) De onderzoekers doen dan ook een reeks concrete aanbevelingen om dat mogelijk te maken. Het opleiden en coachen van bestuurders bijvoorbeeld, is een investering waard. 

Afbeelding: Communities via Pixabay

Reacties participanten sessie 

Na de presentatie kregen de deelnemers van de sessie de mogelijkheid om te reageren. 

  • Piotr Rypson (ICOM Polen) bevestigde de enorme grip van de politiek op de musea in zijn land. Hoewel hij in het begin wat twijfel had over de studie, hebben de resultaten hem intussen overtuigd van de noodzaak om te werken aan ‘goed bestuur’. Het probleem is evenwel dat collega-musea hem weliswaar volgen, maar het allerminst evident is om de politiek hiervan te overtuigen. 
     
  • Martha Ikabongo (ICOM Zambia) bevestigde dat er in haar land met een museumwet wordt gewerkt waarbij museumdirecteuren door de minister van Cultuur worden aangeduid. Er zijn ook raden van bestuur maar die functioneren vaak niet naar behoren. 
     
  • Ook Reena Dewan (ICOM India) legde uit hoe benoemingen van directeuren in haar land verlopen, en hoe problematisch dit vaak is. Ze is blij met de studie omdat haar blik werd verruimd. Ze merkt nu dat dit een globaal probleem is terwijl ze eerder dacht dat het een “Indian problem” was. Het probleem is dat mensen belangrijke museumposities krijgen maar eerder een administratief profiel hebben. 
     
  • Alenka Černelič Krošelj (ICOM Slovenië) voegde nog toe dat het hier niet gaat om mensen op administratieve, overheids- of politieke functies verwijten te maken. Integendeel, de reacties van veel van hen zijn positief. Zij wensen ook een betere rolverdeling en vinden een code een goed instrument. Maar het is dus belangrijk om hierover in gesprek te gaan en zo verandering te realiseren. 

‘Goed bestuur’: laat dat (ook in Vlaanderen) geen loos begrip zijn

Kortom, ‘goed bestuur’ dus. In Vlaanderen hebben we een duidelijk kader om hierrond te werken. En weinigen zullen nog ontkennen dat een kader rond goed bestuur belangrijk is. Meer nog, bij de opmaak van beleidsplannen in Vlaanderen wordt uitdrukkelijk aan organisaties gevraagd om de principes en regels van goed bestuur na te leven.
 
Maar de vraag is of het belang daarvan echt diep doordringt in de organisatie? Dat het meer is dan het afvinken van een taakje in een aanvraagdossier voor subsidies? Wordt er wel echt ten gronde aan goed bestuur gewerkt, of is het eerder een 'moetje', waardoor dat goed bestuur een lege doos wordt? Of specifieker, zijn er afspraken die gemaakt en nageleefd worden tussen de verschillende actoren in een organisatie, gaande van medewerkers over directie tot raad van bestuur en/of subsidiërende overheid?

De situatie in bepaalde musea in Centraal- en Oost-Europa is schrijnend en – naar onze normen – extreem. Deze studie roept belangrijke vragen op. Wat betekent ‘goed bestuur’ in uw organisatie: zowel voor een directie, een bestuurder, een subsidiërende overheid of een andere subsidiënt, als voor een individuele medewerker? Wordt er over gepraat, ten gronde, en wordt er naar gehandeld? Deze studie is een aanrader en biedt veel inspiratie om constructieve gesprekken rond op te zetten, en te komen tot een ‘goed bestuur’ die naam waardig.

Tijdens deze sessie op de ICOM Praag Conferentie werd meermaals de brug gelegd naar de nieuwe Ethische Code voor Museumprofessionals, die momenteel wordt geschreven. Meer daarover in een volgend blogbericht. 

Meer lezen? 

Raadpleeg deze andere blogberichten en teksten van Olga Van Oost:

Foto's: Gerd Altmann via Pixabay 

Olga Van Oost