ICOM-conferentie Praag: een wake-up call

John Lennon Muur in Praag

Afgelopen zaterdag is de 26ste General Conference van de International Council of Museums begonnen. Nog tot en met 28 augustus zijn honderden museum- en erfgoedprofessionals verzameld in Praag. Een reportage van uw verslaggever ter plaatse. 

Net zoals bij de vorige ICOM-conferentie in Kyoto gaat het over een waaier aan actuele museologische thema’s. En natuurlijk: ook de nieuwe ICOM-museumdefinitie wordt eindelijk gestemd. Nieuw is dat het nu ook mogelijk is grote delen van het programma online te volgen. 

Zelf kan ik pas midden deze week naar Praag afreizen, o.a. om er een paper te brengen in de sessie ‘Taboos in Museology: Difficult issues in museum theory’ van ICOFOM. Gretig maak ik van op afstand gebruik van de mogelijkheid om enkele sessies digitaal te volgen. Bij deze mijn eerste indrukken.

Volgen later nog:

  • een stand van zaken over de Ethische Code voor Museumprofessionals die (na de museumdefinitie) wordt herzien
  • een inkijk in het Strategische Plan van ICOM 2022-2028 met bijzondere aandacht voor duurzaamheid 
  • een verslag van de sessie van INTERCOM | CIMAM | ICOM SEE over musea en cultural governance.
  • een verslag over ‘moeilijke museologieën’ (ICOFOM)
  • u krijgt uiteraard te horen met welke museumdefinitie we de komende jaren zullen werken!
  • eindigen doen we in schoonheid, met enkele impressies van een aantal Belgische congresgangers. 
affiche ICOM Prague 2022

De kracht van musea? Engagement!

Na de klassieke openingsceremonie, nam de conferentie een vliegende start met de sessie  ‘Museums and Civil Society’. Opvallend bij de verschillende sprekers – Michael Žantovský (Vaclav Public Library in Praag), Barbara Kirshenblatt-Gimblett (Amerikaanse museoloog en curator), Kateryna Chuyeva (vice-minister van cultuur Oekraïne), Jasmino Halilovic (CEO War Childhood Museum in Sarajevo) en Nisay Hay (directeur van het Tuol Sleng Genocide Museum in Phnom Penh) – is de overtuiging dat musea geëngageerde plekken moeten zijn. En dat ze geen andere keuze hebben. 

Ze zijn niet neutraal, maar, zoals Halilovic het stelde, moeten ze wél ‘truthful’ zijn. Halilovic is stichter en CEO van het War Childhood Museum, een organisatie die de impact van traumatische oorlogsgeschiedenissen (van vooral voormalig Joegoslavië) op de kindertijd bestudeert. Nisay Hay, directeur van het Tuol Sleng Genocide Museum was het daarmee helemaal eens. Dat museum doet onderzoek naar de ervaringen van overlevenden van van het schrikbewind van de Rode Khmer, bouwt en deelt historische kennis over deze terreur, en verspreidt die o.a. in scholen. Hij benadrukte hoe belangrijk het is om zowel ‘fact-based’ te werken als aandacht te hebben voor de pijn en trauma’s die mensen hebben doorstaan. Het is vaak uitdagend om de feiten te checken. Dit neemt niet weg dat mensen een zeer grote nood hebben om herinneringen – hoe pijnlijk ook – te delen, aldus Hay. Halilovic beaamde op zijn beurt en stelde dat het niet enkel nodig is om ‘truthful’ te werken maar ook ‘thoughtful’.

Voor Kirshenblatt-Gimblett is het gezag dat musea (kunnen) hebben cruciaal. Ze mogen uiteraard niet ‘autoritair’ zijn maar moeten het gezag dat ze hebben, de daarmee gepaard gaande geloofwaardigheid en het vertrouwen van het publiek en de overheden, dat ze (kunnen) uitstralen, wel inzetten. Het Legacy Museum in Montgomery (Alabama, VS) vindt ze alvast heel inspirerend. Dat museum werkt rond slavernij (met een geschiedenis van meer dan 400 jaar) in de VS, en de erfenis ervan die verweven is in de structuren van de hedendaagse Amerikaanse samenleving, met structureel racisme en diepgewortelde ongelijkheid tot gevolg.

Kracht van musea ligt in de sector: getuigenis uit Oekraïne

De interventie van Kateryna Chuyeva was zeer aangrijpend, gezien de oorlog in Oekraïne. Chuyeva is sinds september 2021 Oekraïens vice-minister van cultuur en informatiebeleid. Voordien werkte ze twintig jaar in de museumsector als onderzoeker en conservator.

Volgens haar hebben musea de maatschappelijke taak om bij te dragen aan het kritische denken en het koesteren van kunst en erfgoed. In een tijd van conflict en oorlog, krijgen uitspraken als deze van Chuyeva een bijzondere lading, zo bedenk ik me. Ze worden plots ‘écht waar’, tastbaar, zo lijkt het wel. In een tijd van voorspoed en vrede lijken kunst, cultuur en erfgoed wel eens een nice to have, een luxe ‘dingetje’ – zaken die het leven opfleuren en verlichten. Met het cynische gevolg dat ze net zo goed aan de kant kunnen geschoven worden. Chuyeva bewijst het omgekeerde: wanneer kunst en erfgoed worden bedreigd, doen we zoveel mogelijk, zo niet alles, om het te redden. 

De musea en cultuurorganisaties zijn momenteel gesloten in Oekraïne, en talloze erfgoedwerkers zijn onder de wapens geroepen. Het is dus wachten tot ze kunnen terugkeren naar hun job, en het land en de musea kunnen heropbouwen.

Vredesduif - Pixabay

Chuyeva dankte ICOM en ook Blue Shield (‘Blauwe Schild’) uitdrukkelijk voor de steun. “Het is dankzij ICOM dat ik in contact ben gekomen met zovele professionals uit het buitenland.” Blue Shield [het ‘Rode Kruis’ voor het erfgoed, OVO] doet dan weer zoveel mogelijk om erfgoed in moeilijke omstandigheden veilig te stellen en te redden. Volgens Chuyeva zit de kracht van musea ook net in de kracht van het netwerk van museummensen zelf. “Het is zo belangrijk om de power van musea – los van de politiek - te koesteren en ervoor te vechten’. En dat is wat ICOM volgens Chuyeva doet: “The power of museums lies in the ‘Non-governmental Power.”

Never Waste a Good Crisis?

In een volgende blog geef ik een stand van zaken over de herziening van de Ethische Code voor Museumprofessionals. Dit is een opdracht die het standing committee ETHCOM kreeg. Een tipje van sluier? Ook daarin zien we aandacht voor de grote maatschappelijke thema’s zoals social responsibility, dekolonisatie, de omgang met de klimaatcrisis. Aan het comité werd bovendien gevraagd om een protocol te ontwikkelen over/voor musea in oorlogs- of conflictzones.

De tijden zijn écht aan het veranderen

Vanaf de openingssessie ‘Museums and Civil Society’ valt op hoezeer de nadruk wordt gelegd op de aandacht voor de maatschappelijke rol van musea, én op hun mogelijkheden om weerwerk te bieden in tijden van oorlog en crisis. De nood aan ‘verandering’ wordt al jaren vanuit verschillende hoeken in de museumwereld geschreeuwd. Ik zou zelfs durven zeggen dat dit zo vaak gebeurt dat het op den duur een dooddoener wordt, en dat er uiteindelijk… betrekkelijk weinig verandert. Maar het lijkt anders dit keer. 

Het is drie jaar geleden dat de vorige editie van deze conferentie in Kyoto plaatsvond. Toen kon niemand vermoeden dat er een wereldwijde pandemie en crisis zouden komen. De urgentie van de klimaat- en energiecrisis wordt stilaan voor iederéén een urgentie. Het is geen kwestie meer van activisten die achterhoedegevechten leveren. Nee, het begint door te dringen dat dit écht een gedeeld probleem is: van op het allerindividueelste persoonlijke tot op het hoogste politieke niveau. Inclusie en diversiteit zijn evenmin nieuw, maar aangevuld met ‘dekolonisatie’ en ‘restitutie’, zijn het intussen thema’s die niet langer onder de mat kunnen geveegd worden.

Ethiek was enkele jaren geleden nog een enigszins vaag thema voor musea: nu is het dat niet meer. Hetzelfde geldt voor de relatie van musea tot de politiek en de broodnodige onafhankelijkheid om te kúnnen functioneren. Oorlogssituaties en zeker de recente situatie in Oekraïne zorgen voor een vernieuwde bewustwording over de kwetsbaarheid én het belang van erfgoed en de gemeenschappen die daarbij horen. Ook in democratieën duiken er steeds meer voorbeelden op van musea die met verregaande politieke inmenging te maken krijgen.

Tot slot is er de positie van ICOM zelf, als wereldwijde koepelorganisatie voor museumwerkers. In Kyoto kreeg de organisatie een opdoffer van formaat. De museumdefinitie kon toen niet worden gestemd, en de organisatie kreeg zeer veel kritiek over het proces en het gebrek aan transparantie daarin.

Nu, drie jaar verder, is de tijd voor verandering misschien echt aangebroken. Dat blijkt uit de thema’s die naar voren worden geschoven en de overtuiging van de museumwerkers. ICOM zelf heeft aan de interne problemen gewerkt en lijkt een nieuwe adem en dus een vernieuwde legitimiteit gevonden te hebben. Heel benieuwd hoe de komende dagen zullen verlopen. Veelbelovend lijken ze alleszins wel.

Meer lezen? 

Raadpleeg deze andere blogberichten en teksten van Olga Van Oost:

Olga Van Oost
museologie
icom
museumdefinitie
Conferentie