Ode aan de leraar op Internationale Vrouwendag

Christabel Harriette Pankhurst (1880-1958), medestichtster WSPU een een van de meest bekende Britse vrouwenactivisten of suffragettes. Agence de presse Meurisse. Bibliothèque nationale de France via Wikimedia Commons, publiek domein.

In België kregen vrouwen pas in 1948 stemrecht. Pas na twee wereldoorlogen en met het midden van de 20e eeuw in zicht konden vrouwen ein-de-lijk van hun democratische recht gebruikmaken. Door het voortschrijden van de tijd bestaat het risico dat we collectief vergeten dat 1948 erg laat was.

Gelukkig zijn er historici die het verleden nauwgezet en met nieuwsgierige blik blijven bestuderen, en ons hoeden voor diverse vormen van geheugenverlies. Boeiend wordt het vooral wanneer ze ons niet alleen wijzen op belangrijke jaartallen maar proberen uit te leggen waarom we dit of dat moment moeten blijven onthouden en eraan herinneren, ook in de publieke ruimte. Zo mogen we echt niet licht gaan over de ‘verworvenheden’ van vandaag, zoals wanneer we het hebben over vrouwenrechten. 

De handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw

Een boek lezen helpt om alles nog eens op een rijtje te zetten. In 1900. België op het breukvlak van twee eeuwen van UGent-historica Gita Deneckere lezen we bv. dat de Code Napoléon uit 1804 het Belgische huwelijksrecht tot 1958 (!) bleef bepalen. Deze code was gebaseerd op het principe van de ‘maritale macht’ van de man én van de 'handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw’ (p. 165). 'Handelingsonbekwaam’ betekende dat de vrouw na het huwelijk voor zo ongeveer alle daden die ze zou willen stellen in het maatschappelijke leven de ‘uitdrukkelijke toestemming’ nodig had van haar echtgenoot. In de praktijk betekende dit dat de ‘vrouw aan de haard’ het ideaal en het streven was. Trouwens, dat was in alle politieke milieus tot een flink stuk van de 20e eeuw de gangbare opvatting. 

Princess Sophia Duleep Singh verkoopt abonnementen voor The Suffragette aan Hampton Court, Londen. Museum of London via Wikimedia Commons, publiek domein.

Emilie Claeys: een moedige einzelgänger

In de 19e eeuw werkten er wel degelijk veel vrouwen buitenshuis; in fabrieken of als dienstmeid. Na arbeidersopstanden werd vanaf 1866 beslist dat het beter zou zijn dat de overheid de fabrieksarbeid voor vrouwen zou reglementeren (1899), en de facto zou afraden. Hier zat bovendien nog een moreel kantje aan vast. Vanuit socialistische hoek werd gepropageerd dat vrouwen "in de eerste plaats goede moeders en echtgenotes zijn om vervolgens, zodra het socialisme dankzij de coöperatieven groeit en bloeit, ook als consumenten aangesproken te worden" (p. 167).

Gelukkig kwam er verzet, zij het schoorvoetend in het begin, en vrij geïsoleerd. Deneckere beschrijft hoe Emilie Claeys in de jaren 1884-1887 lid werd van de BWP (Belgische Werklieden Partij) en zich aansloot bij de Socialistische Propagandaclub voor Vrouwen.

Emilie Claeys in 1894: "Wat zoudt ge zonder ’t vrouwvolk zijn? Zijn wij vrouwen dan geene menschen? Bestaat voor ons het recht op ’t leven niet en het daaruit voortspruitende recht op arbeid?" (p. 167)

Claeys streed ook voor het recht op geboortebeperking (het neomalthusianisme) waarvoor ze contact legde met de Nederlandse Nellie van Kol (met wie ze in 1893 het tijdschrift De Vrouw, spreekbuis van de Hollands-Vlaamsche Vrouwenbond oprichtte (pp. 168-169)). Claeys geraakte waarschijnlijk teleurgesteld in de politiek en nam ontslag uit de BWP in 1895. De liberale en katholieke pers smulde toen bekend werd dat ze samenwoonde met een gehuwde man. En ook de socialistische achterban keurde haar gedrag op ‘morele grond’ af. Met als gevolg dat Claeys zich uit het maatschappelijke leven terugtrok, en thema’s zoals geboortebeperking van de politieke agenda verdwenen.  

De scholen van Isabelle de Gamond

Isabelle Gatti de Gamond. Alfred Cluysenaer, 1902. Wikimedia Commons, publiek domein

Vrouwen werden niet enkel uitgesloten van het maatschappelijke en politieke leven. Ook het onderwijs was slechts beperkt toegankelijk. Maar het stoorde de liberalen dat het meisjesonderwijs in het midden van de 19e eeuw katholiek was. Daardoor kon de Kerk moeiteloos meisjes voor zich winnen, dat was de veronderstelling. Hoewel de liberalen in die tijd ook voorstander waren van de ‘vrouw aan de haard’ die te allen tijde klaar moest staan voor haar man en familie, moesten vrouwen tóch vanonder dat ‘juk van vooroordelen en bijgeloof’ worden vandaan gehaald.

Er was een zekere toenadering tussen liberale en feministische ideeën, maar voor Isabelle Gatti de Gamond (1839-1905) ging dit niet ver genoeg. Ze richtte middelbare scholen op in het Brusselse. In haar onderwijsprogramma stond de zelfontplooiing van de vrouw centraal. De vrouwen bleven in die tijd doorgaans nog aan de haard gekluisterd, maar stilaan begon ‘emancipatie’ in de samenleving én in de hoofden van vrouwen zélf te rijpen.

Het onderwijs als hefboom

Het zou nog vele jaren duren vooraleer meisjes en vrouwen dezelfde kansen kregen om zich te ontwikkelen, én zich te scholen om in het volwassen leven een beroep uit te oefenen. Maar het is dankzij individuen zoals Emilie Claeys en Isabelle de Gamond, de vele gedreven leraars én de ontwikkeling van het onderwijssysteem zelf dat deze (destijds verre) droom mogelijk werd. Als we vandaag de Internationale Vrouwendag vieren, doen we er dan ook echt goed aan om bij deze stille, vaak vergeten wegbereiders even halt te houden.

Op u komt het aan

En jammer genoeg is de strijd nog niet gestreden. Alleen ziet hij er intussen wat anders uit. De ongelijkheid tussen vrouwen en mannen is nog niet volledig ‘opgelost’, afhankelijk van de plek en het moment waar u zich bevindt in de wereld. Meer nog, de roep naar gelijkwaardigheid tussen mensen is er alleen maar groter op geworden, los van gender, kleur, afkomst … Het blijft timmeren aan de weg en zoeken naar manieren om systemen en systeemfouten te veranderen.

Maar de sleutel ligt ook vandaag en morgen bij u en bij mij. Het zal misschien niet lukken om in uw eentje een systeem te veranderen. Maar het is dankzij individuen die het op een bepaald ogenblik oneens waren met de gang van zaken, dat er wel degelijk verandering kwam, traag maar zeker. Het is dankzij leraars met het vuur in de ogen en het niet-aflatende geloof in het vermogen van hun leerlingen dat er nieuwe kansen kwamen, en de weg naar gelijkwaardigheid en inclusie werd ingezet.

Met veel dank voor de inzichten aan Gita Deneckere, 1900. België op het breukvlak van twee eeuwen. Tielt, Lannoo, 2006, pp. 165-181.

Deze week organiseren het departement CJM, Canon Cultuurcel en FARO de Dag van de Cultuureducatie, dit keer rond het thema ‘erfgoed en onderwijs’.

Lees ook: 7 x Internationale Vrouwendag vieren, FARO-blog, 8 maart 2021.

Foto's: 

  • Christabel Harriette Pankhurst (1880-1958), medestichtster WSPU een een van de meest bekende Britse vrouwenactivisten of suffragettes. Agence de presse Meurisse. Bibliothèque nationale de France via Wikimedia Commons, publiek domein.
  • Princess Sophia Duleep Singh verkoopt abonnementen voor The Suffragette aan Hampton Court, Londen. Museum of London via Wikimedia Commons, publiek domein.
  • Isabelle Gatti de Gamond. Alfred Cluysenaer, 1902. Wikimedia Commons, publiek domein
Olga Van Oost