Asjemenou! Een andere mediadeal

Loeki de Leeuw © Geesink Studio

Ongetwijfeld dromen de communicatiewerkers van talloze erfgoedinstellingen ervan om de krachten te bundelen met de media. De pas geopende tentoonstelling Asjemenou! De Nederlandse populaire cultuur in 100 voorwerpen toont dat die samenwerking ook anders kan. Anders dan: de klassieke overeenkomst van het Quid pro quo-principe. Met andere woorden: voor wat hoort wat. Leest u even mee.

De ‘wuppie’, een DoeMaar-zweetbandje of een ‘patatje kapsalon’ hebben – samen met 97 andere voorwerpen – een plekje gekregen het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch. Zaterdag opende daar Asjemenou! De Nederlandse populaire cultuur in 100 voorwerpen.

“De aard van de tentoongestelde voorwerpen loopt sterk uiteen, maar ze zijn allemaal typerend voor onze cultuur en vrijwel iedereen heeft er een herinnering aan. Asjemenou! is dan ook een tentoonstelling bomvol verhalen en ‘o-ja-momenten’ die laat zien hoe praktisch, bij vlagen hysterisch, vertederend en juist ook vooruitstrevend ons land eigenlijk is. Te zien tot en met 24 januari 2021 in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch,” aldus het persbericht.


Bijzonder is dat het de Nederlandse kwaliteitskrant de Volkskrant was die het initiatief nam. Het volledige verhaal daarachter leest u op een deelpagina van de krant, Een Geschiedenis van de Nederlandse popcultuur. Daaruit nemen we hier een stukje over, bij wijze van smaakmaker: 

“Het geschiedenisverhaal verteld aan de hand van concrete voorwerpen heeft de laatste jaren een grote vlucht genomen. Het is de schuld van de Schotse kunsthistoricus Neil MacGregor, die in 2002 directeur werd van het British Museum, in die tijd een schatkamer waar de glans verborgen lag onder een flinke stoflaag. Hij begon een project over de verhalen achter de interessantste voorwerpen die hij onder zijn dak had en bedacht daarvoor de briljante titel ‘A history of the World in 100 objects’. Dit nam de vorm aan van een rondleiding door het museum, een gelijknamige catalogus (die een ongekende bestseller werd) en een veelbeluisterde radioshow op BBC Radio 4. Voorwerp nummer 1 was de mummie van de Egyptische priester Hornedjitef en het eindigde, na een oproep onder luisteraars naar de radioshow, met een voorwerp uit 2010, dat  nog moest worden aangeschaft door het museum. […]"

[We – de redactie – wilden] … een dergelijke (virtuele) verzameling aanleggen van Nederlandse spullen die onze eigen popcultuele geschiedenis vertellen. En hoewel we geen Smithsonian in Nederland hebben, hebben we wel 1001 musea en verzamelaars en schuurtjes waarvan we nog niet eens weten wat er ligt. We hebben een groslijst samengesteld van gedroomde voorwerpen in ons museum, of hoofdstukken uit de naoorlogse popculturele geschiedenis die we graag aan de hand van een voorwerp zouden vertellen.”

Er zijn verder geen spelregels: het voorwerp moet concreet zijn en het verhaal vertellen. Wat kan er meedoen? In de woorden van Neil MacGregor: ‘Allerlei dingen, zorgvuldig ontworpen, en vervolgens bewonderd en bewaard, of gebruikt, beschadigd en weggegooid.’ En we realiseren ons dat hij het over een 13 duizend jaar oude speerpunt heeft, maar waarom zou dat niet gelden voor de allereerste flippo (1995): Bugs Bunny (Smith’s Chips, producent PepsiCo)?"

De pet van Ome Willem, Beeld en geluid, Hilversum, foto Annabel Miedema

En zo geschiedde. De redactie verzamelde zo honderd afleveringen lang voorwerpen die iets over het leven van alledag in Nederland vertellen. Dat materiaal werd uiteindelijk een boek, uitgegeven bij Thomas Rap. En dus ook een tentoonstelling. “Voor veel voorwerpen zijn we afhankelijk van particulieren. Dat maakt de zoektocht naar alle 100 voorwerpen behoorlijk uitdagend”, aldus Joris Westerink, conservator bij Het Noordbrabants Museum, in februari.

En waarom nu net dit museum? “Het Noordbrabants Museum heeft met tentoonstellingen als Knus (over de jaren 50), Wauw (de jaren 70) en Gezin XXL (over grote gezinnen) een traditie op het gebied van de populaire cultuur,” vertelt persverantwoordelijke Charlotte Zwaan aan de telefoon. Ook zegt ze dat door de samenwerking met de Volkskrant het voor de hand lag dat er een interessante mediadeal tot stand kwam. “Het is een thema dat enorm aanspreekt,” vult ze aan. “Elk voorwerp heeft een eigen, vaak verrassend verhaal; samen bieden deze objecten en verhalen een uniek beeld van Nederland. Door de grote herkenbaarheid pikken heel wat media ons verhaal ook op.”

Alle info over de expo krijgt u op de website van het museum.
U kunt daar ook vijf digitale rondleidingen door de collectie volgen.

Afbeeldingen: Loeki de Leeuw © Geesink Studio en De pet van Ome Willem, Beeld en geluid, Hilversum, foto Annabel Miedema.

Roel Daenen