Cultureel erfgoed en corona bij CAG

Campagnebeeld KoffieStories © CAG

In het kader van het relanceplan Cultuur van minister Jan Jambon kregen de sectorale steunpunten (Kunstenpunt, Socius en FARO) i.s.m. Cultuurloket de opdracht om mee te werken aan het project Cultuur na Corona. FARO was verantwoordelijk voor het traject ‘cultureel erfgoed’. Dit resulteerde in de publicatie Cultureel erfgoed en corona: een balans. Meer informatie over deze publicatie en dit traject kon u eerder al lezen in deze blog.

Femke Paulussen, stafmedewerker publiekswerking en educatie © CAG

Binnen dit traject bracht FARO niet alleen een heleboel uitdagingen in kaart, maar werden ook enkele goede, inspirerende praktijken verzameld die ontstaan zijn tijdens de coronapandemie of in die periode tot volle bloei zijn gekomen. Dit bericht is het vierde in een reeks van zes blogs waarin we u laten kennismaken met collega’s die blijk hebben gegeven van een grote veerkracht.

Voor dit interview sprak FARO met Femke Paulussen. Zij is stafmedewerker publiekswerking en educatie bij het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG). CAG heeft tijdens corona de digitale sprong gewaagd en een fysieke rondreizende expo herdacht naar een digitale variant.

Koffiestories

“Bij CAG organiseren we tweejaarlijkse koepelprojecten waarbij we thema’s in de diepte uitwerken. De bedoeling is om rond een bepaald thema het erfgoed te onderzoeken, in kaart te brengen en te presenteren, en netwerken van erfgoed- en niet-erfgoedpartners samen te brengen. We spreiden deze projecten bewust steeds over een tijdsspanne van twee jaar, waarbij we het eerste jaar onderzoek doen. Het tweede jaar ontsluiten we het erfgoed voor het publiek”, legt Femke uit.

Koffiestories is hiervan een goed voorbeeld. Om het koffie-erfgoed in Vlaanderen in kaart te brengen werkte CAG nauw samen met koffiebranders, de Plantentuin Meise en verschillende erfgoedpartners. De projectpartners baseerden zich op museumvoorwerpen en archiefstukken, maar ook op immaterieel erfgoed.

“In 2020 wilden we dit koffie-erfgoed breed ontsluiten. De oorspronkelijke plannen bestonden uit een website en een reizende tentoonstelling. Afsluiten zouden we doen met een heus ‘koffiefestival’. Deze plannen vielen echter in het water door corona. Daarom hebben we beslist om in te zetten op een digitale expo.”

Hoe een digitale expo vormgeven?

Om dit idee in de praktijk om te zetten deed CAG beroep op de vormgever die de reizende expo had gemaakt en die op zijn beurt samenwerkte met informatici die de digitale mogelijkheden onderzochten. “De technische kant heeft veel tijd gevraagd. Het bleef gelukkig betaalbaar omdat de vormgever het zelf ook als leertraject zag. We konden gebruikmaken van het budget dat we voorzien hadden voor het koffiefestival maar dat omwille van corona werd geannuleerd.” Als mogelijke antwoorden op de vraag hoe dit digitaal alternatief er moest uitzien, passeerden verschillende scenario’s de revue. “Een eerste idee was om te vertrekken vanuit de fysieke expo, daarvan prints te maken en deze online te zetten. Dat bleek al snel te statisch”, blikt Femke terug.

Daarna volgde het idee om te werken met een 3D-modellingprogramma. In de fysieke expo is de opstelling uitgewerkt met kubussen waarop info, tekst en beelden staan. Dat kon worden overgenomen voor het digitale alternatief. Aanvankelijk wilde CAG de digitale bezoekers vrij doorheen de expo laten navigeren. Maar zonder ervaring met de technologie en zonder performante computer zou dit voor veel bezoekers moeilijk zijn.

Digitale expo ‘Koffiestories, een boon voor koffie-erfgoed’ © Omgevingen

Uiteindelijk werd er gekozen voor de gulden middenweg: de fysieke expo werd gefilmd vanuit tachtig camerastandpunten en zo bewegend in beeld gebracht. “Online ga je er nu ook in bewegen, maar het parcours is meer door ons bepaald. Het eindproduct is een 3D-animatie, via beelden en ‘stops’. Dankzij de pijltjes kan je doorklikken en via de inhoudstafel kan je gerichter kiezen. Deze digitale expo kan je ook bekijken op een tablet of smartphone omdat ze geïntegreerd is in de projectwebsite. Dat maakt haar gebruiksvriendelijker en toegankelijker dan het tweede concept met 3D-modelling”, licht Femke toe.

Digitaal en/of fysiek?

Het doel van de digitale expo was om de fysieke expo te vervangen. CAG wilde al het materiaal en werk niet verloren laten gaan en dus was, gelet op de lockdown, de digitale versie de enige optie. Uiteindelijk bleek dat niet nodig. “Na de lockdown mochten de musea terug openen en konden we toch de fysieke expo laten plaatsvinden”, verduidelijkt Femke. “Zo konden we afgelopen zomer dan toch openen in het Bakkerijmuseum en verhuisden we in het najaar naar het BELvue Museum.”

Module 1 Koffieplant. Expo ‘Koffiestories, een boon voor koffie-erfgoed’. BELvue Museum. © CAG

De digitale expo werd complementair aan de fysieke expo. Wie niet op de fysieke expo raakte, kon de digitale versie bezoeken. De interactieve schermen in de fysieke expo konden niet gebruikt worden door de geldende hygiënemaatregelen. En dus toonde men het filmpje dat werd gemaakt voor de digitale versie. Ook het interactieve aanbod voor kinderen was niet mogelijk, en ook hier werd verwezen naar een digitaal alternatief op de projectwebsite. 

Op duurzaamheidsvlak heeft de digitale expo bovendien een belangrijk voordeel: de bewaring. Doorgaans duurt een project twee jaar, daarna wordt de expo nog wel af en toe uitgeleend maar verdwijnt die uiteindelijk in een depot. Deze fysieke expo’s zijn dus vaak een eindig verhaal, maar het digitale biedt een uitweg. Doordat alles gedigitaliseerd is, kan het blijvend aangeboden worden.

Ook een digitaal aanbod in de toekomst?

“In de digitale expo van Koffiestories wordt het verhaal lineair gepresenteerd. Als je alles van A tot Z wil lezen, ben je gemakkelijk een uur zoet. In de toekomst is het voor ons minder noodzakelijk dat we echt het volledige verhaal digitaal brengen. Dat is niet waar het publiek naar op zoek is”, bedenkt Femke.

“In de toekomst zullen we het digitale vaker gaan inzetten als een soort van teaser voor of aanvulling op onze fysieke activiteiten.”

CAG geeft aan dat bezoekers het digitale niet als volwaardig alternatief zien, maar wel als iets complementair. Zo wil CAG het in de toekomst ook bekijken. “We willen deze manier van werken bijvoorbeeld ook opzetten voor onze beeldbank. Die blijven we uitbreiden en er wordt veel gebruik van gemaakt. Per jaar maken we een zestal themaverhalen. Vroeger bestonden deze voornamelijk uit beeld en tekst, maar nu experimenteren we met de mogelijkheden om meer audio en video in te voegen, en de themaverhalen te laten (be)leven als kleine online expo’s”, laat Femke weten.

Het zal belangrijk blijven om in te zetten op het digitale, ook na de pandemie. “Hierbij moet je als organisatie wel goed nagaan waarvoor je digitale verhaal moet dienen. Je moet je afvragen welke boodschap je wil brengen, wie je publiek is en wat dit publiek verwacht. Het aaneenplakken van beelden is bijvoorbeeld niet meer voldoende; het digitale moet een intrinsieke meerwaarde hebben. De bezoeker is door de versnelde digitale transformatie nu ook meer gewend”, raadt Femke aan. 

De digitale expo Koffiestories van CAG toont hoe het digitale aanbod een waardevol initiatief kan zijn, complementair aan de fysieke werking en aan tentoonstellingen. Wij bedanken Femke Paulussen en kijken uit naar de toekomstige fysieke en digitale projecten van CAG. Met dank aan Leonard Adriaen, projectmedewerker ‘Cultuur na Corona’ bij Cultuurloket.

Lees meer

Foto’s 

  • Campagnebeeld KoffiesStories © CAG 
  • Femke Paulussen, CAG-stafmedewerker publiekswerking en educatie © CAG 
  • Digitale expo ‘Koffiestories, een boon voor koffie-erfgoed’ © Omgevingen 
  • Module 1 Koffieplant. Expo ‘Koffiestories, een boon voor koffie-erfgoed’, BELvue museum © CAG
saidja steenhuyzen