Het Erfgoeddagthema ‘De Nacht’, vertellen en voorlezen vormen een match made in heaven. Verhalen brengen mensen samen, vooral wanneer ze verteld of voorgelezen worden in een bijzondere setting of op een speciaal moment. Tijdens zes inspiratiesessies, georganiseerd op evenveel verschillende locaties, geeft Iedereen Leest u tal van tips die u onmiddellijk kunt toepassen wanneer u een Erfgoeddagactiviteit uitdenkt. 

Door deel te nemen aan zo’n inspiratiesessie leert u bovendien mogelijke nieuwe partners kennen om mee samen te werken en trekt u huiswaarts met inspirerende voorbeelden en boekentips voor jong en oud. Erfgoed- en andere partners vullen aan met diverse praktijkvoorbeelden. 

Wat maakt voorlezen zo krachtig?

Een goed verhaal vertellen hoeft niet lang te duren. Op korte tijd kunt u uw Erfgoeddagbezoeker heel wat informatie meegeven. Over een collectiestuk bijvoorbeeld, of over het boeiende verhaal erachter. Wellicht opent u zo de oren en ogen van nieuwe én oude bezoekers. Want kijken naar een object kan heel zinvol zijn, maar luisteren naar de waarde ervan draagt misschien wel een nog grotere kracht in zich. Als luisteraar ontvangt u het verhaal op een schoteltje, zonder zelf actief op zoek te moeten gaan naar informatie.

De meest waardevolle kracht van verhalen vertellen ligt bovendien in de kans om ze door te geven. En dat geldt ook voor het doorvertellen van positieve bezoekerservaringen. Een geslaagd bezoek willen mensen delen met anderen. Ze vertellen over de locatie waar ze te gast waren, het verhaal dat ze er hoorden vertellen of de verteller die hen meenam naar het verleden en houden uw verhaal zo extra levend!

Verhalen in de nacht

Een verhaal vormt met andere woorden een perfecte manier om iets in leven te houden. Ook erfgoed. Want erfgoed verbindt en doet ertoe. Het erfgoed tijdens Erfgoeddag verbinden met verhalen is dus een logische stap. Met het thema ‘De Nacht’ wordt die kans nog versterkt.

Sylvie Dhaene, directeur leesbevorderingsorganisatie Iedereen Leest: “De locaties waar we te gast zijn vormen het ideale podium om te werken rond verhalen, voorlezen en vertellen. Het Letterenhuis (Antwerpen) bulkt van de verhalen van schrijvers. We duiken er de depots in, samen met archiefmedewerkers die zich ontpoppen tot meestervertellers. Hoe die verhalen te vertellen/vertalen in de opstelling vernemen we ook in Trainworld (Brussel). En uiteraard zijn bibliotheken en boekhandels ook uitgelezen plekken om deze sessies te laten plaatsvinden. Met Utopia (Aalst) en Boekenhuis Theoria (Kortrijk) hebben we twee bijzonder aantrekkelijke en inspirerende locaties. We luisteren er naar de praktijkverhalen van de plaatselijke bibliotheken. Tot slot zijn we ook te gast bij Villa Verbeelding (Hasselt) en in het Volksinstrumentenmuseum (Gooik). Ook de plaatselijke erfgoedcellen zijn van de partij en delen een aantal goede praktijkvoorbeelden rond vertellen en voorlezen."

Betekent dit dan dat enkel organisaties die een duidelijke link hebben met het thema voorlezen hiermee aan de slag kunnen gaan? Sylvie Dhaene: “Helemaal niet. Train World, waar de eerste sessie van de reeks plaatsvindt op 24 september toont dat je ook in een museumopstelling perfect kan werken met verhalen en acteurs. Museummedewerkers tonen tijdens de sessies hoe ze spelen met deze verhalen en wat ze er precies mee doen. Ook komen de uitdagingen en voordelen daar aan bod.”

Waarom moeten mensen zeker een inspiratiesessie bijwonen? Sylvie Dhaene: “Voorlezen en vertellen biedt als methodiek veel mogelijkheden om verschillende doelgroepen, van alle leeftijden, te boeien. U kunt zowel uw collectie als inspiratiebron gebruiken, maar ook uw unieke locatie inzetten om een verrassende (voor)leesplek te maken. U kunt starten met bijvoorbeeld een voorleesontbijt, maar evengoed de avond of de nacht als ideale sfeermaker gebruiken voor nacht- of pyjamaverhalen. Ook poëzie kan een mooie insteek zijn bijvoorbeeld voor een alternatieve gidsbeurt. Kortom, de mogelijkheden zijn oneindig.” 

Schrijf via deze link vandaag nog in voor een of meerdere inspiratiesessies. Aangezien een groot deel van de sessies interactief zijn, zit er soms een beperking op het aantal deelnemers.

Foto: (c) Michiel Devijver | Iedereen Leest