Vrijwilligers: visitekaartjes van het museum

Vrienden tijdens Erfgoeddag (c) Philippe Debroe

Met 750.000 zijn ze, de vrijwilligers die zich in Vlaanderen inzetten. Sommige vrijwilligers steken elke dag een handje toe, anderen maken zich af en toe vrij. De een geeft veel tijd, de ander wat minder.  Maar één ding hebben ze gemeen: allemaal zetten ze zich onbezoldigd en uit vrije wil in voor een goed doel, in hun buurt, bij een erfgoedcel, archief, erfgoedbibliotheek, museum of bij een evenement zoals Erfgoeddag. Nog tot en met 8 maart is het Week van de Vrijwilliger. Een mooie gelegenheid om alle erfgoedvrijwilligers in de bloemetjes te zetten.

Vrijwilligers in het Mijnmuseum

Om te ontdekken wat vrijwilligers zoal doen en betekenen, trekken we naar het Mijnmuseum van Beringen. We ontmoeten er Filip Delarbre, conservator. Hij valt meteen met de deur in huis: “Onze vrijwilligers zijn per definitie gemotiveerd. Ze doen immers iets omdat ze het graag doen en willen doen. Ze doen iets met hart en ziel en dat stralen ze dikwijls uit.”

De vrijwilligers in het Mijnmuseum hebben bovendien een bijzonder sterke troef: allemaal beschikken ze over de nodige knowhow in een of ander vakgebied. Meteen een belangrijke meerwaarde voor de organisatie. Er zijn oud-mijnwerkers die maar wat blij zijn om hun kennis te kunnen doorgeven tijdens gidsbeurten, leerkrachten die uitblinken in het begeleiden van kinderen of oud-mijnwerkers die vanuit hun achtergrond kunnen helpen met het benoemen/inventariseren van collectiestukken rond mijnbouw.

Ambassadeurs voor het museum 

Volgens Filip Delarbre schuilt de kracht van vrijwilligers op drie vlakken: "Als persoon hebben ze een hart voor de mijn en de mijngeschiedenis. Voor hen gaat het niet zomaar om erfgoed. Ze beschouwen het als hun eigen erfgoed. Maar ook als gids en ervaringsdeskundige is hun rol waardevol: ze vertellen tijdens hun gidsbeurten niet alleen het algemene verhaal, maar kruiden het met anekdotes en informatie uit eerste hand. En tot slot is er hun rol als inhoudelijk deskundige. Ze worden ingeschakeld in de opleiding van niet-mijnwerkergidsen, weten waarvoor en hoe de voorwerpen in onze collectie gebruikt werden, en kennen vaak nog heel wat andere mijnwerkers die we dan bv. kunnen interviewen voor speciale projecten."

In het Mijnmuseum van Beringen worden vrijwilligers vooral ingezet als gidsen en suppoosten. Filip Delarbre: "Dit betekent dat zij diegenen zijn die het meest met de bezoekers in contact komen. Ze vervullen dus een intermediaire rol tussen museum en publiek. Dit wil ook zeggen dat een bezoeker zijn oordeel over het museum voor een groot deel baseert op de manier waarop de gids zichzelf en zijn verhaal overbrengt. Vrjwilligers vormen het visitekaartje van het museum. Dit wordt nog versterkt door de specifieke ligging van het Mijnmuseum in Beringen en het feit dat een aantal gidsen oud-mijnwerker is geweest."

"Onze vrijwilligers hebben een hart voor de mijn en de mijngeschiedenis. Voor hen gaat het niet zomaar om erfgoed. Ze beschouwen het als hun eigen erfgoed."

Het Mijnmuseum werkt al heel lang met vrijwilligers. Hoe ervaart het museumteam die aanpak? Filip Delarbre: “Misschien is het niet overal zo, maar de betrokkenheid van onze vrijwilligers bij de dingen die het museum doet is heel sterk. Dat wil ook zeggen dat ze graag hebben dat hun inbreng erkend wordt en dat ze actief willen bijdragen aan het dagelijkse reilen en zeilen van het museum of wanneer er specifieke projecten moeten worden uitgewerkt. Dat vereist veel overleg en dialoog en soms ook geduld, maar het eindresultaat is zoveel beter als de vrijwilligers vanuit hun volle overtuiging mee hun schouders ergens onderzetten.”

Foto: vrienden tijdens Erfgoeddag (c) Philippe Debroe

tine vandezande