De educatieve werking in cultureel erfgoed

Museum of Modern Art in Warsaw, Polen. Foto: Monika Kozub via Unsplash

Titel

De educatieve werking in cultureel erfgoed. Reflecties naar aanleiding van de Veldtekening cultuureducatie. 

Centrale onderzoeksvraag/vragen

  • Kunnen cultureel-erfgoedorganisaties zich herkennen in de resultaten van de publicatie Cultuureducatie in de vrije tijd: een tweede veldtekening (HIVA, Departement CJM)? Hoe kunnen we deze resultaten verder kwalitatief duiden en wat zijn de uitdagingen hierin? 
  • Hoe vullen cultureel-erfgoedorganisaties de formele educatiewerking in? 

Belangrijkste bevindingen

Ter verdieping van de Veldtekening cultuureducatie: 

  • Het begrip ‘erfgoededucatie’ wordt in theorie en in praktijk niet eenduidig ingevuld. De noodzaak om ‘educatie’ nauwer te omschrijven als die activiteiten die onder de verantwoordelijkheid vallen van de medewerker educatie of publiekswerking of waar hij/zij/x aan bijdraagt, dringt zich op. 
  • De educatieve werking heeft vaak te maken met (te) beperkte tijd en middelen. Daarom wordt deze vaak projectmatig ingevuld. Prioriteiten die van buitenaf worden gesteld zijn handig wanneer er keuzes in de werking moeten gemaakt worden, denk aan bijvoorbeeld de nadruk die FARO in '21/'22 legt op ‘onderwijs’. 
  • Wit- en experimenteerruimte is nodig om een vernieuwende educatieve werking te kunnen ontwikkelen. Ook rond de opkomst van meer digitaal. 
  • In de doelen die worden geformuleerd binnen de educatieve werking gaat men verder dan cognitieve doelen en een historisch perspectief. Men kijkt naar vaardigheden en attitudes, naar begrippen als ‘burgerschap’. 
  • Het bereiken van bepaalde doelgroepen blijft een drempel, terwijl ook veel organisaties kiezen voor een aanpak naar het brede publiek. Samenwerking is essentieel in het bereiken van doelgroepen. 
  • Via samenwerkingen kan er beroep gedaan worden op expertise waarover erfgoedorganisaties zelf niet altijd beschikken, van het bereiken van doelgroepen over digitale activiteiten tot didactische aspecten. Deze samenwerkingen zijn ook meestal op projectmatige basis. De uitdaging hierin is deze kennis te verduurzamen in de eigen organisatie. 

Invulling formele educatieve werking:

  • Cultureel-erfgoedorganisaties zetten het secundair onderwijs en bso- en tso-richtingen meer op hun radar. Al blijft een inhaalbeweging nodig, ook bij het kleuteronderwijs. 
  • Het bereiken van onderwijs en leerkrachten is niet steeds voor de hand liggend. Fysieke nabijheid van scholen en persoonlijke contacten zijn essentieel. Ook het kunnen aansluiten bij onderwijsdoelen en eindtermen is een meerwaarde. 
  • De erfgoedlocatie als leeromgeving kan zeker nog een stimulans gebruiken en biedt heel wat kansen. Dit geldt ook voor het inzetten op immaterieel erfgoed, op een participatieve manier. 

Waarom is dit onderzoek relevant voor uw erfgoedorganisatie?

Dit verslag van gesprekken met 24 publiekswerkers uit cultureel-erfgoedorganisaties biedt heel wat inspiratie over hoe een educatieve werking aan te pakken. Van heel concrete tips om scholen te bereiken, tot uitgebreide pakketten die werden ontwikkeld voor het brede publiek en leerlingen. 

Daarnaast kunt u aan de hand van het verslag uw eigen werking benchmarken. Hoe wordt de educatieve werking aangepakt in andere organisaties in de cultureel erfgoedsector? Zijn we hierin zelf voorloper of kunnen we nog een inhaalbeweging inzetten? 

Het verslag kan dienen om het gesprek met uw directie, uw lokaal bestuur of andere overheden aan te gaan. 

Methode

  • Literatuurstudie
  • Kwalitatief onderzoek - focusgroepen

Doelgroep

Publieksmedewerkers cultureel-erfgoedorganisaties

Uitvoerders

Saidja Steenhuyzen & Hildegarde Van Genechten

Periode

Zomer 2021