Gezocht: dagboeken uit de negentiende eeuw

Schrijven met vulpen. Aaron Burden via Unsplash

Voor het project Pluricentriciteit in de taalgeschiedenis. Bouwstenen voor een geïntegreerde geschiedenis van het Nederlands (1550-1850), dat momenteel loopt aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB), is onderzoekster Iris Van de Voorde nog op zoek naar 19e-eeuwse ‘egodocumenten’. Dit zijn persoonlijke documenten, zoals dagboeken, die niet geschreven werden met het doel om later door een groot publiek gelezen te worden. Naast dagboeken zijn ook reisverslagen, losse aantekeningen, notitieboekjes en ooggetuigenverslagen (soms: kronieken) voorbeelden van dit genre. Brieven kunnen ook egodocumenten zijn, maar maken geen deel uit van het specifieke corpus. 

Historische sociolinguïstiek

Het onderzoek situeert zich binnen de historische sociolinguïstiek. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van het Nederlands in het verleden kijken we niet enkel naar traditionele bronnen zoals romans, maar ook naar minder formele bronnen. In tegenstelling tot romans, werden dagboeken ook geschreven door ‘gewone’ mannen en vrouwen. Op die manier komen verschillende stemmen in het onderzoek aan bod. Bovendien krijgen we via egodocumenten een indicatie van hoe het Nederlands in het verleden moet hebben geklonken, omdat het taalgebruik redelijk dicht aanleunt bij de alledaagse spreektaal. Een andere doelstelling van de historische sociolinguïstiek is om zo dicht mogelijk bij de bron te blijven. De voorkeur gaat dan ook uit naar handschriften. 

Help mee!

Binnen het project is er nog nood aan 19e-eeuwse egodocumenten uit de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. Indien u zelf dergelijke documenten in uw bezit heeft of op een andere manier kan helpen bij de zoektocht, kan u een e-mail sturen naar iris.van.de.voorde@vub.be

Foto: Aaron Burden via Unsplash
Tekst: Iris Van de Voorde

Annemie Vanthienen