K-peil

Het K-peil wordt in de Vlaamse energieprestatie- en binnenklimaatnorm (EPB) gebruikt om de globale isolatiegraad van een gebouw aan te geven. Het K-peil wordt berekend voor de volledige gebouwschil aan de hand van de isolatiescores of U-waarden van de aparte constructieonderdelen (buitenmuren, vensters, buitenschrijnwerk, vloeren, dak, enz.). Hoe lager het K-peil, hoe minder warmte er via de gebouwschil ontsnapt en dus hoe beter een gebouw is geïsoleerd. Ook de compactheid en de afmetingen van het gebouw spelen een rol. Een gebouw dat goed geïsoleerd is, maar een groot contactoppervlak heeft, kan meer warmte verliezen dan een minder goed geïsoleerd gebouw dat heel compact werd gebouwd. Hoe compacter, hoe kleiner de K-waarde. In Vlaanderen wordt het K-peil van een gebouw samen met het E-peil berekend. Het K-peil is een van de factoren die het E-peil bepaalt. Voor bouwvergunningen die worden aangevraagd na 1 januari 2012 is de maximale K-waarde K40.

Iridisatie (= irisatie) 

Een natuurkundig verschijnsel waarbij een meerlagig voorwerp aan het oppervlak verschillende kleuren vertoont. Dit is een gevolg van breking en interferrentie van lichtstralen en enkel waarneembaar onder een bepaalde hoek.

IPM (Integrated Pest Management)

Het geheel aan maatregelen die genomen worden om insecten en schimmels uit de erfgoedcollectie te weren of te bestrijden. De nadruk ligt op preventie en in geval van bestrijding krijgt een ecologisch verantwoorde aanpak de voorkeur. Het concept ontstond in de landbouw.

Intern depot

Een depot dat in het gebouwencomplex gelegen is waar de publieksruimte van de beherende instelling of vereniging zich in bevindt. Kortom in hetzelfde gebouw als deze van de tentoonstellings-, consultatie- of leeszaal.

Inkt- en pigmentvraat

Schade aan (archief)documenten door ijzergallusinkt. Deze inkt bestaat uit een vermenging van galluszuren met ijzersulfaat of kopersulfaat met meestal arabische gom als bindmiddel. Vanaf de 12de eeuw gaat de ijzergallusinkt de onschadelijke roetinkt verdringen. Inktvraat tast niet enkel het blad zelf aan maar ook de aanliggende bladeren. Zonder beschermende maatregelen kan inktvraat zich doorheen een bundel papier vreten. Andere factoren zoals lignine in het papier, licht, RV, temperatuur ed. versterken het schadebeeld.

Inert

Chemisch stabiel gedurende lange tijd. Reageert niet of nauwelijks met andere stoffen en geeft geen schadelijke gassen of dampen af als gevolg van veroudering.

Grondlaag

Laag die men ter voorbereiding aanbrengt op een paneel, doek of wand. Op deze laag wordt dan verder geschilderd. Bedoeling is de hechting tussen de ondergrond en de volgende lagen te optimaliseren.

Hygroscopisch

Vocht aantrekkend. De cellenstructuur van een hygroscopisch materiaal zoals hout of textiel neemt vocht op in een vochtige omgeving en geeft dit weer af in een droge omgeving. Veel organische materialen zijn hygroscopisch.

Gripzak(je)

Hersluitbare plastic zak met een druksluiting.

Gesloten depot

Klassiek model. In de regel is het depot, omwille van veiligheid en andere redenen, niet toegankelijk voor publiek. Zelfs niet voor elk (personeels)lid van de organisatie. Wel worden op vraag rondleidingen gegeven en kan het erfgoed doorgaans worden geraadpleegd in een aparte ruimte.