Wat zijn de basisprincipes van het auteursrecht?

Schrijven met vulpen. Foto: Aaron Burden via Unsplash

Wanneer is het auteursrecht van toepassing?

Een concrete vorm

Het auteursrecht beschermt geen ideeën, hoe geniaal of origineel die ideeën ook mogen zijn (Cass. 19 maart 1998). Enkel de concrete vorm (een werk) waarin een idee wordt uitgedrukt, zal van bescherming kunnen genieten. Ideeën mogen dus overgenomen worden; iedereen mag zich laten inspireren door het werk van een ander, zolang maar een andere uitdrukkingsvorm gekozen wordt. In dezelfde zin wordt evenmin bescherming toegekend aan een stijl, een techniek, een genre, enz. De scheidingslijn tussen de (beschermde) vorm en de (niet-beschermde) idee is soms moeilijk te trekken.

Originaliteitsvereiste

Enkel creaties die in een originele vorm zijn uitgedrukt worden door het auteursrecht beschermd. Een werk (of een gedeelte van een werk) wordt beschermd als het "bestanddelen bevat die de uitdrukking vormen van de eigen intellectuele schepping van de auteur". De auteur moet kunnen "uitdrukking geven aan zijn creatieve geest", zodat het werk "de uitdrukking vormt van diens persoonlijkheid". Dit is het geval wanneer de auteur bij het maken van zijn werk "zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzes". Door het maken van deze keuzes kan een auteur aan zijn werk "een persoonlijke noot" geven, die "de persoonlijkheid van de auteur weerspiegelt" (HvJ 1 december 2011 - Painer/Standard - C-145/10; HvJ 1 maart 2012 - Football Dataco - C-604/10). De artistieke waarde van een werk is geen criterium om auteursrechtelijke bescherming te kunnen genieten.

Het is belangrijk om erop te wijzen dat ook foto's beschermd worden door het auteursrecht indien deze origineel zijn dankzij originele keuzes over perspectief, lichtinval, afstand, scherpte achtergrond, compositie, schaduwspel, kleuren enzovoort.

Officiële akten van de overheid, zijnde wetgeving en rechtspraak, zijn uitgesloten van auteursrechtelijke bescherming.

Geen formaliteit

Er moet geen enkele formaliteit worden vervuld om van auteursrechtelijke bescherming te kunnen genieten. Het auteursrecht ontstaat dus automatisch vanaf de creatie. De vermelding van het ©-teken is dus geen vereiste om de bescherming van het auteursrecht te kunnen inroepen. Het gebruik ervan kan wel nuttig zijn omdat dit het wettelijk vermoeden creëert dat diegene die op het werk wordt vermeld, de auteursrechthebbende is.

Wie heeft het auteursrecht?

De maker van het werk

De fysieke persoon die het werk heeft gemaakt en na diens overlijden de erfgenamen. Bij samenwerking tussen verschillende auteurs geldt de gezamenlijke uitoefening van het auteursrecht door de coauteurs.

Werken gemaakt ter uitvoering van een bestelling

De opdrachtgever, indien de auteur schriftelijk zijn auteursrechten aan de opdrachtgever overdraagt. Download modelcontracten voor de overdracht van rechten.

Werken gemaakt in het kader van een dienstbetrekking

  • De werkgever, indien de overdracht uitdrukkelijk werd bedongen in de arbeidsovereenkomst of in een statuut  (download een modelclausule op modelcontracten);
  • Voor ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap wordt de overdracht geregeld in het statuut van 13.01.2006.
  • Voor personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en het gemeenschapsonderwijs wordt de overdracht geregeld in het decreet van 2013 betreffende het onderwijs (niet van toepassing op hoger onderwijs en universiteiten).

De eigenaar van een werk

Het aankopen van een werk staat niet gelijk met het verwerven van de auteursrechten. De eigenaar beschikt bijvoorbeeld enkel over het recht om een werk van beeldende kunst tentoon te stellen.

Welke rechten heeft de auteur?

Morele rechten

Beschermen de intieme band tussen auteur en werk. Deze rechten zijn onvervreemdbaar en kunnen niet overgedragen worden aan derden; de auteur kan wel zelf aan deze rechten verzaken (d.w.z. ze niet toepassen) als hij dat wenst.

  • Het openbaarmakingsrecht: de auteur beslist wanneer het werk klaar is om bekend gemaakt te worden.
  • Het vaderschapsrecht: de auteur heeft recht op naamsvermelding (of dit te weigeren).
  • Het recht op eerbied: de auteur kan zich verzetten tegen elke wijziging van het werk, in het bijzonder tegen elke vervorming, verminking of aantasting.

Vermogensrechten

Laten de auteur toe zijn werk te exploiteren. Deze rechten kunnen overgedragen worden aan derden:

  • Het reproductierecht: het recht tot het maken van verveelvoudigingen (kopieën) van een werk; hieronder valt ook het recht om het werk te bewerken of te vertalen.
  • Het verhuur- en uitleenrecht: het recht om het werk te verhuren en uit te lenen.
  • Het distributierecht: het recht om exemplaren van het werk te verkopen.
  • Het recht tot mededeling aan het publiek: het recht om aan het publiek toegang te verschaffen tot een werk via live uitvoeringen/opvoeringen, kabel- en satelliettransmissies en transmissies via elektronische netwerken/internet.

Voor de uitoefening van deze rechten is de toestemming van de auteursrechthebbende vereist, wat vaak tegen betaling van een vergoeding zal gegeven worden (via een licentie), tenzij een uitzondering van toepassing is: zie lager.

Naburige rechten

Deze rechten beschermen de prestaties van:

  • Uitvoerende kunstenaars. Zangers, musici, dansers, acteurs enz., die een auteursrechtelijk werk uitvoeren, hebben een eigen specifiek recht op hun prestaties.
  • Muziek- en filmproducenten hebben een eigen recht op de eerste vastlegging van een muziek- of filmopname op een drager.
  • Omroeporganisaties hebben een eigen recht op hun omroepsignaal.
  • Persuitgevers hebben een eigen recht op hun perspublicaties.
  • Databankproducenten hebben een eigen recht op de door hen vervaardigde databanken.

Voor het publieke gebruik van het repertoire van de uitvoerende artiesten en producenten is geen voorafgaande toestemming vereist, doch dient wel een billijke vergoeding te worden betaald (aan Playright en Simmim). Meer info vindt u hier.

Hoe lang gelden de beschermingstermijnen?

  • Auteursrecht: het ganse leven van de auteur, tot 70 jaar na diens overlijden.
  • Auteursrecht in geval van verschillende auteurs: de 70-jarige periode verstrijkt pas na het overlijden van de langstlevende auteur.
  • Audiovisuele werken: de 70-jarige periode verstrijkt pas na het overlijden van de volgende personen: de hoofdregisseur, de scenarioschrijver, de tekstschrijver en de auteur van muziekwerken die speciaal voor het werk zijn gemaakt.
  • Naburige rechten:
    • Uitvoerende kunstenaars: 50 jaar vanaf de prestatie (70 jaar als het om een muziekopname gaat).
    • Muziekproducenten: 70 jaar.
    • Filmproducenten: 50 jaar na de eerste vastlegging van de film.
    • Omroeporganisaties: 50 jaar vanaf de eerste uitzending.
    • Persuitgevers: 2 jaar vanaf het verschijnen van de perspublicatie.
    • Databankproducenten: 15 jaar vanaf de voltooiing van de fabricage van de databank.
  • Recht op afbeelding/portretrecht: het ganse leven van de geportretteerde, tot 20 jaar na zijn overlijden. (Het portretrecht of recht op afbeelding stelt dat een portret niet mag worden gebruikt zonder de toestemming van de geportretteerde, met die uitzondering dat een persoon zich op basis van het portretrecht niet kan verzetten tegen het maken van diens afbeelding op een publieke plaats. Ook voor afbeeldingen van een menigte is de toestemming van elke persoon van de groep niet vereist.)

Na afloop van deze termijnen valt het werk of de prestatie in het ‘publiek domein’, d.w.z. dat ze vrij en zonder toestemming of vergoeding door iedereen gebruikt mogen worden.