Heerlijk heldere teksten schrijven? Fluitje van een cent!

Fluitje in de vorm van een zeemonster, anoniem, ca. 1780-ca. 1800. Publiek domein via Rijksstudio

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Toch? Maar van zodra we de pen ter hand nemen om u of een andere persoon te berichten over deze of gene gebeurtenis, dan gebeurt er – zeer ongemerkt en als vanzelf, als in: ‘automatisch’ – iets merkwaardigs, dat zich inkantelt in de schrijfattitude van de auteur van de pennenvrucht waarover sprake in het begin van deze zin – als u zich dat nog voor de geest kunt halen, in deze meanderende stroom van zichzelf uitkristalliserende ingekleurde taalkundige constructies-met-handvatten-en-weerhaken, die zich met een judogreep in uw efemere geest nestelen. 

"Pardon?"

Uiteraard was de vorige zin een voorbeeld van hoe het vooral niet moet. Veel mensen verstarren als ze iets moeten schrijven. Ze vertonen uitstelgedrag of drukken zich plotseling wollig uit, gebruiken veel en moeilijke woorden en rijgen de ene bijzin na de andere aan elkaar. Het resultaat is een woorden- en zinnenbrij die zelfs de meest volhardende lezer afschrikt.

Schrijver en een uitgever bespreken vertaling, F. Sansom, naar George Moutard Woodward, 1800. Publiek domein via Rijksstudio

Maar: het goede nieuws is dat u helder schrijven echt kunt leren. Want schrijven is ook (en vooral) een kwestie van techniek. We hebben het dan niet over grammaticaal correcte constructies, maar over vlot leesbare, heerlijk heldere zinnen die samen een tekst vormen en uw lezer aansporen om iets te doen. Antwoorden op een vraag, of om naar een tentoonstelling of lezing te komen bijvoorbeeld. Of meer informatie opvragen. Hij of zij voelt zich aangesproken, en wil meer te weten komen over uw project of plannen. Dat wil u toch ook?

In wat volgt geven we u dertien vuistregels die u voortaan bij het schrijven van élke tekst kunt toepassen.

1. Begin bij het begin

Namelijk: de structuur. Maar voor u aan die structuur begint, heeft u natuurlijk het werk gedaan dat daaraan vooraf moet gaan. Dat wil zeggen:

  • dat u uw onderwerp uitgebreid heeft bestudeerd;
  • het van binnen en van buiten kent;
  • weet wat de context is;
  • de plussen, de minnen;
  • de historiek;
  • enzovoort.

Zonder structuur schrijven kan natuurlijk, maar dan loopt u het risico af te drijven. Dat is als een aannemer die zonder plan begint te bouwen, of een kok die eerst niet in de koelkast nagaat welke ingrediënten er zijn. Hoe dan ook: efficiënt werken is anders. Eens u een goede structuur heeft die gestoeld is op de hoofdzaken en vervolgens verrijkt met een flinke snuif details, kunt u nadenken over het vervolg. Daarover zo meteen meer.

U kunt ook alle ‘journalistieke vragen’ (wie, wat, wanneer, waarom en hoe?) met betrekking tot het onderwerp waarover u gaat schrijven beantwoorden. Als u dat vreselijk in de oren klinkt, denk dan aan het bekende citaat van Abraham Lincoln, de zestiende president van de Verenigde Staten: “Geef me zes uur om een boom om te hakken en ik zal de eerste vier gebruiken om de bijl te slijpen.” Voorbereiding, beste lezer, is alles.

Pas na de structuur bepaalt u uw invalshoek. Of, met andere woorden: hoe u het onderwerp gaat aansnijden.

2. Vertel uw verhaal eerst aan iemand

Zoals net gezegd is de structuur erg belangrijk. Eerst de hoofd- van de bijzaken scheiden, zeg maar. Het kan nuttig zijn om die oefening te maken door hetgeen u wil overbrengen, eerst aan iemand te vertellen.

Opmerkelijk genoeg kunnen de meeste mensen wel helder een relaas brengen, maar van zodra er iets moet worden neergeschreven, daalt er een loden gewicht neer. Spreken daarentegen vraagt nauwelijks moeite: we doen het voortdurend, schijnbaar zonder erbij na te denken. Probeert u het eens. U zal merken dat u als vanzelf nadenkt over de meest belangrijke elementen, over hoe u het verhaal begint, welke zaken u vertelt en welke niet. Als u iets vertelt bent u (bijna) vanzelf bezig met de zaak te structureren.

3. Vraag u af: wat is het doel van uw tekst?

De hamvraag: wat is het gewenste effect bij degene die uw tekst leest? Vraag u dan af wat de lezer moet weten, en op welke punten hij kan afhaken. Ook de toon van uw tekst wordt grotendeels hierdoor bepaald; als u een Wikipedia-artikel over uw museum schrijft, zal die objectief (of feitelijk / zakelijk) moeten zijn. Dat ligt anders met een tekst voor een folder, die wervend moet zijn, en dus de troeven van uw instelling, expo of initiatief uitspeelt. Van dat gekozen doel hangt dus ook af welke informatie u opneemt.  

Controleer ook of er in uw tekst zaken opduiken die voor een buitenstaander – iemand die per definitie weinig of niets van het onderwerp afweet – onbegrijpelijk zijn. Een (onbekende) afkorting of begrip kunnen het doel versluieren, of erger, doen verdwijnen. En, belangrijk: probeer ook na te gaan of u met uw tekst daadwerkelijk uw vooropgesteld doel bereikt. Hoe? Zie tip 6. Maar ga zelf na of de puzzel (met argumenten, feiten enz.) klopt. Ten slotte: stop de dwang om volledig te zijn in de diepste kerker van uw gedachten. Niets zo vervelend als een eindeloze stroom informatie. Geeuw.

4. Schrijf zoals u spreekt

Een goeie vraag bij elke zin die u neerschrijft is: ‘Zou ik dat zo ook zeggen tegen mijn … (vul zelf aan: huisgenoot, partner, kinderen, vrienden, collega’s, grootouders …)?’  Als het antwoord ‘nee’ is, of als u twijfelt: vervangen maar. Dure, ingewikkelde woorden (waarvan u meent dat ze uw tekst gewicht geven)? Vervangen maar. Bedenk een alternatief dat u gewoon zou uitspreken. Archaïsche taal zult gij te allen tijde vermijden, opdat de lezer zijn volharding – als hij die al heeft! – niet verliest.

Kan u ook zo genieten van een goed gesprek? Waarbij u echt gehoord wordt, uw gesprekspartner uw mening prijs stelt? Stel u de volgende scène even voor: u hebt afgesproken met een oude bekende die u al lange tijd niet meer gezien heeft. U had lang uitgekeken naar dat weerzien, maar valt dat even tegen! Omdat uw gesprekspartner onafgebroken de hele tijd aan het woord is, en maar blijft drammen. U krijgt er geen speld tussen – frustrerend! Zo is het (vaak) ook met teksten: stel de lezer af en toe eens een vraag, en betrek hem in uw monologue intérieure. Of hoe ziet u dat? (Ziedaar, een voorbeeld. Voor een ander voorbeeld, zie de eerste zin van deze paragraaf. Had u dat opgemerkt?). 

5. Lees uw tekst hardop

Als u deze tip in de praktijk brengt, merkt u meteen hoe doelmatig tip nummer 4 is. Moet u naar adem happen? Tja, dan is uw zin te lang. Valt u zelf in slaap van uw eigen monotonie? Dan is de kans groot dat u best even de mixer hanteert en de structuur van uw zinnen wat meer variatie gunt. Durf eens een vraag in uw tekst te sluizen. Of, waarom niet, een zin die niet helemaal af is: moet kunnen!

Schrijven is in zekere zin muziek maken: we houden van afwisseling en ritme. Combineer dus lange met kortere zinnen, maar blijf weg van krampachtige dwang. Stijlfiguren zijn op hun best als ze niet opvallen. Tenzij dat natuurlijk de bedoeling is.

6. Laat uw tekst even rusten

Bent u klaar met schrijven? Mooi zo: tijd om even iets anders te gaan doen en uw zinnen te verzetten. Herlees uw tekst daarna met een fris hoofd. Mogelijks filtert u dan de kromme zinnen eruit, of merkt u bepaalde zaken op waar u overheen had gelezen. 

7. Laat uw tekst door iemand anders (die niets van het onderwerp kent) nalezen

Een test dus. Laat uw werk bij voorkeur nalezen door iemand met taalgevoel (en idealiter geen of zo weinig mogelijk kennis over het onderwerp). Die persoon is liefst ook open en kritisch. Herinner u dat u zoveel mogelijk impact wil bereiken met uw schrijfinspanningen (zie het begin van dit artikel). Een tweede of een derde lezer kunnen natuurlijk ook. Luister aandachtig naar de commentaar en vraag u of het terecht is en of deze de tekst daadwerkelijk verbetert.

8. Let op de spelling

Wat gebeurt er als u een spellingsfout opmerkt in een tekst (van iemand anders)? Wel? De kans is groot dat u iets  denkt als: “He, wat een dwaze fout. Heeft de schrijver die nu echt laten staan? Tsss.” Of, erger: “Wat een slordige tekst. Ik hoop dat die slordigheid zich niet manifesteert op andere terreinen.” Want een tekst roept onherroepelijk een beeld op van de auteur. Die kan bijvoorbeeld 'met kennis van zaken' schrijven, 'meeslepend vertellen' of 'kurkdroog' zijn. Wanneer er fouten blijven staan kan de associatieketting zijn: slordig – nonchalant – niet competent – ongeschikt voor de job – onbetrouwbaar.

Besteed dus aandacht aan de spelling. Gebruik de spellingschecker van uw tekstverwerker en maak gebruik van de Schrijfassistent Nederlands; een gratis en uiterst praktisch en betrouwbaar instrument dat door de KU Leuven, VRT en De Standaard is gemaakt.

Als u nood heeft aan een grondige opfrissing van de spellingsregels raden we de gratis online brochure Spelling: de regels op een rij aan. Dat “biedt u een systematisch overzicht van de regels van de Nederlandse spelling. U kunt het overzicht als naslagwerk en als leermiddel gebruiken. De brochure is zo opgesteld dat u de opeenvolgende regels gemakkelijk kunt onthouden en de interne samenhang van de Nederlandse spelling vlot kunt herkennen.”

Op de website spelling.nl vindt u veel informatie over spelling. Vrijwel ieder aspect wordt behandeld. Daarnaast zijn er gratis spelletjes, zoals een dictee, Flappybird en Spiders. We zouden bijna denken: spelling is fun!

9. Let ook op de vorm

Tip van de dag: neem een recente krant en bestudeer die even. Wat valt er op? De bladspiegel is zodanig ontworpen om lezers in de artikels te ‘trekken’: er zijn streamers, titels, boven- of ondertitels, foto’s met bijschriften, verschillende lettertypes en noem maar op.

  • Probeer volgende keer als u een kranten- of tijdschriftartikel leest eens na te gaan hoe u leest. Wedden dat u de zaak eerst even scant, en al dan niet bewust nagaat of het stuk voor u relevant is? Hoe meer elementen die u bevestiging geven van de boodschap: ‘Dit is interessant! Lees mij’, hoe meer u geneigd zal zijn om van scanner over te gaan naar lezer.
  • Concreet, voor uw teksten: zorg voor reliëf, met een titel in een groter lettertype, een introductie in nog een andere typo (eventueel), tussenkopjes (de ‘stapstenen’ van uw tekst, zeg maar de grote onderdelen van uw structuur – zie punt 1) en, als het kan, beeldmateriaal. Als u opsommingen heeft: gebruik bullets (u schrijft toch ook niet in volzinnen welke boodschappen u gaat kopen?).

Nog een laatste vormelijkheid: sommige mensen zijn van oordeel dat een volledig uitgelijnde tekst netter is. Zeker, deze optie oogt beslist strakker. Maar als lezer krijgt u een ‘vollere’ indruk, en dus dat er meer te lezen valt. Misschien toch maar even uitproberen om de tekst eens links uit te lijnen. Of varieer – precies zoals in de krant, ga maar na.

Een schrijver ontvangt inspiratie van Amor en een muze, Bernard Picart, 1728. Publiek domein via Rijksstudio

10. Schrijf actieve zinnen, in de tegenwoordige tijd – vermijd worden, zullen, kunnen

  • De tentoongestelde werken werden opgehangen.
  • Zal de pandemie ooit ten einde komen?
  • Het is best mogelijk dat deze zin een stuk korter kan geformuleerd worden.
  • Zullen we elkaar ooit terugzien?

Zinsconstructies met ‘worden’, ‘zullen’ en ‘kunnen’ lezen stroever en zijn dus te mijden. Passieve vormen en hulpwerkwoorden halen de vaart uit het lezen en geven ook een zeker onaangenaam gewicht aan de tekst. Bovendien legt de passieve vorm de klemtoon op wat er gebeurt, en niet op wie het doet. En wat met het gebruik van de onvoltooid tegenwoordige tijd? Lees de krant maar; ook al gaat de berichtgeving over feiten die (recent) gebeurd zijn, toch staan de koppen en de broodtekst in de tegenwoordige tijd. Waarom? Omdat dat veel actiever is; het (be)trekt de lezer in de actie, alsof hij op de eerste rij staat.

Dat wordt ook duidelijk als u de voorbeelden vergelijkt:

  • De scenograaf hangt de werken op.
  • Komt er ooit een einde aan de pandemie?
  • Deze zin kan best een stuk korter.
  • Zien we elkaar ooit terug?

(Schrijven kan ook een spel zijn, en – godbetert – plezierig! Lees bijvoorbeeld het geweldige Stijloefeningen van de al even geweldige Raymond Queneau, die hetzelfde verhaaltje op 99 verschillende manieren schrijft. Of ’t Manco van die andere talige speelvogel en landgenoot van Queneau, Georges Perec. (Wie Nederlandstalige equivalenten kent mag zich melden.)

11. Wees niet te snel tevreden (en wees tevreden wanneer het goed is)

Ja, toch een beetje psychologie. Vraag u af wat andere mensen van uw tekst zullen vinden. Als u tip 7 hebt toegepast, weet u dat al, normaalgesproken; toch van één of twee lezers. Alleszins: als u alle andere tips in dit lijstje ook volgt, bent u op de goede weg.

Het is tijd om het beroemde (en oh zo toepasselijke) citaat van de Franse wis- en natuurkundige en filosoof Blaise Pascal nog eens op te halen: “Je vous écris une longue lettre parce que je n'ai pas le temps d'en écrire une courte." Want inderdaad, een verzorgde tekst afleveren kost tijd. Veel tijd. Snel-snel een tekst schrijven is bijgevolg quasi onmogelijk, tenzij u met een buitengewoon schrijftalent bent behept. En dan nog.

En ja, gun uzelf een beloning als uw tekst goed is: dat hebt u dubbel en dik verdiend! (Ook al als u tot hier bent geraakt, met deze sliert aanbevelingen.)

12. Laat Willem Elsschot u helpen

De Canadees-Amerikaanse taalkundige, psycholoog en auteur Steven Pinker leverde in 2014 met The Sense of Style een intrigerend werkstuk af. Het boekje, met de pompeuze ondertitel The Thinking Person's Guide to Writing in the 21st Century, presenteert een aantal beroemde literaire fragmenten die hij helemaal analyseert: de invalshoek, de woordkeuze, de kleuren, het ritme, de toon … Pinkers standpunt is dat je, om een goede schrijver te zijn (of te worden), je vooreerst een goede lezer moet zijn. Met andere woorden: als u voortaan teksten leest, let extra op, en probeer na te gaan wat de tekst goed leesbaar maakt.

Willem Elsschot is een auteur die we u uiteraard warm aanbevelen, en niet alleen omdat zijn laatste werk, Het Dwaallicht is opgenomen in de Literaire canon. Elsschot is een auteur die uiterst spaarzaam omspringt met woorden: zijn taal is kristalhelder, ook decennia nadat zijn laatste werk (uit 1946) is verschenen.

In dit verband nodigen we u uit om zoveel mogelijk woorden te schrappen, zonder dat er inhoud verloren gaat. Kort en krachtig is de boodschap: kunt u iets compacter zeggen? Doe het dan. Deze ‘Elsschot’-test is nooit verloren moeite. 

13. Gewoon doen!

Schrijven is zoals sporten: hoe meer u het doet, hoe makkelijker u het zal afgaan. En voor u het weet schudt u de ene na de andere tekst uit uw mouw. Wedden?

Coda: “Goede wijn behoeft geen krans”

Tot slot nog dit. Een klassieke denkfout – als u het zo zou willen noemen – bij de redactie van een tekst is dat de auteur ervan uitgaat dat de inhoud voor zich spreekt. Elke goede wijn behoeft een minstens even goede krans. Of, als we dit spreekwoord achterwege laten: doe uw best om alles zo helder mogelijk te om- of beschrijven. Heeft u een geweldige tentoonstelling, publicatie of dito project? Laat de weerklank en het bereik dan (nog) groter worden door minstens evenveel aandacht en tijd te stoppen in hoe u de inhoud verwoordt. Die inhoud verdient het!

(En mocht u nog twijfelen over wat dat spreekwoord betekent: “Goede wijn behoeft geen krans”? Dat betekent dat iets goed zichzelf verkoopt. En er dus geen moeite meer in gestopt moet worden. Niet dus.)

Maar waarom zou u zich uitsloven om helder te communiceren?

Zoals gezegd: omdat u uw bereik en de impact ervan wil verhogen. Niemand leest graag ingewikkelde zinnen en teksten, op de zeldzame uitzondering na dan. Rare vogels bestaan. Elke dag krijgt ieder van ons immers zoveel informatie voorgeschoteld, dat de informatie die we voorstellen / presenteren liefst zo laagdrempelig, toegankelijk en helder mogelijk is.

De Vlaamse en Nederlandse overheden hebben op dat vlak overigens ook het licht gezien. Om in eigen land te beginnen: in 2015 startte het Radio 1-programma Hautekiet met de Heerlijk Helder-campagne. Het doel was toen even ambitieus als urgent: “Recht maken wat krom is, namelijk de vaak nodeloos onbegrijpelijke communicatie van politici, juristen, overheidsdiensten, banken, dokters en musea.”  #HeerlijkHelder werd een begrip. De Vlaamse overheid engageerde zich om voortaan alles in het werk te stellen om, welja, helder te communiceren. De website Heerlijk Helder van de Vlaamse overheid “… wil je helpen om je taal heerlijk helder te houden”. Nederland volgde in 2018, met Direct Duidelijk: “De overheid moet duidelijk communiceren. Dat betekent: rekening houden met je lezer, een persoonlijke benadering kiezen en ervoor zorgen dat de taal begrijpelijk is. Direct Duidelijk helpt overheidsorganisaties hierbij op weg met hulpmiddelen, advies en workshops.” Op beide websites vindt u beknopte schrijfwijzers, handleidingen en andere gebruiksvriendelijke tips. Oh ja, ook in AustraliëOostenrijkhet Verenigd Koninkrijk en Zweden zijn er vergelijkbare initiatieven.

Niet toevallig besteden overheden hier de voorbije tijd zoveel aandacht aan. De overheid heeft de reputatie – toch zeker in het verleden – zwaarwichtig te communiceren. De burger diende geïnformeerd te worden over allerhande beslissingen die hem aanbelangden, nietwaar? Die communicatie moest per definitie streng en formeel zijn, conform de status van de overheid. Daarin is nu verandering gekomen. En gelukkig maar.

Ziezo: nu weet u waar u aan toe bent. Veel succes!

Bronnen en literatuur

  • Heerlijk Helder. Weg met krommunicatie! Een korte recensie over dit boekje vindt u hier.
  • Lydia David, Het gaat om het verhaal. Over schrijven, lezen en kijken. Atlas.
  • Liesbeth Koenen, Wat je zegt, gaat vanzelf. 67 opgewekte taalverhalen, Uitgeverij De Kring
  • Steven Pinker, The Sense of Style. The Thinking Person's Guide to Writing in the 21st Century. Penguin.
  • Mark Van Bogaert, Scanbaar schrijven. Aandacht vangen van lezers met weinig tijd. Lannoo Campus.
  • Mark Van Bogaert, Met woorden verleiden. Schrijftips voor uw presentaties, mailings & andere wervende teksten. Lannoo Campus.
  • Marleen van Soest, Annemarie Vels Heijn, Kort en krachtig. 50 tips voor goede museumteksten. Waanders.