Aan de slag met anderstaligen

Diversiteit is meer dan etnisch-culturele diversiteit. Het omvat ook heel veel andere aspecten die deel uitmaken van iemands identiteit. Al deze aspecten samen maken dat iemand soms moeilijker toegang heeft tot bepaalde maatschappelijke domeinen.

Wanneer u werkt rond diversiteit, kunt u onder meer de focus leggen op anderstaligen. Dat kan een interessante piste zijn, omdat anderstalige nieuwkomers terechtkomen in structuren waarmee het soms fijn samenwerken is: de opleidingen Nederlands Tweede Taal, Maatschappelijke Oriëntatie, Onthaalonderwijs voor Anderstalige Nieuwkomers, enz.

Wie zijn anderstaligen?

Foto: Clker via Pixabay

Volgens Van Dale is een anderstalige "iemand voor wie een taal niet zijn of haar moedertaal is".  Deze omschrijving kan dus een zeer brede categorie van mensen omvatten. Het kan gaan om inwoners van de Europese Unie die tijdelijk of vast in Vlaanderen verblijven, gedurende langere tijd of recent. Evengoed duidt het begrip 'anderstaligen' op personen afkomstig uit landen buiten de EU. 

Anderstalige nieuwkomers kunnen zowel volwassenen als kinderen zijn. Ze zijn nog onvoldoende lang in België om een van de landstalen te kennen. Voor hen is er een aangepast onthaalbeleid. Volwassenen volgen een inburgeringsprogramma met lessen Nederlands Tweede Taal en een cursus maatschappelijke oriëntatie, en worden begeleid naar werk. Jonge kinderen komen terecht in het basisonderwijs, en vanaf 12 jaar in het Onthaalonderwijs voor Anderstalige Kinderen (OKAN).

Het Agentschap Integratie en Inburgering publiceerde samen met Atlas, In-Gent en het Huis van het Nederlands Brussel de ERK-Berg. Die biedt een grafisch overzicht van de schriftelijke en mondelinge competenties, verbonden aan de diverse Nederlandse taalniveaus.

Waar vindt u anderstaligen?

Verschillende instanties richten taal- en inburgeringscursussen in: Zo zijn er de centra voor basiseducatie (CBE), de centra voor volwassenenonderwijs (CVO) en de universitaire talencentra (UTC).

Uiteraard richten deze structuren zich op de specifieke doelgroep van anderstaligen. Bent u op zoek naar instanties die zich inzetten voor andere vormen van diversiteit (zoals  personen met een migratie-achtergrond), dan moet u andere netwerken verkennen, zoals zelforganisaties, buurtcentra, jeugd- en sportverenigingen, enz. Taal is dan niet de bindende factor, wel de inclusie in de samenleving.

Via de Omgevingsanalyse lokale diversiteit van het Agentschap Integratie en Inburgering kunt u een cijferrapport maken voor uw gemeente met lokale statistieken over mensen met een buitenlandse herkomst. Daar vindt u ook methodes en vragenlijsten die ondersteuning bieden bij een beleid omtrent gelijke kansen en toegang.

14 tips voor klare taal in het museum

  • Spreek een beetje trager.
  • Articuleer heel duidelijk.
  • Begin niet luider te spreken.
  • Spreek geen dialect.
  • Gebruik geen Tarzan-taal: vervoeg uw werkwoorden, laat geen lidwoorden weg.
  • Leg nieuwe of moeilijke woorden uit.
  • Controleer of de boodschap begrepen is.
  • Verbeter op een respectvolle manier of geef feedback.
  • Geef feedback afhankelijk van het taalniveau, de scholingsgraad, het karakter. Als u dit nooit doet, bestaat het gevaar op krompraten (bv.: 'Ik komen naar werk').
  • Geef feedback op een natuurlijke manier.
  • Herhaal de correcte woord- of zinsconstructie.
  • Wijs eventueel op hardnekkige fouten.
  • Stimuleer werknemers om te spreken.
  • Oefen gesprekken op voorhand.
  • Werk met fiches met standaardformuleringen voor telefoongesprekken, gesprekken met externen, werkoverleg of vergaderingen.
  • Grijp elk moment aan om de deelnemers aan het woord te laten.
  • Organiseer taalcontact: maak gemixte ploegen, werk met een taalmeter of -peter.


Bron: Musea in dialoog en Atlas. Op de website www.diversiteitspraktijk.be verzamelde Atlas nog meer praktische tips in verband met taalstimulering en diversiteit.

Met welke methodieken kunt u aan de slag?

Musea in dialoog, een netwerk van Antwerpse musea en FARO, verzamelde de voorbije jaren allerlei nuttige tips in samenwerking met partners zoals Atlas.

Documenten