Hoe fotografeert u objecten?

Opstelling voor het fotograferen van museumstukken. Foto: © Provincie Limburg, fotograaf: Tine Hermans

Foto's voegen veel waarde toe aan een objectbeschrijving:

  • Ze maken een collectie-inventaris aantrekkelijker en toegankelijker, waardoor u bijvoorbeeld ideeën opdoet voor het vernieuwen van presentaties, zowel intern als extern (stimulans voor bruikleenverkeer).
  • Zonder foto's zal een eventuele ontsluiting van de collectie(registratie) op het internet veel minder interessant zijn. Ook voor andere publicaties en in de publiciteit komen foto's van pas.
  • Ze helpen om de toestand van het stuk op te volgen en een conditierapport te maken. Hiervoor zijn een reeks detailfoto's per object aan te raden.
  • Tot slot zijn ze van groot belang bij calamiteiten, voor de opmaak van een PV bij diefstal en vandalisme of voor een snelle identificatie bij brand of wateroverlast.

Objectfotografie: de basis

Het fotograferen van erfgoedobjecten draait om het maken van een natuurgetrouwe, leesbare weergave. U hoeft geen creatief genie te zijn of een professioneel fotograaf in te huren om goede werkfoto's te maken. Houd deze basistips goed in het achterhoofd:

  1. Fotografeer objecten voor hun registratie in een zo neutraal mogelijke omgeving. Gebruik bijvoorbeeld een neutrale achtergrond, waarbij het object voldoende contrasteert.
  2. Vermijd te veel schaduwvorming door gebruik te maken van een goede belichting vanuit minstens twee standpunten. Doe andere lichtbronnen uit, verduister ramen en zet het object niet te dicht tegen de achtergrond. Gebruik voor ingelijste of andere glanzende objecten een scherm of een fototent, om reflectie tegen te gaan.
  3. Plaats uw camera recht voor het middelpunt van het object. Bij tweedimensionale stukken trekt u de foto loodrecht op het oppervlak. Fotografeer een driedimensionaal object zo dat de foto een indruk geeft van de diepte van het object. Een kast fotografeert u niet recht, maar schuin van voren.
  4. Laat op de foto wat witruimte rondom het object, om de foto later te kunnen bijsnijden, maar zoom niet te ver uit.
  5. Zorg ervoor dat kenmerkende details en onderdelen, zoals een slot, zichtbaar zijn. Maak indien nodig meerdere foto's, fotografeer een kistje bijvoorbeeld zowel open als toe, met en zonder sleutel.
  6. Maak van bepaalde objecten, zoals penningen, een foto van de voor- én achterkant.
  7. Maak scherpe detailfoto's van inscripties en merktekens, alsook schadebeelden, met behulp van scheerlicht en een macrofilter.

Oefening baart kunst! Wilt u meer weten, bekijk dan hieronder de uitgebreide tips in de hand-out van fotograaf Charles Strijd.

Fotograferen met en/of zonder nummer?

Het is interessant om het objectnummer met het object mee te fotograferen. Daarmee kunt u een verkeerde identificatie vermijden. De foto identificeert het object en vormt een aanvulling op de inhoudelijke beschrijving ervan. Om na het fotograferen de bestandsnamen van de foto's te conformeren aan het objectnummer (bv. voor bulkimport van foto's in een collectiebeheersysteem), kan dit ook handig zijn. U kunt het nummer met whiteboard-stiften op een blokje schrijven waarover whiteboard-folie is geplakt (verkrijgbaar in hobby-/papierwinkels): dit kunt u makkelijk uitwissen en hergebruiken.

Een foto zonder nummer is interessant om virtueel te ontsluiten. Een goede herkenbaarheid van het object blijft ook dan van groot belang, evenals een back-upprocedure waardoor de opgeslagen data niet verloren gaan.

Dit filmpje vat de basics goed samen:

Enkele bijkomende tips

  • Hanteer de objecten op een veilige en doordachte manier.
  • Soms is het nodig om de stukken eerst te ontstoffen.
  • Door een meetlat of schaallat mee te fotograferen geeft de foto een goede indicatie van het formaat van het object. Hiervoor geldt net als bij het objectnummer: plaats de meetlat zo op de foto dat hij er 'afgeknipt' kan worden of neem een foto met en eentje zonder lat.
  • Door een grijs- en/of kleurkaart mee te fotograferen kunt u de kleuren van de foto achteraf zo nodig corrigeren met een beeldbewerkingsprogramma.
  • Hou rekening met eventueel auteursrecht! Sluit met een externe fotograaf een contract af waarbij hij/zij de auteursrechten aan uw instelling overdraagt. En ga goed na of u foto's van recente werken kunt publiceren of niet.
  • Fotografeer een object tegelijk met het nummeren of andere handelingen. Zo hoeft u de objecten later niet nogmaals te hanteren.

Wat heeft u daarvoor nodig?

De fotografieset in de Uitleendienst Erfgoed. Foto: Departement Cultuur, Jeugd en Media

Via de Uitleendienst Erfgoed kunt u als erfgoedorganisatie gratis een fotografieset ontlenen met digitale spiegelreflexcamera, camerastatief, flitsset, witte achtergrond, bijhorend ophangsysteem en een fototent.

De handleidingen en instructiefilmpjes vindt u hier terug, alsook verwijzingen naar andere uitleendiensten.

De reprozuil in de Uitleendienst Erfgoed. Foto: FARO

Ook een reprozuil, voor het loodrecht fotograferen van tweedimensionele stukken, kunt u gratis ontlenen bij de Uitleendienst.

Zelfgemaakte steuntjes van schuimkarton (maquettemateriaal) en schuurpapier. Foto: FARO

Voorzie daarnaast best nog een tafel, een schaar, plakband en verlengsnoeren. Steuntjes (zelf te maken) of kussentjes zijn erg handig om objecten in de juiste positie te houden en schade aan boekbanden te voorkomen. 

Als u een stapje verder wilt gaan, houd dan ook whiteboard materiaal, een schaallat en een grijs- of kleurkaart bij de hand.

Een tip: het uitleenmateriaal staat telkens voor één maand ter uwer beschikking. Probeer uw fotografietaken dus te bundelen binnen die periode. Verlenging is wel mogelijk wanneer er geen andere aanvragen zijn.

Wilt u foto-, film- of archiefmateriaal inscannen of in bulk laten digitaliseren, dan verwijzen we u voor tips graag door naar onderstaande referenties.