Aftakeling van metalen voorwerpen

Corrosievorming ter hoogte van het soldeersel. © Anne-Cathérine Olbrechts

Er zijn heel veel soorten metalen en legeringen, het ene al gevoeliger voor verval dan het andere. Hoe ontstaat verval bij metaal en hoe kunt u het voorkomen?

Fysische schade

Metalen zijn gevoelig voor krassen, barsten, scheuren, blutsen, deuken, vouwen en materiaalverlies. Uiteraard kan dergelijke schade heel veel verschillende oorzaken hebben, waaronder vandalisme. De grote boosdoener blijft echter het verkeerd hanteren, reinigen of opbergen van de voorwerpen. Vooral metalen voorwerpen met een toplaag uit een ander metaal (bv. verguld zilver) zijn gevoelig voor krassen en oppervlakteschade.

Enkele voorbeelden:

Plooi een metalen voorwerp nooit zelf terug. © Anne-Cathérine Olbrechts
  • een zilvermerk wordt onleesbaar na een grondige reiniging;
  • een metalen object loopt krassen op tijdens transport;
  • een koperen object vertoont scheuren na reiniging met een poetsmiddel met ammoniak;
  • een onderdeel wordt teruggeplooid en breekt af door metaalmoeheid.
  • een object valt en loopt een deuk op.

Chemische schade

Wat is corrosie?

Corrosie is een chemische reactie van het metaal op (verontreinigde) lucht en vochtigheid.

  • Om ertsen te verwerken tot metalen wordt energie toegevoegd in de vorm van warmte en een reducrende factor om zuurstof te onttrekken. Hierdoor ontstaat er een energieoverschot in het gewonnen metaal.
  • Het metaal zal proberen terug te keren naar zijn laagste energiestand en zal hierdoor zijn overtollige energie aan stoffen uit zijn omgeving koppelen (zuurstof, chloor, sulfiden ...). 

Edele, halfedele en onedele metalen

  • Onedele metalen zijn metalen die niet zuiver in de aarde voorkomen, maar via chemische reacties uit metaalertsen worden gehaald. Ze zijn dus gevoelig aan corrosievorming (zie hoger). Ze kunnen reageren met een of meer van volgende elementen: stikstof, waterstof, zuurstof, zwavel en chloor. Voorbeeld: koper.
  • Halfedele metalen zijn metalen die bindingen aangaan met zwavel en chloor. Voorbeeld: zilver. 
  • Edele metalen zijn metalen die weinig invloed ondervinden van de omgeving en puur in de bodem aanwezig zijn. Voorbeelden: goud en platina.
Twee anodeblokken. S.J. de Waard via Wikimedia commons, CC BY 2.5

Bij aanwezigheid van meerdere metalen zal het minst edele metaal eerst corroderen en werken als bufferend metaal. Denk bv. aan de anodeblokken bij schepen ter hoogte van de schroef. Het water werkt als elektrolyt. Zie verder: electrochemisch proces en contactcorrosie. 

Electrochemisch proces

De meeste corrosievormen zijn elektrochemisch. Hier wordt gebruikgemaakt van een elektrolyt. Dit is een vloeistof (water/vocht) die ionen bevat en hierdoor geleidend wordt. Daarom is het van uiterst belang om bij metalen de relatieve vochtigheid zo laag mogelijk te houden. Het proces kan reeds starten bij 50% RV bij metalen (absolute maximumgrens voor bewaring van metalen) en vanaf 20% RV bij archeologische metalen.

Corrosievorming gebeurt sneller in zeewater door de hogere concentratie aan natriumchloride-ionen, waardoor de oplossing (elektrolyt) beter geleidt. Roesten kan ook versneld worden door een zuur milieu.

Passieve of actieve corrosie?

Bij een passief corrosieproces vormen de corrosieproducten een coherente laag over het hele metaaloppervlak. Het is een dens, glanzend tot dof en donkerkleurige laag. Deze laag noemt men vaak een patinalaag. Indien men de laag als onesthetisch ervaart, spreekt men van aanslag.

Bij een actief corrosieproces vormen de corrosieproducten meestal een poederige en/of korstvormige laag en zijn de kleuren van de corrosieproducten meestal heviger. 

Een overzicht per metaalsoort:

Metaalsoort

Koper(legering)

Passieve corrosie

Rood, bruin, donkergroen/zwarte laag, dens en dof tot glanzend van kleur (patinalaag)

Actieve corrosie

Felgroen/blauw tot wit, poederig, soms putjes

Zilver

Aanslag in fasen

  1. Verkleuring, olie-op-water effect van gele en bruine tinten: lichte aanslag
  2. Blauwzwart, donkergrijs, glanzend zwart: aanslag, aanlopen van zilver
  3. Loslatende corrosie met verlies van zilver: felle aanslag

Goud

 

 

 


Tin

 

Lood

 

IJzer

 

Geen corrosie, enkel bij een goudlegering kan deze donkerder en dof worden
 

 

 

Dof, donkere patinalaag 

 

Dof, donkere patinalaag

 

Roodbruin, donker en dof, geen afschilfering of poeder

Er kunnen corrosieproducten ontstaan bij een goudlegering waarbij het niet-edele metaal naar het oppervlak migreert. Maar denk ook aan een beschadigde vergulding waarbij het onderliggende metaal begint te corroderen.

Witpoederig



Witpoederig



Oranje tot feloranje (in een vochtige omgeving ziet u tranen, in een droge omgeving kristallen). Aangezien ijzercorrosie met 7% uitzet in volume, zal u ook door barsten en scheuren ontdekken dat het metaal actief corrodeert.

Soorten corrosie

Aanloopcorrosie

Het zwart aanlopen van zilver. © Anne-Cathérine Olbrechts

Het gelijkmatig 'aanlopen' waarbij de aantasting op het gehele oppervlak gelijkmatig verloopt. Bv. het zwart aanlopen van zilver door sulfide.

Putcorrosie

Putcorrosie door verouderde beschermlaag (vernis). © Anne-Cathérine Olbrechts
  • Lokale aantasting geconcentreerd in putjes. Meestal ontstaat dit doordat de natuurlijke patinalaag of een andere beschermlaag als een galvanisatielaag of vernis begint af te takelen en er lokaal metaal 'bloot' komt te liggen en onderhevig is aan de omgeving.
  • Soms is het object erger gecorrodeerd dan het lijkt doordat de corrosievorming onder de patinalaag of galvanisatielaag verdergaat (wat niet zichtbaar is).
     
Putcorrosie doordat de vernislaag verouderd is. © Anne-Cathérine Olbrechts
Putcorrosie door slijtage vergulding. © Anne-Cathérine Olbrechts

Galvanische 'contactcorrosie'

Gebroken trommel door vetluis. Peter Stuart~nlwiki via Wikimedia commons, CC BY-SA 4.0

Contactcorrosie ontstaat wanneer metalen van ongelijke edelheid met elkaar in contact komen. Het minst edele metaal zal eerst corroderen. 

Spleetcorrosie

spleetcorrosie door soldeersel. © Anne-Cathérine Olbrechts
  • Spleetcorrosie verwijst naar de corrosie die lokaal gevormd wordt in spleten en naden. Dit kan ontstaan door ophoping van stof (hygroscopisch), poetsresten en vocht.
  • Een ander fenomeen is de aanwezigheid van soldeersel waarbij het verwijderen van het vloeimiddel (zout of zuur) corrosie veroorzaakt. Het kan ook veroorzaakt worden doordat het soldeersel minder edel is dan het metalen object (contactcorrosie).

Erosie-corrosie

Binnenkant van een loop van een kanon.

Hierdoor ontstaat verlies van materiaal aan het oppervlak door mechanische inwerking (wrijving) van vloeistoffen, gassen en vaste stoffen, bv. kanonlopen, pijpleidingen (hoeken) ...

Corrosievermoeidheid

Corrosievermoeidheid bij metalen werktuig.

Corrosievermoeidheid ontstaat onder constante mechanische belasting. Er ontstaan micro-scheurtjes door het steeds t.o.v elkaar verschuiven van de korrels en kristallen waardoor er uiteindelijk ruimte ontstaat om corrosievorming te laten ontstaan.

Inter/intragranulaire corrosie

inter/intragranulaire corrosie.
  • Intergranulair: de corrosie ontstaat op de korrelgrenzen (verschil in edelheid).
  • Intragranulair: de corrosievorming gaat dwars door de korrels heen.

Lagen/spanningscorrosie

Laminatie.

Door het smeden of walsen ontstaan spanningen tussen de lagen waar corrosieproducten sneller aangrijpen. Daardoor splitsen de lagen zich uiteindelijk van elkaar af.

Sporen van gebruik en vroegere interventies

Sommige schadebeelden maken deel uit van de geschiedenis van het object en worden beter niet verwijderd. Ze vertellen meer over het gebruik van het object en over eerdere interventies en restauraties. Als deze oude ingrepen verdere schade kunnen berokkenen, is het wél beter ze te verwijderen.

Een correcte omgang met oude ingrepen en restauraties is geen eenvoudige zaak. Het wordt sterk aangeraden om overleg te plegen met een conservator-restaurator.

Enkele voorbeelden:

  • Vaak worden metalen voorwerpen hersteld met tinsoldeer dat bij het onzorgvuldig verwijderen van het vloeimiddel (samenstelling: zuur of zout) corrosie veroorzaakt.
  • Als het vernis niet overal goed dekt of bij beschadigingen in het vernis kan preferentiële aantasting van de blootliggende delen optreden. Hierbij worden deze delen sterker aangetast dan wanneer het geheel niet gevernist zou zijn. Ingeëtste plekken zijn soms het gevolg. Het kan het object ook een plastic uiterlijk geven.
  • Bij een herstelling vinden soms overbodige handelingen plaats. Zo is het galvanisch verzilveren van massief zilver niet nodig en gaat de authenticiteit van het voorwerp voorgoed verloren. 
  • Commerciële metaalpoetsmiddelen en overreinigen veroorzaken niet alleen fysische schade en materiaalverlies, maar ook corrosie door chemische stoffen (bv. zuren, ammoniak) die achterblijven en nawerken. 
Adviseur behoud en beheer
T
02 213 10 86