Aftakeling van polychromie

Twee gepolychromeerde beelden bewaard in ongunstige omstandigheden. © Anne-Cathérine Olbrechts

Polychromie bestaat uit een complex geheel van lagen met eigen gevoeligheden. Ook de aftakeling van de drager (of het nu hout is of steen) speelt een belangrijke rol in de aftakeling van de polychrome lagen. Het is daarom belangrijk dat u weet hoe de individuele lagen reageren, maar ook hoe de interactie tussen de materialen verloopt. Hieronder leest u waar polychromie gevoelig voor is en hoe u aftakeling kunt vermijden. 

Fysische krachten

Slijtage 

Risico's op schade in depot:

  • ondoordacht verplaatsen en hanteren van polychrome objecten: krassen, slijtage, verfverlies, verlies van de vergulding, barsten en breuken in de drager;
  • verkeerd opbergen in depot of tentoonstellen van objecten in een ruimte waar de kans op menselijk contact hoog is: dit vergroot de kans op slijtage door aanraking en wrijving met kleding of accessoires;
  • onvoldoende beredeneerd opstellen van objecten in een ruimte tijdens het onderhoud: onderhoudspersoneel kan tijdens het poetsen de objecten zonder opzet aanraken en eventuele schade toebrengen. Beelden die bijvoorbeeld rechtstreeks op de ondergrond van een depot of tentoonstellingsruimte geplaatst worden, kunnen bij het reinigen van de vloer schade oplopen door de onderhoudsproducten, het reinigingsmateriaal of door overvloedig water, spatten enz.;
  • trillingen: verlies van losse polychromie.

Stootschade 

Stootschade. © Stefaan De Vlieger

Onvoorzichtig omgaan met polychrome objecten kan tot verlies leiden. Polychromie is erg fragiel.

Breuk 

Wanneer een onderdeel van een gepolychromeerd object is afgebroken, zal de polychromie aan de randen van de breuknaad verloren gaan of in kritieke toestand verkeren.  

Dieven en vandalen

  • Schade aangebracht door dieven en vandalen is van alle tijden en heeft nefaste gevolgen voor de kunstobjecten.
  • Probeer de objecten te beschermen tegen diefstal en vandalisme. Dit kan door beperkt toegang te verlenen tot de depotruimte en de waardevolle objecten extra te beveiligen.

Lees hierover meer in de hoofdstukken: 

Brand

Brandschade. © Stefaan De Vlieger
  • Oorlog, ongevallen, kaarsen ... kunnen brandschade veroorzaken aan de polychromie van objecten. De schade is onomkeerbaar omdat de verf structureel is aangetast. Dit fenomeen is fysisch te omschrijven als blaasvorming door het verbranden van de verflaag, een gevolg van de hitte. 
  • Let dus goed op als er warmtebronnen in de buurt staan van de objecten.
Waterschade. © Stefaan De Vlieger
  • Aflopend water zal de polychromie afwassen, terwijl waterspatten vlekken kunnen veroorzaken. De watergevoelige preparatielaag kan opzwellen, met als gevolg verlies van polychromie.
  • Gemorst water of een extreem hoge relatieve vochtigheid zorgen ervoor dat een oliehoudende vernis blindslaat, net zoals bij schilderijen. Dergelijke condities hebben ook een schadelijk effect op preparatielagen op basis van dierlijke lijm, met wateroplosbare bestanddelen zoals krijt. 
  • Objecten die lange tijd nat of vochtig staan, vormen een broeihaard voor schimmels en insecten. 
  • Polychrome objecten reinigen met een vochtige doek lijkt op het eerste gezicht onschuldig, maar als het herhaaldelijk gebeurt, is dat nefast voor de polychromie. Zo zal de watergevoelige polimentvergulding van het object afgewassen worden. Door het onderhoudsproduct in het water kunnen de pigmenten van de verflaag verkleuren. Dat ziet u vaak in kerken waar mensen zonder minimale opleiding de onderhoudstaken voor hun rekening nemen. Ondanks de beste bedoelingen zorgt een verkeerd onderhoud voor schade. 
  • Koudebruggen tussen verschillende materialen kunnen condensatie veroorzaken. Daardoor wordt het object aantrekkelijk voor schimmels en insecten. Vermijd deze bruggen en zorg voor voldoende ventilatie rond de objecten. Plaats loden blokjes of kurk onder de objecten om koudebruggen ter hoogte van de vloer op te heffen en ventilatie mogelijk te maken.

Lees hierover meer in de hoofdstukken:

Ongedierte en schimmel

  • Houten gepolychromeerde objecten worden vaak aangetast door houtboorders. Houtkevers vliegen uit na het ontpoppen van larve tot kever. Ze doen dat via geboorde uitvlieggaatjes aan het houtoppervlak. Als de houten objecten gepolychromeerd zijn, eten de kevers zich een weg door de polychromie. De uitvlieggaatjes verstoren de polychrome uitstraling van het object. De larven van de kevers voeden zich met de houten drager en vormen kanalen in het hout die het object verzwakken, met mogelijk nieuwe schade voor de polychromie als gevolg.
Houtwormaantasting en stof. © Stefaan De Vlieger
Houtwormaantasting aan de drager van een gepolychromeerd beeld. © Stefaan De Vlieger
  • Soms verbergt de polychromie een ingrijpende aantasting door insecten, waarbij het hout structureel verzwakt kan zijn en door de geringste druk kan breken, terwijl de polychromie intact is. Kijk dus nauwgezet een houten gepolychromeerd beeld na op sporen van insectenvraat, zoals boormeel naast het beeld, rond de sokkel ... Doe dat bij voorkeur twee keer per jaar (lente en einde zomer).
  • Uitwerpselen van vogels, vleermuizen en dieren veroorzaken vlekken op de polychromie. 
  • Zwammen vernielen houten panelen in nauwelijks enkele jaren.
  • Schimmels en bacteriën breken organisch materiaal en bindmiddelen, verf- en vernislagen af, met als gevolg verkleuring, verpoedering en het loslaten van de verflagen.
  • Wanneer de drager van een polychroom object niet in goede conditie verkeert, zal dat een negatieve invloed hebben op de conditie van de polychromie. 
  • Controleer dus regelmatig de staat van het object en houd het stof- en vuilvrij. Vuil en stof zijn aantrekkelijke bronnen voor schimmels, insecten en knaagdieren. Zorg voor voldoende ventilatie in de ruimte waar de objecten zijn opgesteld of bewaard.  

Verontreiniging

  • Stof verzamelt zich ongelijkmatig op een polychroom oppervlak. Vooral de uitstekende delen, gebeeldhouwde details en ook barsten verzamelen stof. Stof verdonkert het oppervlak, waardoor de glans vermindert. Hoe langer het stof op de polychromie blijft liggen, hoe moeilijker het te verwijderen is, zeker in vochtige condities.
  • In de omgeving van een beeld zweven water, vet, stof- en rookdeeltjes, die zich op de vernislaag of het verfoppervlak kunnen afzetten. Roetdeeltjes zijn het venijnigst. Door hun hoge zuurtegraad kunnen ze door de vernis- of verflaag heen en veroorzaken ze een verkleuring van sommige pigmenten.
  • Ook gassen die via de ventilatie het museum of de ruimte binnenkomen, of die vrijkomen uit apparatuur en reinigingsmiddelen, hebben een schadelijke en verzurende werking.
  • Zorg dat de objecten niet te dicht bij een luchtverplaatsing staan, zoals een ventilatie-installatie. Let op met reinigingsmiddelen en andere schadelijke producten die gebruikt worden in de omgeving van het kunstobject.

Licht en straling

  • Te hevig licht kan ook invloed hebben op de polychromie. De ultravioletstraling in het licht versnelt kleurveranderingen in de verflaag en de veroudering van de vernislaag. Dat gebeurt in combinatie met zuurstof uit de lucht.
  • Houd gepolychromeerde objecten uit de buurt van rechtstreeks zonlicht of te sterk kunstlicht.  

Verkeerde temperatuur: te hoog, te laag, schommelingen

  • Meer dan een hoge temperatuur zijn temperatuurschommelingen nadelig voor gepolychromeerde voorwerpen. (Lees verder hieronder: verkeerde relatieve vochtigheid). Toch zal een lokale hoge temperatuur door rechtstreeks zonlicht krimp en barsten in de polychromie veroorzaken. Bij een houten drager is de schade doorgaans erger dan bij andere dragers.

Verkeerde relatieve vochtigheid: te hoog, te laag, schommelingen

  • Temperatuurschommelingen en veranderingen in de absolute vochtigheid veroorzaken schommelingen in de relatieve vochtigheid, waardoor de drager (hout) zwelt en krimpt, en alle andere lagen (preparatielagen, verflagen, glacis, vergulding ...) op een verschillende manier uitzetten en krimpen.
  • Hierdoor ontstaan blaasvorming, opstuwingen en afschilfering van een of meer lagen. Vooral watergevoelige lagen zoals de lijmlaag (dierlijke lijm) zijn hiervoor gevoelig. Ze krimpen en zetten uit, waardoor de polychromie eerst opstuwt en dan loskomt, met verfverlies als gevolg. Polychromie op hout en op ivoor is nog meer gevoelig voor schommelingen in de relatieve vochtigheid, omdat de onderliggende laag krimpt en uitzet bij een schommelende relatieve vochtigheid: de preparatielaag, de verf en de vergulding reageren allemaal anders op schommelingen in de relatieve vochtigheid, met uiteindelijk verlies ervan. 
Opgestuwde polychromie. © Stefaan De Vlieger
  • Wanneer onderdelen aan elkaar zijn gelijmd, zal de dierlijke lijm eveneens broos worden, krimpen en zwellen, waardoor de verlijming lost. Hierdoor kan ook de polychromie lossen.
  • Dragers in steen en gips bevatten mogelijk oplosbare zouten, die uitbloeien wanneer ze in een vochtige ruimte staan of in een ruimte met felle klimaatschommelingen. Als de relatieve vochtigheid schommelt, zullen de zouten ook zorgen voor het lossen en verlies van de polychromie. 
  • Plaats gepolychromeerde objecten nooit in een omgeving met een mogelijk lokaal afwijkend klimaat: in de tocht, naast verwarmingstoestellen, op vensterbanken of bij vochtige muren of vloeren. Maak gebruik van lichtbronnen die geen warmte afgeven.
  • Gevoelige polychromieën kunt u een gunstig microklimaat geven, zoals een gesloten vitrinekast. Als het object al geruime tijd in een te vochtig klimaat werd bewaard, kan het evenwichtsvochtgehalte zijn verstoord en laat u het het best eerst acclimatiseren aan een klimaat met een relatieve vochtigheid van 40-60%. Als het object al geruime tijd in een gesloten vitrinekast wordt bewaard, vraag dan de hulp van een specialist die kan beoordelen of het om een gunstig of ongunstig microklimaat gaat. 

Informatieverlies 

  • Wanneer de herkomst van een gepolychromeerd object of een onderdeel ervan niet is geregistreerd, bestaat er gevaar voor informatieverlies, met als gevolg waardeverlies.
  • Tips over het aanbrengen van inventarisnummers vindt u in het hoofdstuk 'Informatiebeheer'.

Oude herstellingen

  • Aanpassingen aan modes hebben ervoor gezorgd dat objecten vaak een nieuwe polychromie kregen. Er is veel kans dat de originele polychromie nog aanwezig is onder de overschilderingen. Elders werd de originele polychromie verwijderd alvorens een eigentijdse polychromie aan te brengen. Deze praktijken verbergen of vernietigen de originele afwerklaag. Zo gaat de authenticiteit van het object verloren: doe dit dus niet! 
Oude herstelling. © Stefaan De Vlieger
  • Vroegere restauratie-ingrepen (vooral toevoegingen, invullingen) aan de polychromie van een object zijn nu vaak verouderd en/of verkleurd en kunnen nadelig zijn voor de uitstraling van het object. 
  • De olie in oude vernislagen, eventueel aangebracht tijdens een oude restauratie-ingreep, verkleurt geel, waardoor ook de kleur van de polychromie verandert.
  • Vroeger had men niet de kennis van nu op het gebied van materiaalgebruik in restauraties. Zo werden vermolmde beelden, al dan niet gepolychromeerd, in baden van paraffine gelegd om de houten drager te verstevigen. Later bleek dat dit nefaste gevolgen had voor de polychromie. Die werd bedekt met een laag paraffine die de uitstraling van het beeld volledig veranderde. 
  • Als er een te harde lijm gebruikt werd voor het verlijmen van de drager bij een vorige ingreep, is er kans dat er bij nieuwe schade een nieuwe breuk zal optreden, net naast de oude verlijming. Hierdoor ontstaat nog meer schade aan het origineel. Omdat het moeilijk is deze harde lijmen te verwijderen van de drager, zal ook dit meer schade veroorzaken in de vorm van materiaalverlies.
  • Ook overschilderingen met olieverf of andere onoplosbare retoucheerverven zijn moeilijk te verwijderen zonder aan het origineel schade toe te brengen.
  • Vandaag is onze kennis veel groter en wordt er nog steeds onderzoek gevoerd naar de meest geschikte producten voor gebruik in de restauratie. Zo wordt er gebruik gemaakt van en onderzoek gevoerd naar reversibele producten en methodes die het mogelijk maken eventuele ingrepen te verwijderen of aan te passen (cfr. ICOM- en ECCO-methodologie).

Dit hoofdstuk werd geschreven door Stefaan De Vlieger (2016) en geüpdatet door Thaïs Heijerick (2019) voor Depotwijzer.be.

Adviseur behoud en beheer
T
02 213 10 86