Aftakeling van schelpen en schelpmateriaal

Fysieke schade, © Roland De Prins

Fysieke schade

In de meeste gevallen wordt fysieke schade veroorzaakt door het manipuleren van de objecten. Breuken, barsten en afgebroken stukjes zijn vaak het gevolg van een val of het niet voldoende beschermen van het object in de bewaarplaats. Objecten die bewegen of rollen in een bewaardoos of lade wanneer deze opengetrokken wordt, trillingen door de omgeving en te onvoorzichtig omgaan met het object zijn hier voorbeelden van.

Schade door invloed van zuren en zouten

Zuren

De aanwezigheid van een zure omgeving, vaak veroorzaakt door de materialen waarin de objecten bewaard worden, is een van de belangrijkste oorzaken van degeneratie. Dit verschijnsel is in de wereld van de malacologie (weekdierkunde) beter gekend onder de naam 'Byne's Disease'.

De grootste oorzaak is de afgifte van zure dampen uit verschillende houtsoorten, gebruikt in kasten en lades. Deze zure dampen reageren met het calciumcarbonaat van de schelp en vormen zo een zout (o.a. calciumacetaat) dat zich als een wit poeder of kristallen afzet op het schelpoppervlak. Afhankelijk van het type hout dat in de kabinetten, bewaarplaatsen en vitrinekasten gebruikt wordt, is er een hogere of lagere kans tot zuurafgifte.

In regel kunt u stellen dat de meest duurzame houtsoorten ook de meeste zure dampen produceren (De Prins, 2005-2007).

Ook bepaalde soorten plaatmateriaal en samengestelde houtsoorten kunnen een bedreiging vormen voor schelpen. Deze materialen produceren geen zure dampen maar formaldehydedampen, afkomstig van de gebruikte lijmsoorten om de houtdeeltjes aan elkaar te binden. Door oxidatie in de lucht wordt mierenzuur gevormd, wat zal reageren met het calciumcarbonaat van de schelp. Zo ontstaat er eveneens een zout, in dit specifieke geval, calciumformiaat.

Het gebruik van niet-zuurvrij papier en karton voor etiketten en doosjes kan eveneens schade veroorzaken.

Naast de bewaarkasten en bewaarmaterialen is de aanwezigheid van zuurproducerende stoffen en objecten in de ruimte een potentieel gevaar. Deuren, ramen en vloeren in MDF of onbehandeld hout uit de duurzaamheidsklasse I, II en III zijn te vermijden. Ook opgezette dieren, slecht verluchte ruimtes, voedsel enz kunnen gevaar opleveren.

'Byne's Disease', © Roland De Prins
Aantasting door zure watten, © Roland De Prins
Cymbiola vespertillio aangetast, © Roland De Prins

Zouten

Achtergebleven zoutresidu's kunnen eveneens voor onherstelbare schade zorgen. In een droge omgeving zullen de zoutkristallen weinig schade veroorzaken maar wanneer het binnenklimaat en vooral de luchtvochtigheid sterk schommelt, kan door herkristallisatie de buitenste schelplaag aangetast worden. Sommige soorten schelpen, schelpmateriaal en vooral parelmoer zijn hier erg gevoelig voor.

Ook zorgt het hygroscopische karakter van het zout voor een toename van het vochtgehalte op of in de buurt van de schelp waardoor de kans op schimmelvorming vergroot wordt.

Het zijn vooral schelpen uit de categorie 'natuurlijke schelpen' waarop deze zoutschade te vinden is. De oorzaak is het niet correct of onvoldoende ontzilten van mariene schelpensoorten waardoor, na drogen, zoutrestanten uit het zeewater op de schelp achterblijven.

Afschilfering door zoutresiduen, © Roland De Prins
Kristalvorming aantasting, © Roland De Prins

Luchtvochtigheid en temperatuur

De invloed van een te hoge of een te lage luchtvochtigheid en/of temperatuur kan erg nadelige gevolgen hebben voor schelpen en schelpmateriaal.

Het is niet het vocht op zich dat een directe aantasting veroorzaakt, maar het speelt wel een belangrijke rol bij enkele processen en kan ertoe leiden dat andere factoren, die wel voor een aantasting zorgen, versneld worden. Zo versnelt een te hoge luchtvochtigheid in combinatie met een zure omgeving het 'Byne's Disease' effect. Ook de combinatie luchtvochtigheid en temperatuur kan van invloed zijn op het ontstaan van schimmels.

Bepaalde schelpen kunnen door een te droge en warme omgeving beginnen barsten, breken, lamineren (schelpen laagjes die afschilferen) of zelfs letterlijk uit elkaar spatten! Dit laatste is het geval bij vertegenwoordigers uit de familie Pinnidae of steekmossels.

Aantasting door droogte, © Roland De Prins
Uiteenvallen door droogte, © Roland De Prins
Aantasting door droogte, © Roland De Prins

Licht

Het blootstellen van schelpen en schelpmateriaal aan direct zonlicht is nefast voor kleurverlies. Het bewaren van de objecten in een donkere of afgesloten omgeving wordt sterk aanbevolen. Indien toch voorwerpen in vitrines of in een museale omgeving worden tentoongesteld, wordt aangeraden om met het juiste kunstlicht te werken.

Een grote uitdaging is echter om een mooie balans te vinden tussen tegelijkertijd lichtgevoelige expositiestukken en de bezoekers een mooie en heldere presentatie te bieden. Er moet dus een compromis gevonden worden tussen enerzijds het object goed en duidelijk kunnen zien en anderzijds de schade aan het object beperken.

De laatste jaren is er veel veranderd op het vlak van verlichting in een museale omgeving en met de introductie van de ledlampen en specifiek hoogwaardige led's, is het nu mogelijk om deze objecten zonder het beschadigend spectraal aandeel van het ultraviolet (uv)- en infrarood (ir)-bereik te belichten. Ook voor het depot zou deze verlichting haar nut kunnen bewijzen. Contacteer hiervoor best een gespecialiseerde firma.

Schimmels en ongedierte

Schimmels

Hoewel minder vaak voorkomend op schelpen en schelpmateriaal, is schimmelvorming wel degelijk mogelijk. Omdat er in eerste instantie weinig waarneembare kenmerken zijn, wordt dit vaak over het hoofd gezien. 

Schimmels worden vooral verwacht op het organisch materiaal en niet of veel minder op het anorganisch gedeelte waaruit de schelp toch hoofdzakelijk bestaat. Bepaalde soorten schimmels (o.a. Aspergillus sp., Penicillium sp.en Trichophyton sp.) zijn echter in staat om, via hun metabolisme, zuren te produceren (o.a. oxaalzuur). Dit zuur kan na verloop van tijd de kalklaag van de schelp aantasten.

Ook de schimmel zelf kan calcium uit de schelp of het schelpmateriaal onttrekken en door omzetting van suikers, kristallen vormen die vervolgens op het schelpoppervlak worden afgezet.

Dit type schimmelinfectie is zeer destructief en de schade aan het schelpoppervlak is onomkeerbaar, zeker bij bepaalde families en soorten van schelpen met een glanzend oppervlak (Olividae, Cypraeidae, Marginellidae ...) of bij parels en parelmoer.

Schimmelaantasting, © Roland De Prins
Oxalaat kristallen door schimmelaantasting, © Roland De Prins

Ongedierte

Wat ongedierte betreft, zijn het hoofdzakelijk insecten die schade kunnen aanrichten.

Aantasting door insecten, © Roland De Prins

Vooral spektorren (tapijtkever, museumkever) en in de tropen termieten, zijn de grote boosdoeners. Ze zijn echter enkel actief op het organisch materiaal van de schelp en op de eventueel achtergebleven resten van het dier in de schelp zelf.

Stofluizen, zilvervisjes en mijten worden eveneens regelmatig aangetroffen maar veroorzaken geen schade aan de schelpen zelf, wel aan de kartonnen verpakking, het papier en de labels en soms aan plastiek zakjes en andere verpakkingen.

Groter ongedierte, zoals ratten en muizen, benaderen enkel schelpen waarin zich nog restanten van het dier zelf bevinden. Vaak scheiden deze nog een geur af en trekken zo het ongedierte aan.

Objecten of kunstvoorwerpen waar, naast het schelpenmateriaal zelf nog andere organische materialen in verwerkt zijn (zaden, gedroogde planten, dierlijke resten ...), hebben een verhoogd risico op ongedierte. Goed gereinigde exemplaren worden met rust gelaten, net als bewerkt schelpmateriaal en schelpfragmenten.

De menselijke huid

De menselijke huid scheidt heel wat stoffen af. Voornamelijk water en zouten, maar ook metabolische afvalstoffen zoals zuren, gevormd door de afbraak van eiwitten. In onze handen (vooral handpalmen), waar we de meeste manipulaties mee uitvoeren, bevinden zich de meeste zweetklieren. Wanneer we onbeschermd schelpen of schelpmateriaal manipuleren is de kans zeer groot dat er zweet (met mogelijk aanwezig zuur) op het schelpoppervlak achter blijft en zo tot aantasting en zoutvorming kan leiden. Om de objecten tegen deze afscheidingen te beschermen is het aangeraden om geschikte handschoenen te dragen.

Adviseur behoud en beheer
T
02 213 10 86