Materialen en technieken van stenen voorwerpen

Vloer in verschillende steensoorten. © Anne-Cathérine Olbrechts

Er zijn oneindig veel steensoorten, elk met hun eigen kleur, structuur en textuur. Om het uitzicht te veranderen hebben mensen door de eeuwen heen veel technieken uitgedacht en toegepast. Hier vindt u informatie over de meest voorkomende steensoorten in Vlaanderen en over bewerkingstechnieken.

Het materiaal

Steen is een materiaal dat al sinds mensenheugenis wordt gebruikt als bouwmateriaal en als decoratief element. Sinds het begin van de mensheid verwerken we steen in objecten voor dagelijks gebruik, devotiemateriaal, kunstvoorwerpen ... Hier bespreken we stenen beeldhouwwerk: losstaande beelden, gebeeldhouwde steen, decoratieve interieurelementen.

Herkomst

Steen wordt gevormd onder hoge druk en temperaturen. Afhankelijk van de omgeving en de aanwezige materialen kunnen er verschillende steentypes en -kleuren ontstaan. Steen vinden we meestal in banken in de aarde. 

In de Belgische grond zijn veel kalkstenen te vinden. Blauwe hardsteen is bijvoorbeeld een zeer harde kalksteen en ook veel gekleurde marmers in België zijn kalkstenen. Dan is er nog de 'gewone' witte kalksteen. 

Blauwe hardsteen, in de volksmond arduin en/of petit granit, wordt al eeuwen verwerkt als bouwsteen in huizen, zoals in dorpels en vensterbanken. Deze steensoort vinden we terug in de Ardennen en werd ongeveer 400 miljoen jaar geleden gevormd. Na de ontginning in de steengroeve verzaagt de steenhouwer de steen tot blokken of platen. De steenkapper of beeldhouwer bewerkt de steen vervolgens met hamer en beitel tot hij de gewenste vorm heeft. Een stenen object kunt u uit één blok kappen, maar ook uit verschillende blokken of zelfs verschillende steensoorten. Zo'n object kan dus ook verschillende kleuren hebben.

Afwerking

Stenen objecten kunnen op verschillende manieren zijn afgewerkt. Zo kan een object zacht of glad gepolijst worden, of kan de beeldhouwer ervoor kiezen de kapsporen van de beitel te laten staan.

Niet alle stenen kunnen glad gepolijst worden (zie hieronder). Op gepolijste stenen brengt de restaurator tegenwoordig soms een waslaag aan en boent die op. Dat gebeurt om de steen te beschermen en de kleur te verdiepen als die flets is. Vroeger werden soms andere materialen gebruikt om de kleur te verdiepen of de glans te versterken, zoals oliën en vernissen. We gebruiken deze producten niet meer: olie vergeelt sterk en is moeilijk te verwijderen uit de poriën van de steen. Vernis sluit het oppervlak af, waardoor de steen niet meer kan ademen. Oude vernissen schilferen vaak af en kunnen ook sterk vergeeld zijn.

Steensoorten herkennen

Om de exacte steensoort te herkennen, schakelen we een geoloog in. Maar vooraleer dat nodig is, kunnen we al een begin maken met de steensoort in zijn klasse in te delen. Veelgebruikte steensoorten voor beeldhouwwerk in onze regio zijn: blauwe hardsteen, kalksteen, zandsteen, gekleurde marmers, wit marmer, albast en soms graniet.

Kalksteen (witsteen)
Kalksteen. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Meestal crèmekleurig.

Niet polijstbaar, daarom altijd mat oppervlak.

Korrelige structuur: van dichtbij korrelig oppervlak zichtbaar.

Zachte steensoort, krasgevoelig.

Toepassingen

Bouwsteen.

Ornamenten in of aan een gebouw.

Losstaand beeldhouwwerk.

Zandsteen
Zandsteen. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Andere samenstelling dan kalksteen maar voor een ongeoefend oog moeilijk te onderscheiden van kalksteen.

Niet polijstbaar, daarom altijd mat oppervlak.

Korrelige structuur: van dichtbij korrelig oppervlak zichtbaar.

Verschil met kalksteen: de korreltjes die u van dichtbij ziet, zijn eerder glanzend, zoals zandkorreltjes.

Toepassing

Bouwsteen.

Ornamenten in of aan een gebouw.

Losstaand beeldhouwwerk.

Albast
Mechels albast. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Licht van kleur, zacht crèmekleurig, soms met een rozeachtige teint en/of rode aders.

Polijstbaar.

Transparant uiterlijk.

Zeer zachte en krasgevoelige steen.

Soms details in een beeld verguld of gepolychromeerd, waarbij de steen zelf de huidskleur voorstelt.

Toepassing

Beeldhouwwerk: bv. in België: Mechelse albasten.

Ornamenten in het interieur (bv. aan een schouw).

Vaker in kleinere formaten, maar ook meer dan levensgrote beelden in albast.

Tips & trucs
  • Albast is een zeer gevoelige steen die oplost in water en dus nooit met water gereinigd mag worden.
  • Albast is gevoelig voor hoge temperaturen: bij ca. 50°C kunnen de kristallen blind slaan. Plaats een albasten object daarom nooit in direct zonlicht.
  • Weet u niet zeker of een object uit albast of marmer bestaat, vermeld dat dan altijd.
  • Omdat albast zo gevoelig is, schakelt u het best voor elke behandeling een restaurator in.
Gekleurde marmers
Belgisch rood marmer. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Polijstbaar.

In verschillende kleuren, van crèmekleurig tot rood tot zwart.

Vaak duidelijk zichtbare aders en/of fossielen.

Sommige marmers zijn opgebouwd uit duidelijk te onderscheiden knollen, omgeven door klei. Dat is belangrijk om te weten omdat deze marmers vaak barsten en/of scheuren vertonen. Onder 'aftakeling van stenen objecten' leggen we dat uit.

Toepassing

Bouwsteen.

Bekleding van het interieur en exterieur in platen, waarbij de structuur is opgebouwd in bak- of kalksteen die bekleed is met marmeren platen.

Vloeren.

Gebeeldhouwde ornamenten bekleding in of aan het gebouw.

Losstaand beeldhouwwerk.

Zeer veel gebruikt in Belgische interieurs, maar ook in beeldhouwwerk.

Wit marmer
Wit geaderd marmer met glinsteringen door suikerachtige kristallen. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Polijstbaar.

Helemaal wit van kleur of wit met vooral grijze aders; aders mogelijk ook andere kleur.

Andere structuur dan de gekleurde marmers omdat het in andere omstandigheden werd gevormd.

Wit marmer werd ingevoerd (bv. uit Italië: Carraramarmer, waar Michelangelo en andere beeldhouwers de voorkeur aan gaven).

Kristallen zichtbaar door glinstering, zoals suikerkristallen ('een suikerachtig marmer').

Als dit marmer buiten staat of heeft gestaan, zien we dat het gepolijste oppervlak versuikert. Het wordt ruwer, glanst niet meer en dichtbij zien we de kleine suikerachtige korreltjes.

Toepassing

Bekleding van het interieur en exterieur met platen, waarbij de structuur is opgebouwd in bak- of kalksteen die bekleed zijn met marmeren platen.

Vloeren.

Gebeeldhouwde ornamenten bekleding in of aan het gebouw.

Losstaand beeldhouwwerk.

Blauwe hardsteen
Blauwe hardsteen binnen. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Belgische blauwe hardsteen: heel harde kalksteen, kan niet bekrast worden met de vingernagel, wel door harde voorwerpen.

Polijstbaar.

Toepassing binnen: gepolijst of mat oppervlak.

Toepassing

Bouwsteen.

Bekleding van het interieur en exterieur in platen, waarbij de structuur is opgebouwd in bak- of kalksteen die bekleed is met marmeren platen.

Vloeren.

Blauwe hardsteen buiten. © Linda Temmink/IPARC, België

Als buiten toegepast: niet gepolijst omdat door regen de steen er snel weer mat zal uitzien. Hij kan wel gladgeschuurd worden. Voor gebruik buiten: vaak afgewerkt met kapsporen, bv. evenwijdige lijnen in reliëf.

Gepolijste blauwe hardsteen: diep blauwgrijs en heel duidelijk kleine witte fossielen zichtbaar. Vaak ook kleine cirkeltjes te zien; dit zijn zeelelies.

Niet gepolijste blauwe hardsteen: mat grijsblauw oppervlak.

Gebeeldhouwde ornamenten bekleding in of aan het gebouw.

Losstaand beeldhouwwerk.

Vulkanisch gesteente
Vulkanische gesteente. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Herkenbaar aan de meestal zwarte of donkere kleur en zeer veel duidelijk zichtbare poriën.

Zeer hard maar vrij licht in gewicht.

Zeer stabiel maar door de grote poriën kruipt er gemakkelijk stof in.

Tips en trucs: regelmatig stofzuigen met een zachte borstel is aangewezen.

Toepassing

Meestal in etnografische collecties, in de vorm van vruchtbaarheidsbeeldjes en andere devotiebeelden uit het Oosten.

Graniet
Graniet. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Erg hard, waardoor moeilijk te bewerken.

Polijstbaar.

Typisch gespikkeld uiterlijk, met meestal zwarte, witte en grijze spikkels samen met een andere kleur (bv. lichtroze, rood of geel).

Toepassing

Bouwsteen.

Net zoals vulkanisch gesteente komt ook graniet regelmatig in etnografische collecties voor.

Tegenwoordig veel gebruikt voor keukenbladen en hedendaagse beeldhouwwerk.

Marmerimitatie
Geschilderde marmerimitatie. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Let op: op witte kalksteen, stucwerk en/of houtsnijwerk werd marmerimitatie aangebracht met olieverf. De imitatie kan heel overtuigend zijn.

Toepassing

Bekleding in het interieur.

Beeldhouwwerk.

Hoe kunt u geschilderde marmer onderscheiden van marmer? Bekijk het oppervlak van heel dichtbij en onderzoek de volgende zaken:

  • Ziet u wel of geen penseelstreken?
  • Ziet u glinsteringen, verschillen in transparantie, wel of geen fossielen? Bij een echt wit marmer ziet u glinsteringen en kunt u een beetje door de steen kijken. Als u er met een zaklamp op schijnt, kunt u als het ware in de steen kijken. Bij een geschilderde marmer kan dit absoluut niet. Bij gekleurde marmer hebben aders en fossielen een andere transparantie dan de resten van de steen.
  • Welke temperatuur heeft het oppervlak? Echt marmer voelt kouder aan dan beschilderde kalksteen, stucwerk of hout. 
  • Hoe klinkt het object? Voorzichtig kloppen: hout klinkt holler dan steen.
  • Let op: als u verfschilfers ziet kunt u er zeker van zijn dat het om een marmerimitatie gaat. Raak het object dan niet aan. Kijk op deze website bij Polychromie voor meer informatie over hoe u omgaat met beschilderde objecten. 
Imitatiesteen
Gipsen afgietsel van een geboetseerde studie. © Linda Temmink/IPARC, België
Uiterlijke kenmerken

Gips, kalk- of cementmortel.

Vaak afgietsels, een volledig driedimensionaal beeldhouwwerk is dan meestal hol gegoten. Hoorbaar door erop te kloppen.

Metalen armatuur om het afgietsel stevigheid te geven.

Losstaande gegoten beelden zijn al dan niet afgewerkt met een verflaag.

Toepassing

Beeldhouwwerk.

Tuinbeelden.

Stucwerkplafond na restauratie. © Linda Temmink/IPARC, België

Stucwerkplafond of muurbekleding bestaat ofwel uit afgietsels in gips of kalkmortel of werd ter plaatse geboetseerd op een houten structuur.

Stucwerk: meestal afgewerkt met een verflaag van kalk- of olieverf.

 

Decoratieve elementen in en/of aan het gebouw, zoals een stucwerkplafond en/of muurbekleding.

Stucmarmer: vooral interieurafwerking.

Lijsten van schilderijen en spiegels, decoraties op geornamenteerde houten kistjes.

Opbouw stucmarmer. © Linda Temmink/IPARC, België

Stucmarmer: marmerimitatie gemaakt uit gekleurd gips op een ondergrond van pleister. Komt niet zoveel voor in België. Bv. wel in Polen wegens duur marmertransport.

Carton pierre onder polychromie. Spektakelzaal Koninklijke Muntschouwburg Brussel

Carton Pierre: soort papier-marché met krijt en dierenlijm. Heel licht in gewicht en sterk. Meestal met behulp van een mal gemaakt.

Carton-Pierre: interieurafwerking, met als voorbeeld op grote schaal de spektakelzaal van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel.

Dit hoofdstuk werd geschreven door Linda Temmink voor Depotwijzer.be.

Adviseur behoud en beheer
T
02 213 10 86