Brussel - Inventaris van de voorwerpen uit de collectie Nationale Archeologie en renovatie van de depots – Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis

Thema
conservatie en restauratie
duurzaamheid
(ver)bouw(ing) en inrichting
informatiebeheer
bewaren, verpakken en transporteren
Aard collectie
Archeologische collectie met voorwerpen uit België en omringende landen. De collectie groeit niet meer aan, maar heeft een grote historische waarde voor de geschiedenis van het archeologisch onderzoek in België.
Context

Een ministeriële audit die in 2009 is gepubliceerd, maakte melding van de verontrustende toestand van de collecties in de KMKG. Meerdere prioriteiten werden geformuleerd, waaronder het beheer van de collecties, de opmaak van een globale en uniforme inventaris en de renovatie van de reserves om de verdere degradatie van de voorwerpen te voorkomen.

Voor de afdeling Nationale Archeologie is de toestand alarmerend. Van deze zeer rijke collectie met archeologische voorwerpen van de prehistorie tot in de middeleeuwen bestaat geen uniforme digitale inventarislijst. De voorwerpen in de depots staan kriskras door elkaar. De slechte staat van de ruimtes maakt het bovendien moeilijk de voorwerpen op een efficiënte wijze te conserveren. 

Om hier iets aan te doen werd in juli 2012 het National Archaeology Collections Inventory Project (NACIP) opgestart, dat kadert in het Agora-programma van het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO). Zowel de opmaak van een exhaustieve inventaris als de renovatie van de drie depots is hierin prioritair. Aanvullend wordt gewerkt aan het toegankelijk maken van de collectie via de online museumcatalogus van het museum.

Doel

De doelstellingen van NACIP:

  • een betere kennis van de collectie door het identificeren en het klasseren van alle voorwerpen;
  • het opmaken van een gedigitaliseerde inventaris, die rekening houdt met de reeds bestaande inventarissen;
  • de renovatie van de depots om de verdere degradatie van de voorwerpen te voorkomen;
  • de herintegratie van de voorwerpen in de depots op een logische en correcte wijze;
  • het ontsluiten van de collectie zowel voor andere wetenschappelijke instellingen (musea en universiteiten) als voor het grote publiek;
  • het beantwoorden aan de opgelegde standaarden zoals bepaald in de ministeriële audit van 2009. 
Timing
Juli 2012 – december 2015
Budget
Totaal voor een periode van 3,5 jaar: 227.400 euro (personeel, werking én overhead). Met het werkingsbudget (ca. 22.000 euro) wordt materiaal aangekocht om de collectie op gepaste wijze te verpakken. De renovatie van de depots zit niet in het budget.
Aantal medewerkers
1 vaste medewerker (voltijds) voor de duur van het project, 5 bijkomende medewerkers (voltijds) voor de duur van 1 jaar, 5 à 10 studenten en stagiairs, en 5 interne medewerkers van KMKG (zie verder bij 'Nuttige info').
Externe hulp

De leden van het NACIP-begeleidingscomité, die in het verleden met gelijkaardige problemen en vraagstellingen werden geconfronteerd, zorgen voor tips en begeleiding. Hebben zitting in het begeleidingscomité:

  • Barry Ager (Curator, Department Prehistory & Europe, British Museum),
  • Karine Bausier (conservatrice, Espace gallo-romain à Ath),
  • Elke Otten (metaalrestauratrice, Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis),
  • Liesbeth Van Camp (depotbeheerder, Agentschap Onroerend Erfgoed),
  • Annemarieke Willemsen (conservator Middeleeuwen, Rijksmuseum van Oudheden te Leiden).
Gebruik richtlijnen of standaarden

Van bij het begin van het project zijn afspraken gemaakt met de cel Digitalisering van de KMKG. Dit zorgt voor een goede afstemming van de tijdelijke NACIP-databasis (Access) op de algemene databank van het museum (Museum Plus). Deze compatibiliteit zorgt ervoor dat alle velden gemakkelijk kunnen worden overgezet. Voor de verpakking en de conservatie van de collectie worden de richtlijnen van de leden van het begeleidingscomité opgevolgd.

Concrete aanpak

Het NACIP-proces bestaat uit de volgende stappen:

  1. Leegmaken van de drie reserves (meer dan 200 m³) en overbrengen van de voorwerpen naar het werklokaal;
  2. evaluatie van de staat van de stukken en eventuele reiniging;
  3. identificatie en klassering van de stukken volgens vindplaats, periode en materie;
  4. inventarisatie, beschrijving, nummering en etikettering;
  5. fotografie;
  6. bibliografisch opzoekingswerk;
  7. verpakking van de stukken en stockage in nieuwe kisten;
  8. renovatie van de depots i.s.m. de technische ploeg van de KMKG;
  9. definitieve plaatsing van de kisten met terugkoppeling van de plaatsingsnummers aan de database;
  10. vervolledigen van de inventaris met de tentoongestelde stukken in de zalen van het circuit Nationale Archeologie;
  11. inventaris-verificatie (nagaan of het aantal aanwezige voorwerpen overeenkomt met de voorwerpen vermeld in de inventaris);
  12. invoeren van de gegevens in Museum Plus.
Andere nuttige info
  • 1 vaste medewerker (voltijds), aangeworven met het projectbudget voor de duur van het project (juli 2012 tot december 2015);
  • 5 bijkomende medewerkers (voltijds), aangeworven voor de periode van 1 jaar (2014) door BELSPO;
  • 5 à 10 studenten en stagiairs die op vrijwillige basis meewerken aan het project;
  • 5 interne medewerkers (conservatoren en medewerkers van de afdeling Nationale Archeologie) die zorgen voor een goede opvolging en werking van het project.
Evaluatie

Dankzij de bijkomende inzet van vijf collectiemedewerkers kon een van de eerste doelstellingen van het project, de (basis)inventarisatie van de collectie (meer dan 100.000 voorwerpen), worden beëindigd in december 2014. Het beschikbare werkingsbudget bleek daarenboven voldoende om nieuwe kisten en aangepast verpakkingsmateriaal aan te kopen. 

Voor de renovatie van de depots zijn we aangewezen op de planning van de technische ploeg. Omdat zij vaak andere prioriteiten hebben (onderhoud zalen, opstelling tijdelijke tentoonstellingen enz.), loopt de renovatie veel vertraging op. Een groot deel van de voorwerpen is hierdoor nog niet definitief geplaatst. Ze worden bijgevolg voorlopig opgeslagen in ruimtes die daar niet voor ingericht zijn. 

Aanbevelingen
  • Het is noodzakelijk op voorhand af te wegen wat de noden van de collectie zijn en op basis daarvan een stappenplan op te maken.
  • Het is van belang de werkwijze op regelmatige tijdstippen te evalueren, in het beste geval met een team van specialisten.
  • Budgetvriendelijk werken is mogelijk door telkens goed af te wegen of bepaalde kosten noodzakelijk zijn. 
Contactgegevens

Britt Claes en Alexandra De Poorter, Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Jubelpark 10, 1000 Brussel, 02 741 74 75 & 02 741 74 08.