Besparingen op Cultuur: wat en hoe?

In opdracht van de Vlaamse regering voert de Vlaamse minister van Cultuur, Media en Jeugd een gemiddelde besparing door van 5% op het totale saneringsvolume van meer dan 1 miljard euro. Op de begroting Kunsten en Erfgoed bedraagt die besparing 12 miljoen op een budget van circa 215 miljoen euro. Voor sociaal-cultureel werk bedraagt ze 9,6 miljoen op een budget van circa 190 miljoen euro. Binnen de jeugdsector is de besparing 4,2 miljoen op een totaal van 71,5 miljoen euro.

Zoals het regeerakkoord stipuleert, moeten de grote Vlaamse kunst- en erfgoedinstellingen (M HKA, Ancienne Belgique, de Filharmonie, Brussels Philharmonic, deSingel, Kunsthuis) kunnen blijven excelleren in het internationale kunst- en erfgoedlandschap. Deze grote instellingen moeten 2,5% besparen. Binnen de socio-culturele sector wordt niet bespaard op de bewegingen, de Vlaamse gebarentaal, en de circuskunsten. In de jeugdsector voorziet de Vlaamse regering binnen de bewegingen in een minimale besparing van 1,1%. De uitleendienst van het kampeermateriaal moet niet besparen. Ook de ondersteuning aan bivakhuizen en jeugdverblijven wordt bijna volledig gevrijwaard.

De sector van het cultureel erfgoed heeft de afgelopen jaren een snelle ontwikkeling gekend en de Vlaamse regering wil die verder tot ontplooiing brengen. De inspanning voor erfgoedinstellingen met een collectie, zoals archieven en landelijke musea, beloopt 4%.

De organisaties zonder collectie, zoals expertisecentra, dienen 5% te besparen, net als de verenigingen, de vormingsinstellingen en de federaties voor amateurkunsten. De enveloppe lokaal cultuurbeleid wordt eveneens met 5% verminderd.

Voor de hele kunstensector voert de Vlaamse regering een besparing door op project- en werkingssubsidies van 7,5%. Dit geldt ook voor het Vlaams Fonds der Letteren en het VAF.

De besparing op de werkingssubsidies voor erfgoedconvenanten met provincies en gemeenten  zal 10% bedragen, net zoals die voor de vijf steden met beleidsprioriteiten. Eenzelfde percentage geldt voor het lokaal jeugdbeleid.

Van de steunpunten wordt een inspanning gevraagd van 20%, omdat de minister eerder op mensen dan op structuren wenst in te zetten. Die inspanning wordt gespreid over de huidige en vorige legislatuur daar sommige steunpunten reeds aanzienlijke financiƫle en organisatorische inspanningen leverden de voorbije jaren.

Deze besparingen gaan in vanaf 1 januari 2015. Ze hebben betrekking op de volledige budgettaire enveloppe, dus zonder een opdeling te maken tussen loon- en niet-loonuitgaven.

De bedragen van de sanering zijn nog niet bekend tot op het niveau van de instelling of vereniging. Volgens de planning van de Regering wordt de begroting op 17 oktober door de ministerraad goedgekeurd. In de daaropvolgende dagen zullen alle betoelaagde instellingen of verenigingen van de administratie een mail ontvangen met het exacte bedrag dat ze moeten besparen. Voor organisaties die met een beheersovereenkomst werken, is er, afhankelijk van de grootte van de sanering, overleg en bijsturing mogelijk. De resterende middelen voor 2014 worden gedeblokkeerd.

Bron: Mededeling van Vlaams minster van Cultuur Sven Gatz in verband met de besparingen op Cultuur, website departement CJSM.