Best practices voor de archivering van sociale media in Vlaanderen en Brussel

Welke bronnen zullen toekomstige wetenschappers en amateurhistorici bij onderzoek naar onze tijd raadplegen? Sociale media zijn niet meer weg te denken in het antwoord op deze vraag. Toch worden ze nog weinig gearchiveerd, vooral omdat er over het archiveren van zulke - bij uitstek vluchtige - content weinig kennis is. KADOC en meemoo slaan daarom de handen in elkaar om de systematische archivering van sociale media te onderzoeken op het vlak van zowel de captatie, metadatering en preservering als de terbeschikkingstelling en het hergebruik.

De uitdagingen op technisch en juridisch vlak zijn groot en er is weinig praktijkervaring in België. Daarom kozen we in dit project om enkel een selectie van de meest gebruikte kanalen te onderzoeken, in het bijzonder Facebook, Instagram en Twitter. De resultaten zullen een basis vormen voor uitbreiding naar andere kanalen in de toekomst. Er wordt bovendien gefocust op publieke berichten.

Het project wordt uitgewerkt aan de hand van concrete use cases. Op basis van de noden van verschillende doelgroepen worden de data van een selectie van socialemediakanalen gecapteerd, gearchiveerd en uiteindelijk ter beschikking gesteld in de verschillende fasen van het project. Daarbij streven we naar een zo groot mogelijke variatie aan pilootprojecten om ervoor te zorgen dat de resultaten van het project relevant zijn voor een zo groot mogelijke groep van actoren. Naast de partners in de pilootprojecten worden ook partners met bijkomende expertise betrokken in een klankbordgroep van het project, met name Algemeen Rijksarchief, KBR en UGent partners in het PROMISE-project rond websitearchivering (2017-2019) en het BESOCIAL-project rond social media (2020-2022).

Het onderzoek wordt onderverdeeld in drie fasen:

  • fase 1: onderzoek naar de verschillende manieren en randvoorwaarden om individuele accounts te capteren en te archiveren;
  • fase 2: onderzoek naar de meerwaarde van het gebruik van API’s en tools voor derden om accounts, tags en hashtags te capteren. Samen met fase 1 zal dat resulteren in de ontwikkeling van een duurzaam model voor captatie en archivering van sociale media;
  • fase 3: onderzoek naar hoe de toegang tot en het hergebruik van gearchiveerde sociale media best wordt gerealiseerd.

Een drie fasen van het project (september 2020-september 2023) werden betoelaagd door de Vlaamse overheid. 

 

Projectresultaten

De verschillende fasen zullen resulteren in goede praktijken en concrete workflows die gepubliceerd worden op CEST, TRACKS en de kennisplatformen van de betrokken partners.

Volgende tools en best practices betreffende captatie en archivering van social activity streams zijn online beschikbaar via het projectoverzicht op CEST: 

Of raadpleeg de projectpagina om door te klikken naar de gepubliceerde rapporten en handreikingen per fase.

Aan het einde van het traject voorzien we een afsluitende studiedag waarin we de resultaten van het project delen met aandacht voor verdere concrete stappen tot samenwerking in de sector. Tussentijdse resultaten worden op relevante studiedagen al gedeeld.

Op lange termijn zal het project bijdragen aan het verzekeren van de opname van sociale media in erfgoedcollecties in Vlaanderen en Brussel. Het project zal de expertise m.b.t. de captatie, archivering en ontsluiting vergroten. Dat is nodig omdat sociale media in de collecties ontbreken en omdat de expertise bij de collectiehouders nog ontoereikend is. Het is voor verschillende partners een eerste stap om sociale media op te nemen in hun erfgoedcollecties.

Daarnaast zetten we in het project een eerste noodzakelijke stap in de afstemming over en samenwerking bij de captatie, archivering en ontsluiting van sociale media. Er zijn verschillende partijen in Vlaanderen en België die de nood voelen en de ambitie hebben om een werking rond de archivering van sociale media uit te bouwen. De kans lijkt klein dat één actor alle noden overkoepelend zal kunnen dekken. Afstemming en samenwerking is dus noodzakelijk.

Partnerorganisaties

Fase 1 en 2

  • KBR (expert bibliotheek, en partner in het onderzoeksproject BESOCIAL);
  • UGent (expert digital humanities, en partner in het onderzoeksproject BESOCIAL);
  • Centrum Kunstarchieven Vlaanderen / M HKA (contentprovider);
  • partners Overleg Landelijke Archieven Vlaanderen (contentproviders):
  • ADVN;
  • Amsab-ISG;
  • AMVB;
  • CAVA;
  • Letterenhuis;
  • Liberas;
  • VAi;
  • Instituut voor Mediastudies KU Leuven (IMS) (contentprovider en expert digital humanities).
Leden stuurgroep
  • KADOC-KU Leuven (coördinator van het project);
  • meemoo (coördinator van het project). 

Praktische info

Looptijd van
Looptijd tot
Organisatienaam
KADOC-KU Leuven
Contactpersoon
Katrien Weyns
Adres
KADOC-KU Leuven
Vlamingenstraat 39
3000 Leuven
Telefoon
016 32 35 44
Financieringsbron(nen)

Subsidies ‘Projectsubsidie voor cultureel-erfgoedwerking op landelijk en internationaal niveau' van het departement Cultuur, Jeugd en Media van de Vlaamse Gemeenschap.

Andere projecten

Azura is een cultureel samenwerkingsverband van zeven gemeenten in de Antwerpse Zuidrand. Met 'Antwerpen Zuidrand' ...

De dienstreis stond in het teken van het congres MuseumNext, intussen toe aan een tiende ...

ADAGIO – A DVN D atabeheer voor A utoriteitsbeschrijvingen: G ekoppeld, I dentificeerbaar en O ...