Van paardenmiddel tot paardendokter. Over de geschiedenis van de paardengeneeskunde

Als stad van het paard nam Waregem het initiatief voor het project ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’, een erfgoedproject rond paardengeneeskunde. Het project werd gerealiseerd door het stadsarchief, dat hiervoor een werkgroep met diverse externe partners samenstelde. Er werd in eerste instantie gefocust op de realisatie van de tentoonstelling ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’, waarin de evolutie in de paardengeneeskunde en het ontstaan van het veterinair onderwijs belicht werden. De voorbereidende fase hiervoor bestond uit twee belangrijke onderdelen, met enerzijds een grondig literatuuronderzoek en anderzijds het opsporen van diverse soorten erfgoed m.b.t. paardengeneeskunde.

Pas na dit literatuuronderzoek en de registratie van interessante collecties, stukken en contactpersonen kon de verhaallijn van de tentoonstelling en diverse tentoonstellingsonderdelen definitief vastgelegd worden, met onder meer de selectie van de tentoonstellingsstukken, het vastleggen van de thema’s voor de filmmontage en het bepalen van de hoofdstukken voor de publicatie.

Een belangrijk onderdeel van de tentoonstelling was de realisatie van een compilatiefilm, waarin afgenomen interviews afgewisseld met archiefbeelden, gemonteerd werden tot tien themafilmpjes.

Het uitgebreide literatuuronderzoek werd gebruikt als basis voor de samenstelling van het boek ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’, dat als duurzaam en blijvend eindproduct kan beschouwd worden.

 Stap 1: Erfgoed paardengeneeskunde: lokalisatie en sensibiliseren

In het voorjaar van 2010 werd een oproep gelanceerd met de vraag naar bruikbaar materiaal, interessante contactpersonen, ... Deze oproep werd kenbaar gemaakt via de gebruikelijke informatiekanalen van de stad, met name de website en de stedelijke informatiekrant. Verder werden flyers verstuurd naar alle bibliotheken, culturele centra, erfgoedinstellingen en archieven in Vlaanderen. Tenslotte werd de oproep ook verspreid via digitale mailing en opgenomen op de website of in nieuwsbrieven van diverse erfgoedinstellingen en organisaties i.v.m. paarden en paardensport, zoals Volkskunde Vlaanderen, Faro, provinciaal archief West-Vlaanderen, Forum Erfgoedverenigingen, het Centrum voor Agrarische Geschiedenis CAG, Cap, Hoefslag, Galop, Hippisch België, Paardenloket, Hippo tv, ...

De respons op deze oproep was groot en afkomstig van zowel stadsarchieven en andere archief- en erfgoedinstellingen als van privépersonen, waaronder verzamelaars, oud-veeartsen, ... Er werd melding gemaakt van archivalisch en iconografisch materiaal of doorverwezen naar interessante contactpersonen.

Alle reacties werden geregistreerd, waarbij voor de verschillende contactpersonen of –instellingen een contactfiche werd aangemaakt. De reacties op de oproep leerden alvast dat in Vlaanderen nog heel wat waardevol paardenerfgoed aanwezig is. Uiteraard werden de reacties getoetst op bruikbaarheid voor de tentoonstelling, hun relatie tot paardengeneeskunde werd met andere woorden nagegaan.

Via de oproep kwamen we in contact met belangrijke bruikleengevers en met interessante oud-dierenartsen voor de interviews. Daarnaast zullen een aantal contacten zeker nuttig blijken binnen volgende projectfases van de stad Waregem i.v.m. paardenerfgoed.

Naast het registeren van een aantal opmerkelijke privécollecties, werkte het project ook sensibiliserend omtrent paardenerfgoed. Zo werden tijdens en na de tentoonstelling stukken geschonken aan het stadsarchief of in bruikleen gegeven voor digitalisering.

 Stap 2: Tentoonstelling ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’

Binnen het project lag de focus op de realisatie van de tentoonstelling ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’. Deze tentoonstelling liep van 15 april tot 15 mei in zaal Bie’tje ter Doest, een voormalige brouwerij, die voor de gelegenheid gehuurd werd door de stad Waregem. Deze tentoonstellingslocatie ligt op anderhalve kilometer van het stadscentrum, aan de achterzijde van de Waregemse hippodroom.

 De tentoonstelling behandelde de ontwikkeling van de paardengeneeskunde, een onderwerp dat vanuit verschillende invalshoeken benaderd werd. Een eerste thema focuste op de familie Bouckaert, een Waregemse veeartsenfamilie die vanaf de 17de eeuw betrokken was bij de behandeling, verzorging en genezing van paarden. Tot deze familie behoort onder meer prof. Jean Isidore Bouckaert, die een belangrijke spilfiguur was bij de ontwikkeling van de Gentse veeartsenijschool. Deze Waregemse familie is representatief voor hoe het veeartsenberoep zich in Vlaanderen ontwikkelde, waarmee het lokale aspect in een ruimere context werd geplaatst.

In een tweede thema werd aandacht besteed aan de zogenaamde paardenmiddelen. Allerlei volkse gebruiken, zoals het opgieten van elixir tegen koliek of het aanroepen van heiligen voor genezing, werden toegelicht. Naast originele voorwerpen, werden ook kunstwerken getoond van Geert Opsomer, die een selectie van zevenentwintig paardenmiddelen in beeld bracht.

Het ontstaan en de evolutie van het veterinair onderwijs vormde ook een tentoonstellingsthema. Hierbij werd het boek ‘Cours d’ Hippiatrique’ van Lafosse, een origineel werk uit 1772 getoond. Het boek bevat gekleurde gravures en wordt nog steeds beschouwd als mooiste boek over paardengeneeskunde.

Daarnaast werd ook de praktijk van de veearts als onderdeel behandeld. Er werd een veeartsenkabinet uit het interbellum nagebouwd. Hiervoor werd in hoofdzaak beroep gedaan op de collectie van een privéverzamelaar die nagenoeg het volledige instrumentarium en archief van zijn grootvader veearts bijgehouden heeft.

Bij het thema anatomie werden unieke stukken getoond uit de collecties van de faculteiten diergeneeskunde van Utrecht en Gent. De didactische modellen, zoals vaatafgietsels van een hoef, plastinaten van onder meer een volledig paardenhoofd en paardenfoetussen op formol konden rekenen op de interesse van elke bezoeker. Daarnaast was zeker ook de skeletassemblage van paard met ruiter een uniek stuk op de tentoonstelling.

Vaak voorkomende aandoeningen en ziekten kwamen aan bod in het thema paard als patiënt. Ook de medicijnen, instrumenten en oude behandelings- en genezingstechnieken werden hier belicht.

 Belangrijke blikvanger op de tentoonstelling was ongetwijfeld het grote multitouchscreen, waar de bezoeker op een interactieve manier kon bladeren en scrollen in heel wat extra beeldmateriaal en informatie. Deze moderne technologie werd door heel wat bezoekers gewaardeerd en beschouwd als meerwaarde voor de tentoonstelling.

 Stap 3: Film ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’

Naar aanleiding van de tentoonstelling werden interviews afgenomen met oud-dierenartsen en oud-professoren. De interviews werden afgenomen aan de hand van een gestructureerde vragenlijst, waarbij vooraf al een selectie werd gemaakt naar thema in functie van relevantie voor de geïnterviewde. De geïnterviewden getuigen over de enorme evolutie die de diergeneeskunde kende in de naoorlogse periode, wat de registratie van deze mondelinge getuigenissen van onschatbare waarde maakt.

Bij het VRT-archief werden archiefbeelden uit de jaren ’50 en ’60 opgevraagd op trefwoord ‘veearts’ en ‘paard’. Oude amateurbeelden werden niet gevonden. De acht afgenomen interviews werden, afgewisseld met de VRT-beelden, gemonteerd tot tien korte themafilms. Volgende thema’s kwamen aan bod: ‘Waarom word je dierenarts?’, ‘De studentenjaren’, ‘De dierenartsenpraktijk’, ‘Paard als patiënt’, ‘Veeartsenijschool op Casinoplein’, ‘Professor Bouckaert’, ‘Eerste vrouwelijke dierenarts’,  ‘Een paard behandel je niet als een beest’ en ‘Dierenarts in Kongo’.

Deze filmpjes waren een belangrijk onderdeel van de tentoonstelling en konden door de bezoeker zelf geselecteerd worden op een klein touchscreen, waarna het gewenste filmpje afgespeeld werd op een groot scherm.

 Stap 4: Publicatie ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’

Ter gelegenheid van de tentoonstelling stelde het stadsarchief ook het boek ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’ samen. Deze uitgave werd gedrukt op liggend A5-formaat, telt 180 blz. en wordt verkocht aan 12 euro, wat net onder de kostprijs ligt.

In het boek worden dezelfde thema’s behandeld die ook op de tentoonstelling aan bod kwamen. Er wordt ingegaan op de geschiedenis van de paardengeneeskunde, met aandacht voor belangrijke auteurs, geschriften en evoluties vanaf de oudheid tot de 18de eeuw. In verband met de geschiedenis van het veterinair onderwijs werd gefocust op de oprichting van de eerste scholen in het 18de-eeuwse Frankrijk, waarna de scholen in Kuregem, Utrecht en Gent aan bod komen. Een tweede hoofdstuk behandelt de evolutie van het beroep van dierenarts, waarbij onder meer de Waregemse veeartsenfamilie Bouckaert en de Poperingse veearts toegelicht worden. Uiteraard zijn ook de zogenaamde paardenmiddelen een belangrijk onderdeel van het boek, net als de ziekten en behandelingen van het paard.

Met het boek werd geprobeerd de verwetenschappelijking van de diergeneeskunde op een bevattelijke manier voor te stellen. De vele tussentitels, de korte tekstfragmenten en de talrijke illustraties  maken deze publicatie vlot en aangenaam leesbaar.

 

Projectresultaten

Publieksbereik      

De tentoonstelling liep gedurende één maand in Waregem en mocht tijdens deze periode ruim  2100 bezoekers ontvangen. Onder de bezoekers telden we naast paardenliefhebbers, leerlingen dierverzorging en diverse verenigingen, ook heel wat dierenartsen en dierenartsen op rust. Gelijktijdig met de opening van de tentoonstelling was Waregem gaststad voor het vijfde European Equine Health and Nutrition Congress. Ook de deelnemers aan dit wetenschappelijke congres bezochten de tentoonstelling, net als professoren en medewerkers verbonden aan de faculteiten diergeneeskunde van Utrecht en Gent.

Geïnteresseerden konden de tentoonstelling in groepsverband bezoeken met begeleiding van een gids. Deze rondleidingen waren, net als de toegang tot de tentoonstelling, gratis. Er werden 27 groepsbezoeken gereserveerd. Daarnaast werden ook op Erfgoeddag op zondag 1 mei twee rondleidingen gegeven.

De tentoonstelling kreeg belangstelling van de regionale tv-zender Focus-wtv, die in drie reportages aandacht had voor ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’. Ook in de weekendbijlage van De Standaard verscheen, naar aanleiding van Erfgoeddag, een artikel over de tentoonstelling.

Na de opstelling in Waregem was de tentoonstelling van 16 tot en met 24 juli  te zien in de Aula van de Universiteit van Gent. Dit gebeurde op vraag van de faculteit diergeneeskunde van Gent, waarbij drs. Marjan Doom, conservator van het Museum Morfologie, het initiatief nam. De tentoonstelling kreeg ook tijdens de Gentse Feesten heel wat belangstelling: ruim 2380 bezoekers kwamen gedurende die 9 dagen langs.

Het reizend karakter van de tentoonstelling was opgenomen in het ontwerpconcept. Zo staan alle tentoonstellingstafels op losse schragen, wat het verplaatsen ervan extra makkelijk maakt. Ook een grote kastenwand werd opgebouwd uit zes afzonderlijk delen op wielen. Mogelijk gaat de tentoonstelling in 2012 geheel of gedeeltelijk naar de universiteit van Utrecht, die net als de Universiteit van Gent als partner betrokken was bij het project. Verder kwamen al officieuze aanvragen voor bruikleen van de tentoonstelling in Birmingham en Limburg.

 De publicatie bij de tentoonstelling kreeg eveneens de nodige belangstelling van het publiek. Het boek werd op 500 exemplaren gedrukt, waarvan er intussen nog 50-tal stuks resteren. Het merendeel van de boeken werd verkocht, een aantal werd als relatiegeschenk aangeboden door het stadsbestuur.

Eerste aanzet tot ontsluiting van het paardenerfgoed

Een geïntegreerd erfgoedverhaal rond de geschiedenis van één van de meest populaire dieren werd in dit project voorop gezet. De combinatie van materiële en immateriële sporen van het verleden van het paard moest een integraal beeld geven dat aan het publiek wordt voorgesteld op een vernieuwende manier. Door samenwerking met partners die de nodige expertise hebben, hetzij op wetenschappelijk vlak, hetzij op vlak van publieksontsluiting van erfgoedprojecten of door een ruime ervaring op het vlak van digitalisering of communicatie en promotie, kon dit project een ruim publiek aanspreken.

Sensibiliseren

Via dit pilootproject werd de interesse bij de bevolking, bij professionelen en wetenschappers en bij hippische verenigingen opgewekt voor het paardenerfgoed. Er werd als doel gesteld om deze actoren te sensibiliseren tot een grotere zorg voor het erfgoed, tot actieve medewerking aan de registratie van dit erfgoed en eventueel tot het in bewaring geven bij gespecialiseerde instellingen indien de optimale conservatie niet verder kan gegarandeerd worden.

Paardennetwerking

Dit project heeft onder meer tot doel om de netwerking tussen de verschillende actoren die zich in de wereld van het paardengebeuren bevinden te versterken. Internationale uitwisseling van expertise wordt hierbij bevorderd. Heel diverse sectoren kunnen met elkaar in contact gebracht worden omdat er een gemeenschappelijke band is die door het erfgoedproject wordt versterkt. De opgebouwde erfgoedexpertise zal ten dienste gesteld worden van andere personen en verenigingen, die bewaring en ontsluiting van erfgoed niet tot kerntaak hebben. Dit netwerk van paardenliefhebbers zal het pad voor onderzoek naar het bestaande paardenerfgoed geëffend kunnen worden en zullen gemakkelijker contacten worden gelegd.

Ook internationaal ontstond een nauwere samenwerking tussen de universiteiten die in dit project participeren. Niet enkel kon expertise worden uitgewisseld op het vlak van conservatie van het waardevolle didactische materiaal die dergelijke instellingen beheren, maar eveneens komt deze internationale samenwerking de aandacht voor publieke ontsluiting van dit waardevolle erfgoed ten goede.

 Uitwisselen van expertise

Het project brengt ongetwijfeld een intense samenwerking tot stand tussen verschillende actoren uit binnen- en buitenland die de aspecten van het verleden van het paard op diverse manieren kunnen kenbaar maken voor hun specifiek publiek. Dit kan de start worden van een uitwisseling van expertise vanuit meerdere invalshoeken. Samenwerkingsverbanden worden immers ook opgestart met erfgoedwerkers, academici, dierenartsen, wetenschappers, studenten, landbouwers, informatici, bibliothecarissen, topsporters en leerkrachten.

De digitalisering en conservering van paardenerfgoed dat in Nederland momenteel al verder gevorderd is, kan voor Vlaanderen een waardevolle aanvulling betekenen. De werkmethodes op het vlak van inventarisering en digitalisering kunnen worden uitgewisseld zodat op eenzelfde manier kan worden verder gewerkt. Dit kan latere uitwisselingen van gegevens vereenvoudigen. Ook de collecties die in Vlaamse (universiteits)bibliotheken bewaard worden, kunnen een aanvulling betekenen. Verder wordt dubbel werk op het vlak van digitalisering vermeden.

De in Vlaanderen ontwikkelde technologie om erfgoed voor het grote publiek aantrekkelijk voor te stellen, o.a. onder de vorm van een multi touch museumtafel, kan in Nederland ook worden opgesteld in het kader van de mobiele tentoonstelling.

Partnerorganisaties

Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde

De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht is de enige instelling in Nederland waar dierenartsen worden opgeleid. Dit betekent dat deze faculteit nationaal (en in toenemende mate internationaal) aanspreekpunt en expertisecentrum is voor alle diergeneeskundige aangelegenheden. Dit betreft zowel de gezondheidszorg voor diverse diergroepen als specifieke volksgezondheidsaspecten zoals het voorkomen van zoönosen (van dier op mens overdraagbare ziekten) en het waarborgen van de voedselveiligheid. De faculteit is toonaangevend in Europa en behoort wereldwijd tot de top 5 van veterinaire instituten.

Universiteit Utrecht, Universiteitsbibliotheek

De faculteit Diergeneeskunde, de enige in Nederland, heeft in de loop van bijna twee eeuwen een prachtige, brede en voor Nederland unieke collectie opgebouwd. Handschriften, gedrukte boeken, foto's, onderwijsplaten en een verscheidenheid aan geneeskundige instrumenten worden door de Universiteitsbibliotheek, de Faculteit en het Universiteitsmuseum bewaard.

Universiteit Gent, Faculteit Diergeneeskunde

De Faculteit Diergeneeskunde biedt academisch onderwijs en diensten  aan die steunen op innoverend toegepast wetenschappelijk onderzoek met diergeneeskunde als centraal thema. De faculteit telt ongeveer 1400 studenten en is één van de 11 faculteiten van de Universiteit Gent. De Veterinaire School werd opgericht in 1933 als "Veeartsenijschool", de tweede diergeneeskundige school in België, de eerste waar de Vlaamse studenten in hun eigen taal werden onderwezen. De school werd officieel erkend door de wet 21 van Juni, 1934. De school was de Vlaamse tegenhanger van het Franse Instituut van Veterinaire Wetenschap, in Kuregem dat vandaag deel uitmaakt van de Universiteit van Luik.

 Universiteit Gent, Museum Morfologie

Het Museum Morfologie van de faculteit Diergeneeskunde beheert, bewaart, beschrijft en digitaliseert objecten uit de collectie van het museum verbonden aan de vakgroep morfologie van de Faculteit Diergeneeskunde. De morfologie bestudeert de uitwendige bouw en vorm van levende wezens (vormleer) en hun organen (orgaanleer). Het Museum Morfologie bewaart onder andere plastinaten en studieobjecten op formol. De plastinatiemethode is een conservatiemethode waarbij al het water uit de weefsels wordt vervangen door aceton, waarna het aceton vervangen wordt door silicone. Na het uitharden van de kunststof (silicone) is het preparaat droog, elastisch en permanent houdbaar. Het is een relatief nieuwe techniek, op punt gesteld door de anatoom Gunther Von Hagens in 1977.

Centrum voor Agrarische Geschiedenis

Het Centrum voor Agrarische Geschiedenis wil het verleden van landbouw, platteland en voeding bestuderen, bewaren en toegankelijk maken voor een groot publiek. Dit cultureel erfgoed wordt belicht in zijn nationale en internationale context, waarbij ook grote aandacht uitgaat naar interactie met actualiteit en toekomst. Het CAG werd eind 2006 door de Vlaamse Overheid erkend als koepelorganisatie/steunpunt voor het agrarisch erfgoed in Vlaanderen.

Leden stuurgroep

De werkgroep

Het project ‘Van paardenmiddel tot paardendokter’ werd gerealiseerd door het stadsarchief van Waregem, dat hierbij kon rekenen op de medewerking van diverse nationale en internationale projectpartners. De faculteiten diergeneeskunde van de Universiteiten Utrecht en Gent waren belangrijke partners inzake wetenschappelijke ondersteuning en begeleiding. Daarnaast speelden beide universiteiten een niet te onderschatten rol als bruikleengevers.  Diverse stukken die op de tentoonstelling te zien waren, waren  afkomstig van de Schubärtgalerij en het Museum Diergeneeskunde, beide deel uitmakend van de Universiteit Utrecht. Voor de Universiteit Gent waren de bruiklenen afkomstig van het Museum Morfologie, de vakgroep pathologie, de Museumcollectie Diergeneeskundig Verleden en de Museumcollectie Heelkunde. 

Em. Prof. Luc Devriese en Em. Prof. Paul Desmet, beiden verbonden aan de faculteit diergeneeskunde van Gent verleenden hun medewerking op vrijwillige basis en stonden in voor inhoudelijke bijsturing van de teksten voor het boek en tentoonstellingslabels. 

Het wetenschappelijk draagvlak van de werkgroep was onontbeerlijk voor het garanderen van een kwalitatief eindproduct. Ook in het kader van netwerking speelde en speelt deze werkgroep een belangrijke rol voor de stad. Via de leden van de werkgroep konden nieuwe contactpersonen benaderd worden. Bovendien verklaarden zowel de universiteit van Gent als die van Utrecht zich bereid om opnieuw als partner te worden betrokken bij volgende projecten van de stad Waregem in verband met ‘het paard’.

Praktische info

Looptijd van
Organisatienaam
Stad Waregem
Contactpersoon
Sandrin Coorevits
Adres
Gemeenteplein 2 8790 Waregem
Telefoon
056 62 12 18
Financieringsbron(nen)

Provincie West-Vlaanderen:            Projectsubsidie in het kader van het erfgoedreglement:  10.000 euro

Vlaamse Gemeenschap:            Projectsubsidie voor een cultureel-erfgoedproject Kunsten en Erfgoed: 40.000 euro

Stad Waregem:             berekening eigen inbreng moet nog afgerond worden