Basisch of alkalisch

Het tegenovergestelde van zuur. De Ph-waarde ligt hoger dan 7 (de neutrale waarde). Zie ook: zuurvrij

Bariet en barietlaag

Bariet is een witte minerale stof, bariumsulfaat (BaSO4), die lange tijd gebruikt is in combinatie met een bindmiddel (gelatine) als coating of als afdeklaag op papier voor drukwerk of bij fotografische toepassingen. De term ‘barietpapier’ circuleert binnen de fotografiewereld als kwaliteitsterm voor de betere soorten afdrukpapier. Tegenwoordig staat ‘barietpapier’ voor een inktjetdruk op een gebariteerd papier. Maar vóór de introductie van digitaal gegenereerde afdruktechnieken was dit een term voor een OZG-afdruk op een papierbasis met een barietlaag. Dit in tegenstelling tot de RC- of PE-papieren die als minder kwalitatief (lees: minder stabiel of minder lang houdbaar) te boek stonden.

Antifonarium

Een antifonarium is een koorboek met gezangen, dat gebruikt wordt in het getijdengebed.

Afstoten

Herbestemmen door schenking, ruil, verkoop, of vernietigen van objecten uit de collectie. In langdurige bruikleen geven valt hier niet onder, omdat het eigenaarschap niet wijzigt. 

Additieve kleurmenging

Kleurraster positieven zijn meestal eenmalig (opname) en bedoeld om te projecteren. De opnameplaat of -film heeft een transparante rasterstructuur bestaande uit drie welbepaalde kleuren gecombineerd met een zilvergelatine emulsie. Het transparante kleurraster fungeert als ‘filter’ tijdens zowel de opname als bij de projectie.

Actieve kool

Actieve kool is een speciaal behandelde koolstof die door adsorptie allerlei stoffen aan zich kan binden. Een belangrijk toepassingsgebied is filteren. (Bron:Wikipedia)

Acetaatverval

Filmmateriaal op cellulose-acetaat werd ontwikkeld tussen 1925 en 1950 om de brandbare en chemisch onstabiele nitraatfilm te vervangen. Acetaat is aanzienlijk minder brandbaar en wordt daarom ook ‘Safety film’ genoemd.

Omdat acetaatfilm bij ontbinding een typerende azijngeur afgeeft, noemt men deze vorm van ontbinding het ‘vinegar syndrome’ of het azijnsyndroom. Cellulose-acetaatnegatieven die lijden aan het azijnsyndroom beginnen in de eerste instantie te golven en vervolgens treden oneffenheden in de emulsielaag op. Als laatste stadium gaat het negatief ‘channelen’, waaronder het krimpen van de filmdrager wordt verstaan. De antihalolaag en de antikrullaag komen plaatselijk los van de drager. Langwerpige luchtbellen vervormen het beeld en hebben het uitzicht van kleine tunnels. Door de verzuring worden ook de antihalokleurstoffen (blauw of magenta) opnieuw zichtbaar. (Bron: Docplayer.nl)

Absolute luchtvochtigheid

De hoeveelheid waterdamp die de lucht op een bepaald moment bevat, uitgedrukt in gram per kubieke meter. Lucht kan maar een bepaalde hoeveelheid waterdamp bevatten. Die maximumgrens is afhankelijk van de temperatuur. Hoe warmer de lucht, hoe meer waterdamp hij kan bevatten. Bijvoorbeeld: bij 10°C kan 1 m³ lucht maximum 9 gram waterdamp bevatten, bij 20°C tot 18 gram, en bij 30°C tot 31 gram waterdamp.

Anoxie

Behandeling van erfgoed tegen schadelijke insecten. Het verlagen van het zuurstofgehalte (%) in de lucht tot op het punt dat insecten niet meer kunnen overleven. Dit kan gebeuren in een luchtdichte zak, tent of in een anoxiekamer en duurt enkele weken.