Masterproef onderzoekt effect object handling met erfgoedobjecten bij personen met dementie

FARO cursus object handling © FARO

De Werelddag Dementie, op 21 september, ligt alweer enkele weken achter ons. Toch willen we in deze blog inzoomen op een opmerkelijk onderzoek naar de rol die cultureel-erfgoedcollecties kunnen spelen voor personen met dementie. Petra Van Pellicom onderzocht welke effecten de methodiek van object handling heeft op thuiswonende personen met dementie en hun mantelzorgers. Dit resulteerde in een uitmuntende masterproef waarmee ze vorig academiejaar aan de VUB een master behaalde in Management, Zorg en Beleid in de Gerontologie.

Object handling als alternatief voor reminisceren

Al enkele jaren promoot FARO via publicaties, piloottrajecten en vormingen de methodiek object handling. Bij object handling staat de therapeutische waarde van (erfgoed)objecten op de voorgrond. Objecten (tactiel) aanraken, werken met museumobjecten die geselecteerd zijn op basis van inspirerende en prikkelende eigenschappen, met mensen connecteren door middel van objecten of gewoon met objecten ‘bezig zijn’, leidt tot positieve resultaten op vlak van algemeen welbevinden.

Met deze methodiek kunt u meer doen dan louter reminisceren met personen met dementie. Daarnaast kunt u object handling ook toepassen bij patiënten in ziekenhuizen, bij mensen die revalideren in dagklinieken, bij therapieën in de geestelijke gezondheidszorg, bij activiteiten in rust- en verzorgingstehuizen, bij dienstencentra en in de thuisverzorging.

Het onderzoek

Petra Van Pelllicom kon al in 2018, tijdens de internationale conferentie Cultural Heritage for Mental Health de opzet en methodologie van haar onderzoek voorstellen aan een internationaal publiek van experts. Doel was om het effect van object handling op thuiswonende personen met dementie en hun mantelzorgers te onderzoeken. Twee partners organiseerden de studie: publieksmedewerkers Griet De Sutter en Liesa Rutsaert van het Huis van Alijn in Gent en Bart De Nil van FARO. Een derde partner, Herlinde Dely van Expertisecentrum Dementie Vlaanderen, zorgde voor rekrutering en disseminatie naar de zorgsector. Als vierde partner faciliteerde de VUB het wetenschappelijk onderzoek.

Alle resultaten zijn terug te vinden in de masterthesis die u kunt raadplegen in de VUB-bibliotheek. Wat hier volgt is een samenvatting van de meest opmerkelijke bevindingen:

  • bij personen met dementie (PmD) zijn positieve gevoelens verbeterd en negatieve gevoelens afgenomen;
  • de stemming van de PmD verbeterde en de familiebanden werden op lange termijn sterker;
  • in de interviews zeggen mantelzorgers dat ze een positief effect voelden in hun relatie met de PmD, dat ze zich in de sessies gesteund voelden door lotgenoten en dat dit anders was dan in zelfhulpgroepen. Ze hebben genoten van de huiselijke sfeer. 

Petra Van Pellicom hoopt naar eigen zeggen dat ze met haar onderzoek “kan bijdragen aan het inzicht dat personen met dementie in staat zijn om nieuwe dingen te leren en dat de tastzin hierin een belangrijke rol speelt. Het is van belang dat zinvolle activiteiten dicht bij huis voor de thuiswonende personen met dementie en de mantelzorgers erkend worden omwille van de positieve impact op hun levenskwaliteit en welzijn. Het staat buiten kijf dat musea hierin een heel belangrijke rol kunnen spelen. Mede daardoor is het erg belangrijk dat de sessies met object handling outreachend en best zo dicht mogelijk in de buurt georganiseerd worden.”

Foto: FARO cursus object handling © FARO

Bart De Nil