Drie erfgoedelementen officieel erkend als immaterieel erfgoed

Weven in het Industriemuseum in Gent © Martin Corlazzoli

Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon plaatst drie nieuwe erfgoedelementen op de Inventaris Vlaanderen voor het Immaterieel Erfgoed. Het handweven, de Mariale Ommegang in Nazareth en het jachthoornblazen op de Fürst-Pless- en Parforcehoorn behoren nu officieel tot het immaterieel erfgoed in Vlaanderen

Handweven

Handweven is een handwerktechniek om textiel zoals kledij, tapijten of huishoudtextiel te vervaardigen. Naast breien, naaien en haken is het een van de bekendste en meest beoefende handwerktechnieken. De handwever bedient een manueel weefgetouw waarop twee sets draden loodrecht met elkaar worden vervlochten: de kettingdraad die over de lengte loopt en de inslagdraad die de kettingdraden kruist.

Handweven is eeuwenoud. Al in de prehistorie werden plantenstrengen ineengevlochten. Ook in tijden van industrialisering blijft handweven populair. De techniek biedt meer mogelijkheden om te experimenteren met materialen en ontwerpen dan het machinaal weven. In Vlaanderen zijn heel wat handwevers actief. Dat zijn niet enkel hobbyisten; ook in de kunstensector en de bedrijfswereld (stalenproductie) zijn ze actief. Als oud ambacht kent handweven ook interessante hedendaagse toepassingen en mixt het kennis, kunde en traditie met creativiteit en innovatie.

Handweven wordt overal ter wereld en in alle culturen beoefend. Het is immaterieel erfgoed dat velen aanspreekt en mensen met diverse achtergronden verbindt. In de geweven stoffen komen niet alleen vakmanschap en technieken tot uiting, maar ook de rijke tradities en symboliek van diverse culturen. Zo fungeert het handweven als een venster op een wereld van verscheidenheid. Door culturele uitwisseling en samenwerking kan het ambacht bijdragen tot begrip, respect en waardering voor verschillende levenswijzen over grenzen heen.

Mariale Ommegang Nazareth

De Mariale Ommegang van Nazareth

In de Oost-Vlaamse gemeente Nazareth organiseert een kleine groep vrijwilligers jaarlijks de Mariale Ommegang. Die ommegang vindt altijd plaats op 8 september, het feest van Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte. Volgens plaatselijke legenden ontstond de ommegang omstreeks 1240. Toen zou een biddende menigte samengekomen zijn rond het beeld van Maria dat aan een boom hing.

De Mariale Ommegang start en eindigt in de dorpskerk. Tijdens de optocht gaan een 500-tal bedevaarders langs dertien met kleurige bloemen versierde kapelletjes. Zo gedenken ze de vijftien geloofsmysteries van de rozenkrans, de belangrijkste passages uit het leven van Jezus en Maria. De gelovigen dragen het 17e-eeuwse Mariabeeld mee en leggen al zingend en al biddend een afstand van 4 kilometer af.

Ook leerlingen van de scholen in de buurt en leden van lokale verenigingen lopen mee in de processie. Na de ommegang worden bezoekers, bedevaarders en processiegangers ontvangen op een ontmoetingsmoment in de voormalige parochiezaal. Het ritueel overstijgt zo zijn religieuze karakter. De ommegang heeft namelijk ook een belangrijke sociale rol. De processie brengt mensen op een laagdrempelige manier bijeen rond zingeving, beleving, traditie en geschiedenis.

De Mariale Ommegang is een goed voorbeeld van de wisselwerking tussen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed. Alle vormen van erfgoed komen samen aan bod. Er zijn de eeuwenoude gebruiken, het mystieke heiligenbeeld en de historische kapellen.

Jachthoornblazen op Fürst-Pless- en Parforcehoorn

De jachthoorn is een natuurhoorn. Dat wil zeggen dat het instrument, in tegenstelling tot de concerthoorn, geen ventielen heeft om verschillende noten te spelen. Op een jachthoorn kan de jachthoornspeler de grondtoon spelen en enkele boventonen. De speler doet dit door op het mondstuk te blazen en de lippenspanning te veranderen. Zo wordt de toonhoogte aangepast en een beperkt aantal noten gespeeld.

Jachthoornblazen op Fürst-Pless- en Parforcehoorn

Jachthoorntradities zijn niet in België ontstaan maar kennen hun oorsprong in Frankrijk en Duitsland. De Parforce- en Fürst-Plesshoorn behoren tot de Duitse jachthoorntraditie. De Parforcehoorn heeft meestal een langer gebogen ontwerp, terwijl de Fürst-Plesshoorn korter en compacter is. Beide hoorns hebben een specifieke en herkenbare klank. Ze worden gebruikt in de jachtmuziek. Het repertoire van de hoorns bestaat uit 45 internationaal erkende jachtsignalen en verschillende muziekstukken, waarvan er nog steeds nieuwe gecomponeerd worden.

Jachthoornblazen was ooit een aristocratisch ritueel tijdens de jacht. Het gebruik is echter geëvolueerd tot een hedendaagse vrijetijdsbesteding met een brede schare liefhebbers. Het jachthoornblazen is toegankelijk voor liefhebbers van verschillende achtergronden. Zowel jong als oud kunnen er zich in uitleven. De jachthoorntraditie verbindt een enthousiaste gemeenschap die vastbesloten is om de melodie van de jacht levend te houden in een moderne context. De muziek van de Parforce- en Fürst-Plesshoorn past niet alleen binnen het jachtgebeuren, maar ook binnen bredere activiteiten waarbij de natuur op de eerste plaats staat. Bij het jachthoornblazen staat de schoonheid van de natuur centraal. Dat wordt bekrachtigd door de muziekklanken en de symboliek erachter.

De Inventaris Vlaanderen geeft een overzicht van ons niet-tastbaar erfgoed: kennis, gewoontes, gebruiken en praktijken die zo belangrijk zijn dat we ze koesteren om aan volgende generaties te kunnen doorgeven.

De minister kan twee keer per jaar nieuwe elementen toevoegen aan die Inventaris. Hij wordt hierin geadviseerd door de Expertencommissie Immaterieel Cultureel Erfgoed.

De Inventaris bevat de elementen die door de minister officieel erkend zijn als immaterieel erfgoed. Dit overzicht is niet volledig: in Vlaanderen en Brussel bestaan er heel wat meer immaterieel erfgoedpraktijken dan dat er op de Inventaris staan.

Foto's: weven in het Industriemuseum in Gent © Martin Corlazzoli / Mariale Ommegang van Nazareth en Jachthoornblazen op Fürst-Pless- en Parforcehoorn, foto's Departement CJM 

Elien Doesselaere