Canon van Vlaanderen: een uitgestoken hand naar de erfgoedsector?

Reynaert de Vos

Op 9 mei 2023 was het eindelijk zover: de Canon van Vlaanderen werd officieel voorgesteld aan het brede publiek. Zestig vensters geven een blik op de geschiedenis van de Vlaamse regio, van de prehistorie tot vandaag. De canon kunt u raadplegen via Canonvanvlaanderen.be. Er is ook de publicatie De Canon van Vlaanderen in 60 vensters.

Maar vanwaar komt de canongedachte? Wat kan de canon betekenen voor de erfgoedsector? En waarom spreekt de commissie liever van ‘De Canon van Vlaanderen’ i.p.v. de ‘Vlaamse canon’?

Inspiratie uit het Noorden

De Vlaamse canon is geïnspireerd op de Canon van Nederland, die al sinds 2006 bestaat. Vijftig vensters geven een inkijk in de Nederlandse geschiedenis. Sinds 2017 kunt u in het Nederlands Openluchtmuseum ook een overzichtspresentatie van de Canon bekijken.

Toch is niet zozeer Nederland, maar wel Denemarken het canonland bij uitstek. In de jaren 2000 kwam er op initiatief van de minister van Cultuur een zogenaamde 'cultuurcanon': een overzicht van liefst 110 topwerken uit kunst, architectuur, design, film en literatuur. Anders dan de Canon van Nederland, lag de focus daar op topwerken, eerder dan op historische gebeurtenissen en personen. De Deense canonhonger was daarmee niet gestild, want in 2016 volgde nog een canon van Deense waarden en normen. Opvallend aan dat initiatief was de participatieve insteek. De regering riep de bevolking op om zelf waarden en normen voor te dragen. Zo’n 300.000 stemmen leverden uiteindelijk een waarden-toptien op, die u hier kunt raadplegen.

Sinds 2016 is de canondynamiek in Denemarken stilgevallen. In Nederland daarentegen is de canon actueler dan ooit. In navolging van de nationale canon, hebben alle Nederlandse provincies en heel wat steden een eigen canon opgemaakt. De nationale canon werd in 2020 ook nog aangepast, aan nieuwe historische en maatschappelijke inzichten. De canon besteedt nu meer aandacht aan donkere bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis en er is meer oog voor diversiteit en internationalisering. Naar aanleiding van deze herijking had FARO in 2020 een interview met de Nederlandse canonvoorzitter, dat u hier kunt raadplegen.

Naar Vlaanderen: geschiedenis, onderwijs & identiteit

“Het is essentieel dat we de Vlaamse identiteit complexloos kunnen beleven, onder meer via gedeelde symbolen. Tegen die achtergrond vragen we aan een groep onafhankelijke experts om op wetenschappelijke basis een Canon van Vlaanderen op te stellen”, zo stond in het regeerakkoord van de huidige Vlaamse Regering Jambon I. Net zoals in Nederland, zou de Vlaamse canon een lijst omvatten van belangrijke personen en gebeurtenissen uit de cultuur, geschiedenis en wetenschappen.

Met deze intentieverklaring was de canondiscussie meteen geopend. Zeker de link met de Vlaamse identiteitsvorming maakte van bij het begin voorwerp uit van polemiek. In het najaar van 2022 kende het debat een nieuwe opstoot, toen een groep historici in een uitgebreid manifest de canongedachte frontaal aanvielen. Vooral de politieke instrumentalisering van het verleden – steeds een gevoelig punt onder historici – vormde een steen des aanstoots. “Maak van de geschiedbeoefening geen discipline of praktijk in dienst van een natiestaat”, zo klonk het als aanbeveling.

In de uitwerking: de canon als pedagogisch instrument

Toch maakte de Vlaamse Regering van bij het begin duidelijk dat een onafhankelijke commissie de canon zou opmaken, los van enige politieke inmenging. Deze commissie, onder leiding van KU Leuven historicus Emmanuel Gerard, stond er ook op om de canon los te koppelen van de Vlaamse identiteitsvorming. De canon moest vooral een pedagogisch instrument worden, om het historisch besef bij de bevolking en de jeugd in het bijzonder te vergoten.

Bij de lancering van de canon op 9 mei 2023 werd dit pedagogische opzet meermaals benadrukt. Om het instrument los te koppelen van de Vlaamse identiteit, spreekt de commissie ook liever van de “Canon van Vlaanderen” in plaats van de “Vlaamse Canon”.

Uitgestoken hand naar het het onderwijs én de erfgoedsector

In het Vlaams Parlement kreeg onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) al meteen de vraag hoe het nu verder moet met de canon. “We gaan dit formuleren als een aanbod aan ons onderwijs”, aldus Weyts, “We moeten niks verplichten ter zake, want ik denk dat de respons, van al die leerkrachten die hiermee aan de slag willen gaan, gigantisch is.”

Opvallend is ook de oproep aan de erfgoedsector om met de canon aan de slag te gaan. Weyts: “Er zijn, denk ik, ook veel mogelijkheden om connectie te maken met de Erfgoeddag en met een erfgoednetwerk, waardoor we alle musea en alle gebouwen die op de een of andere manier kunnen worden geconnecteerd met deze canon, verbinden tot een heel netwerk”.

De link met de erfgoedsector maakte ook cultuurminister Jambon (N-VA) op het lanceringsevent. Hij koppelde de canon aan het 'Vlaams Museum', een online platform dat via verschillende sites en collectiestukken de geschiedenis van Vlaanderen wil vertellen. Dat virtueel museum zou in het voorjaar van 2024 worden gelanceerd. De insteek van dit Vlaams Museum is anders dan de canon, maar beide instrumenten willen 'het verhaal van Vlaanderen' naar een breed publiek brengen. Zo zouden ze elkaar kunnen aanvullen.

Enorme belangstelling

Door de commotie van de afgelopen jaren, kon de lancering op enorme belangstelling rekenen. De eerste druk van de publicatie is inmiddels uitverkocht. Maar de canon kunt u natuurlijk blijven raadplegen via de website.

De bedoeling is dat er de volgende jaren nog een canonversie komt op maat van kinderen en laaggeletterden. Wordt dus  vervolgd.

Op de afbeelding: Reynaert de Vos, een van de zestig vensters uit de Canon van Vlaanderen. Publiek domein via Wikimedia Commons

Gregory Vercauteren