Vlaamse kwalificatiestructuur laat onderwijs en werkveld eenzelfde taal spreken

Op 22 april 2009 keurde het Vlaams Parlement het decreet met betrekking tot de Vlaamse Kwalificatiestructuur goed. Dit decreet wil een betere communicatie tussen onderwijsverstrekkers en het werkveld mogelijk maken. Dit gebeurt door de uitbouw van een gezamenlijk referentiekader: de Vlaamse kwalificatiestructuur. Voor de erfgoedsector biedt dit decreet de kans om kwalificaties van individuen (bv. vrijwilligers) zichtbaar te maken en een duidelijkere vraag naar het onderwijsveld te formuleren. Een studiedag op 11 mei 2009 lichtte één en ander toe. U vindt de presentaties en de belangrijkste documenten op de EVC-site van de Vlaamse Overheid.

De Vlaamse kwalificatiestructuur is een referentiekader dat kwalificaties op een éénduidige manier ordent. Hiervoor onderscheidt men acht niveaus van competenties met een toenemende mate van kennis, autonomie en verantwoordelijkheid. De acht Vlaamse niveaus zijn verbonden met het  EQF (European Qualification Framework), zodat internationaal dezelfde niveaus zullen gelden.

Kwalificaties zijn afgeronde en ingeschaalde gehelen van competenties en bestaan uit het competentieprofiel dat een plaats heeft gekregen op één van de acht niveaus. In de Vlaamse kwalificatiestructuur is plaats voor twee soorten kwalificaties:

  • Beroepskwalificaties: afgeronde en ingeschaalde gehelen van competenties waarmee een beroep kan worden uitgeoefend, gebaseerd op een beroepscompetentieprofiel (of een competentieprofiel voor vrijwilligers).
  • Onderwijskwalificaties: afgeronde en ingeschaalde gehelen van competenties die noodzakelijk zijn om maatschappelijk te functioneren en te participeren, waarmee verdere studies in het secundair of hoger onderwijs kunnen worden aangevat of waarmee beroepsactiviteiten kunnen worden uitgeoefend. Deze kwalificaties berusten op opleidingsprofielen die de leerresultaten of de verworven competenties aan het einde van de opleiding samenbrengen.

Zowel beroepskwalificaties als onderwijskwalificaties worden dus ingeschaald volgens acht niveaus. Door dezelfde niveaus te gebruiken, wordt een eenduidige communicatie tussen het werkveld en het onderwijs mogelijk. Het werkveld kan in competentieprofielen duidelijk maken welk niveau van medewerkers verwacht wordt, het onderwijs geeft aan naar welk niveau zij studenten opleiden. De goedgekeurde kwalificaties zullen in een centrale databank beschikbaar zijn. 

Jacqueline van Leeuwen