MuseumNext: de ecologische keuzes van het Museum of Communication

Planetopia © digitalemassarbeit

Eind maart organiseerde MuseumNext The Green Museums Summit. Heeft u dit digitale symposium gemist? We vatten enkele interessante presentaties voor u samen. Vandaag: de ecologische keuzes van het Museum of Communication, Bern.

De presentatie werd verzorgd door Alexandra Heini, tentoonstellingscurator en verantwoordelijk voor de content van Planetopia, en Ueli Schenk, tentoonstellingscurator, initiator en projectmanager van Planetopia.

Planetopia, Space for World Change

Nog tot 23 juli loopt in het Museum of Communication Planetopia. Space for World Change. De tentoonstelling zoomt in op de impact van ons dagelijks leven op het milieu en hoe onze persoonlijke gewoontes en beslissingen invloed hebben op de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit. Vier tentoonstellingsruimtes − over fast fashion, huisvesting, mobiliteit en voeding − worden aangevuld met twee interactieve ruimtes voor workshops. De workshops staan open voor alle bezoekers en zijn gericht op interactie, participatie en dialoog. Daarnaast worden ook workshops op maat voorzien voor scholen en andere groepen. Wat in de workshops wordt gecreëerd, wordt deel van de tentoonstelling. Aanvullend zijn er nog een aantal duurzame projecten en initiatieven die zich afspelen buiten de museummuren.

Planetopia wil niet zomaar een tentoonstelling zijn, het wil letterlijk een ruimte zijn waar wereldverandering zich afspeelt.” - Heini & Schenk

Planetopia © digitalemassarbeit
Planetopia © digitalemassarbeit
Planetopia © digitalemassarbeit
Planetopia © digitalemassarbeit

World Change Agreement

De tentoonstelling wil mensen actief aanzetten tot actie, onder andere door het meegeven van simpele tips waarmee bezoekers onmiddellijk aan de slag kunnen gaan. De belangrijkste actie is echter de World Change Agreement, een overeenkomst waarin wordt vastgelegd wat iemand concreet zal doen om zijn/haar impact op het milieu te verkleinen.

Het Agency for World Change Agreements werd nog voor de opening van de tentoonstelling opgericht en bestaat uit een mobiele constructie, een soort van balie met aan weerszijden een bankje, dat eenvoudig kan worden opgesteld. Het idee is om buiten de museummuren mensen te bereiken die niet tot het (vaste) museumpubliek behoren.

De World Change Agreement is speels van karakter, maar wordt serieus opgevat. Er is een consultatie waarbij een dialoog ontstaat en er een document van overeenkomst wordt opgesteld, ondertekend en gestempeld. De overeenkomst wordt opgenomen in een registerboek zodat ze een meer bindend karakter krijgt.

“Ik zal mijn grootmoeders trouwjurk laten aanpassen, in plaats van een nieuwe jurk voor mezelf te kopen.” - Voorbeeld van een World Change Agreement

Speciaal voor de tentoonstelling werd ook een digitale versie gecreëerd van de World Change Agreement. Na een reeks vragen verneem je als bezoeker hoe ecovriendelijk je levensstijl is. Daarna kan je een World Change Agreement afsluiten. Met succes: ondertussen werden in de tentoonstelling zo’n 5.000 overeenkomsten afgesloten en via e-mail verzonden naar de bezoekers.

Planetopia © digitalemassarbeit

Er is geen opvolging door het museum. Maar toch zorgt de ontstane dialoog voor binding met de bezoekers, waarvan sommigen terugkomen om een update te geven. Omdat het initiatief als zeer positief wordt ervaren, bekijkt men nu of de World Change Agreement ook elders kan worden toegepast. Tijdens de Summit toonden alvast heel wat collega’s zich enthousiast om het idee over te nemen in hun museum.

Ook intern een leerproces

Bij de lancering van Planetopia werd al snel duidelijk dat bepaalde acties van het museum, maar ook persoonlijke acties en gedrag een probleem konden zijn. Dat resulteerde in een zijproject, ÖMfK (Ökologisches Museum für Kommunikation). Er werd een poll opgesteld, zodat de museummedewerkers mee betrokken werden in het project. Hen werd onder andere de vraag gesteld wat er snel en gemakkelijk kon worden veranderd. Wat in het begin banaal en eenvoudig leek, bleek achteraf veel meer voeten in de aarde te hebben. Zo kwam er tegenkanting tegen het niet langer aanbieden van flessenwater, omdat sommige medewerkers toch liever spuitwater dronken.

Fundamenteler was de bezorgdheid dat het museum te politiek werd. Intern werd gediscussieerd over de vraag of musea wel neutraal kúnnen zijn. Anderen vreesden dan weer dat de grens tussen het privé- en het professionele leven wazig zou worden: “Do we have to eat vegetarian from now on?”. Door actief in dialoog te gaan over deze bezorgdheden, en geen enkele vraag uit de weg te gaan, kon het museum toch iedereen meekrijgen in het verhaal.

Laagdrempelig starten is nodig om de angst om stappen te zetten te verkleinen en door te gaan. Daarna kunnen grotere zaken worden aangepakt. Een voorbeeld van zo'n groter project is de verhuis van het depot van een hoger gelegen verdieping naar de kelder. Dat was nodig, omdat er voor de correcte bewaring van de museumobjecten werd gebruikgemaakt van een energieverslindende airco-installatie. In de kelder, een koelere en stabielere ruimte, was dat niet nodig. Een ander voordeel was dat daardoor de oude depotruimte vrijkwam voor ontmoeting, workshops en cowerkplekken.

Tentoonstelling met minimale milieu-impact

Het idee was om Planetopia uit te werken met 95% hergebruikt materiaal en apparatuur zoals computers en touchscreens. Daarvoor werd samengewerkt met OFFCUT Atelier für nachhaltige Szenografie, een spin-off van OFFCUT, dat gebruikte en restmaterialen inzamelt en verkoopt en zo van restmaterialen weer materialen maakt.

Planetopia © digitalemassarbeit

Kanttekening: het kleine team van OFFCUT had nooit eerder een tentoonstelling uitgewerkt. Het normale proces, waarbij een concept wordt bedacht, gepland, in productie gaat en opgebouwd wordt, werkte niet. Een nieuwe manier van denken was dus nodig, net als kennis over de ‘nieuwe’ materialen. Idem dito voor de media-applicaties. Waar het kon, werd oude apparatuur hergebruikt. Maar nieuwe uitdagingen loerden om de hoek, zoals hardware die niet langer compatibel bleek met bestaande software. Of minder betrouwbaar was. Bovendien bleek er iemand nodig met de nodige technische kennis om herstellingen/aanpassingen te doen. Ondanks deze valkuilen, bleek het toch mogelijk om ook met herbruikbare materialen hoge standaarden in design te hanteren.

In de tentoonstelling zelf wordt met groene informatiestickers aangegeven waar het materiaal vandaan komt, welk materiaal hergebruikt wordt en wat er nieuw is. Zo zijn de bezoeker mee op de hoogte van het project.

Aandachtspunten:

  • Hergebruik is geen maatregel om geld te besparen. De kosten zijn ongeveer hetzelfde als bij een nieuwe productie.
  • Hergebruik neemt meer tijd in beslag en de procedure en het proces verschillen van conventionele projecten. Tussen de concept- en de realisatiefase moet een extra fase worden voorzien om de materialen te vinden, te verzamelen, op te slaan, voor te bereiden en aan te passen. Hou hiermee rekening in de planning en budgettering van je project.
  • Knowhow en een zeer goed netwerk zijn cruciaal om succesvol en efficiënt te werk te gaan.

Conclusie

Planetopia wordt door de sprekers op MuseumNext geëvalueerd als een zeer geslaagd project. Uiteindelijk kon de tentoonstelling uitgewerkt worden met 90% herbruikbare materialen - slechts 5% minder dan wat vooropgesteld was. Bedoeling was vooral om een zaadje te planten in de hoofden van mensen, om hen een klein duwtje te geven. Dat kleine duwtje kan vervolgens heel wat zaken in beweging zetten. Niet alleen bij bezoekers, zo bleek: ook het museum en zijn medewerkers zijn  veranderd. 

SDG 13 Klimaatactie

FARO wil voor en met de cultureel-erfgoedsector inzetten op (ecologische) duurzaamheid, in navolging van de Strategische visienota van minister Jambon. Daarom zult u nog meer berichten en initiatieven rond dit thema zien passeren.

Heeft u deze al gezien (MuseumNext 2022)?

Foto's: persbeelden Planetopia © digitalemassarbeit

Julie Lambrechts