Open uitvoeringvergunningen voor cultuurgoederen
Voor de uitvoer van cultuurgoederen, zowel tijdelijk (bijvoorbeeld in functie van een tijdelijke tentoonstelling) als definitief (bijvoorbeeld bij verkoop), buiten de Europese Unie is sinds 1993 vanaf een bepaalde waardedrempel steeds een uitvoervergunning vereist. Vanaf 1 september 2016 biedt de Vlaamse overheid erfgoedinstellingen die regelmatig bruiklenen geven voor tentoonstellingen buiten de EU, de mogelijkheid om daartoe een open vergunning aan te vragen. Deze vergunningen zijn vijf jaar geldig.
Er wordt een onderscheid gemaakt in vijftien categorieën van cultuurgoederen waarvoor een uitvoervergunning vereist is om ze buiten de EU te brengen. De lijst met vergunningsplichtige cultuurgoederen vindt u terug via de website van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media. De vergunningsplicht is per categorie afhankelijk van de ouderdom en de waarde. Kijk dit dus steeds na.
Er zijn drie types vergunningen:
- De ‘standaardvergunning’ kan gebruikt worden voor elke tijdelijke en definitieve uitvoer van cultuurgoederen. De geldigheidsduur van de vergunning is twaalf maanden na afgifte. Er wordt aangegeven wanneer de cultuurgoederen ten laatste terug in België moeten zijn, en dit maximaal 5 jaar na het verlenen van de tijdelijke uitvoervergunning.
- Een ‘algemene open vergunning’ laat de erfgoedinstelling toe om gedurende de looptijd van de open vergunning (vijf jaar) stukken uit haar vaste collectie tijdelijk buiten de Unie te brengen zonder hiervoor telkens een vergunning te moeten aanvragen.
- ‘Specifieke open vergunningen’ worden afgegeven voor de herhaaldelijke, tijdelijke uitvoer van specifieke, individuele goederen. De looptijd is eveneens vijf jaar.