Nina Simon 1/3: Persoonlijke profielen

Nina Simon wijdt in haar boek The Participatory Museum behoorlijk wat bladzijden aan het thema ‘persoonlijke profielen’. Tijdens de leesgroep op 26 oktober 2012 in Brugge diepten we dit aspect in een kleiner groepje verder uit. We kwamen tot volgende bevindingen. 

De rode draad van het boek is ‘audience centredness’ of publieksgerichtheid. De kernboodschap is dat we musea dienen te herdenken vanuit het publiek. Hoe kunnen we onze verhalen kaderen opdat het publiek aangesproken wordt en zelf iets kan bijdragen aan die verhalen? Een van de vele manieren om anders met het publiek om te gaan, is door te werken met persoonlijke profielen. Het idee is dat je ‘een publiek’ niet als een anonieme ‘menigte’ (crowd) benadert maar dat je als museum aandacht moet hebben voor een persoonlijke aanpak gericht op het individu dat een bepaald profiel heeft. Natuurlijk is het daarbij essentieel om te weten wie dat publiek is, of wie al die individuen zijn. Met publieksonderzoek als basis, kunnen we persoonlijke profielen beginnen te ontwikkelen.

Volgens Nina Simon slaagt een succesvol persoonlijk profiel in drie doelen: “It frames the entry experience in a way that makes visitors feel valuated. It gives people opportunities to deepen and satisfy their pre-existing interests." En: "It gives people confidence to branch out to challenging and unfamiliar opportunities.”

Simon benadert de bezoeker allereerst als een individu, maar daar blijft het natuurlijk niet bij. De bedoeling is om vanuit dat persoonlijke profiel een individu met andere individuen te verbinden. Een museumbezoek is immers een sociale belevenis, of dat zou het toch moeten zijn volgens haar. Wanneer er ‘relaties’ met anderen worden aangeknoopt, is de kans volgens haar groter dat het bezoek bijblijft en dat een bezoeker nog eens zal terugkomen.  

Ze vergelijkt persoonlijke profielen in musea met persoonlijke profielen op online sociale netwerken zoals Facebook, LinkedIn of Flickr. Op basis van een persoonlijk profiel kan je verbindingen maken met anderen die dezelfde interesses hebben. Een intussen gekend principe is dat van de recommendation of aanbeveling: als je op een netwerk zoals Library Thing boeken aangeeft die jij leest of goed vindt, zal het systeem je aanbevelen welke boeken andere mensen goed vinden in een zelfde genre. In musea zouden we kunnen experimenteren met hetzelfde principe. Als je kunstwerk X mooi vindt, is de kans groot  dat je ook kunstwerk Y en Z wel eens zou kunnen appreciëren, enzovoort. Een dergelijk systeem vraagt dat je zelf voorkeuren aangeeft. Zoals in het Sony Wonder Technology Lab in New York City waar de bezoekers zelf een digitaal profiel creëren. Hun naam, eigen stem, foto, favoriete kleur en muziekgenre worden opgenomen en op een RFID-kaart opgeslagen. Wanneer ze deze kaart doorheen de tentoonstelling in een ontvangstapparaat steken, verschijnt hun foto op het scherm. Alle andere opgeslagen gegevens kunnen mee opgenomen worden in de presentatie. Op die manier geeft de bezoeker trouwens ook data terug aan de instelling. Dit zou zeer interessant zijn voor musea: bovendien kan er zelfs op een ‘verdoken’ wijze publieksonderzoek worden gedaan omdat gegevens van bezoekers worden verzameld. Uiteraard moeten we dan weer nadenken over hoe we met deze gegevens om moeten gaan om de privacy van mensen te garanderen.

In de discussiegroep hadden we het ook over een andere manier om persoonlijke profielen te ontwikkelen, met name via ‘personae’, een methode die we vaak tegenkomen in digitale contexten. Een ‘persona’ is een fictief personage – een ‘type’ persoon – met een naam, een leven, een sociale en een culturele achtergrond, enzovoort. Personae ontwikkelen is evenwel geen nattevingerwerk maar is opnieuw gebaseerd op publieksonderzoek, een analyse van maatschappelijke en technologische tendensen. Het voordeel van werken met personae is dat ‘anonieme individuen’ gezichten krijgen en dat hebben we – zoals gezegd – nodig om museumbezoekers persoonlijk te kunnen benaderen. 

Op het einde van deze hele vruchtbare bespreking en uitwisseling van ideeën, spreken we af dat we verder moeten werken met deze persoonlijke profielen en het de moeite loont om concreter te bekijken hoe we hier in onze musea ook verder mee aan de slag kunnen gaan. 

leesgroep