‘Ons’ erfgoed? Minder onschuldig dan het lijkt

We the people. Arjan Einbu via Flickr.com, CC BY-NC 2.0

Sterke tentoonstellingsmakers gaan nooit over één nacht ijs. Ze baseren zich op bronnenonderzoek, (be-)oordelen niet maar blijven op een zo objectief mogelijke afstand. Maar wat als de ene bron een groter waarheidsgehalte kreeg dan de andere? En wat zegt dit over ‘ons’ erfgoed, en over de rol van de erfgoedwerker? Gloria Wekker (Universiteit Utrecht) legt de vinger op de wonde.

Welke waarden zijn belangrijk?

Boeiende maatschappelijke en politieke tijden zijn het wel. De aandacht in het publieke debat voor ‘identiteit’ is terug van nooit weggeweest. Heel ons mens-zijn staat of valt ermee: het duurt een mensenleven lang om enigszins te ontdekken wie u zelf bent. Dan nog lukt het velen niet om er ooit écht achter te komen. Martha Nussbaum, de Amerikaanse politieke filosofe, houdt dan ook niet van de vraag. In plaats van te zoeken naar die persoonlijke identiteit, is het volgens haar realistischer om uit te zoeken welke maatschappelijke waarden u belangrijk vindt, en om die dan als leidraad én streefdoel te nemen.

Erfgoed en identiteit

Maar het zoeken naar identiteit is natuurlijk ook bij uitstek een collectief proces: heeft niet iedereen de wens om bij een bepaalde groep te horen? Niets menselijks is ons vreemd, toch? Cultuur en erfgoed zijn altijd bouwstenen geweest om mensen en groepen een gemeenschappelijke identiteit te geven. Ook daar is op zich niets mis mee, al zijn kritische erfgoedwerkers en historici beducht en op hun hoede voor misbruik. Zoals wanneer erfgoed gekaderd wordt in een eenzijdige en onbestaande, nostalgische en romantische visie op het verleden. ‘Toen alles beter was’, weet u wel. Een bekend voorbeeld is de manier waarop tijdens het Derde Rijk de geschiedenis werd ‘gemaakt’, en de eigen Duitse identiteit netjes en rein vorm kreeg.

Identity. Alaina via Flickr.com, CC BY-ND 2.0

We zijn minder ‘onschuldig’ dan we denken

Gloria Wekker. De Balie via Wikimedia Commons, CC BY 3.0
Gloria Wekker, Witte onschuld. AUP, 2018.

Vooraleer u op uw achterste poten springt: ja, het Duitse voorbeeld is zeer extreem. Het heeft het voordeel van de duidelijkheid, en we weten allemaal hoe erop te reageren. Door ons ervan te distantiëren. Was het steeds maar zo ondubbelzinnig duidelijk. Dat dit niet zo is, toont Gloria Wekker, Nederlands emeritus hoogleraar Gender en Etniciteit aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht, heel overtuigend aan in haar onderzoek naar de manier waarop er in Nederland de voorbije eeuwen een (nationaal) ‘zelfbeeld’ werd opgebouwd. Ze heeft het daarbij over de "Nederlandse zelf-representatie".

In haar zeer lezenwaardige boek Witte onschuld (2016) doorprikt Wekker de mythe, die Nederlanders zelf graag in stand houden: "[Nederlanders zien zichzelf] als een kleine maar rechtvaardige, ethische natie; kleurenblind en dus vrij van racisme; als inherent superieur op moreel en ethisch terrein, en dus een gidsland voor andere volkeren en naties." (p. 9)

Dit diepgewortelde zelfbeeld klopt niet, en Nederlanders zijn dus minder ‘onschuldig’ dan ze pretenderen, aldus Wekker. Op een toegankelijke en heldere wijze licht ze toe hoe huidskleur (en bij uitbreiding gender) bijna ‘onbewust’ wel degelijk al jaar en dag voor uitsluiting zorgen. En hoe het ‘alledaags racisme’ – dat trouwens vaak schijnbaar onschuldig in kleine grapjes tot uiting komt – consequent mee voor die uitsluiting zorgt.

De wegbereidster: Philomena Essed

Als u hier meer over wil lezen, raad ik u ook met stip het artikel 'De herwaardering van Philomena Essed. Het alledaagse was een blinde vlek' in De Groene Amsterdammer aan. Essed kwam in de jaren tachtig reeds tot gelijkaardige inzichten. De tijd was er toen echter nog helemaal niet rijp voor. Om zich als academica te ontwikkelen, was ze genoodzaakt om naar de VS uit te wijken. Voor haar ‘afwijkende’ ideeën was - zélfs – in de zogenaamd ruimdenkende academische wereld geen plaats.

Het culturele archief

In Witte Onschuld werkt Gloria Wekker, naast de concepten ‘onschuld’ en ‘Nederlandse zelf-representatie’, ook het concept ‘culturele archief’ uit. Ze baseert zich daarbij op het werk van Edward Saïd, die deze term in het boek Culture and Imperialism uit 1993 introduceerde. Het gaat hierbij niet ‘letterlijk’ om één fysiek archief dat zich op een welbepaalde plek bevindt. Maar wel om het geheel van erfgoed dat we wel en niet verzamelden doorheen de tijd, de kennis die we op basis van dit erfgoed wel en niet opbouwden, en de dominante systemen en denkbeelden die we aan de hand ervan gaandeweg voor onszelf construeren. Quasi onbewust, alsof die denkbeelden deel uitmaken van ‘ons gedeelde DNA’.

Gloria Wekker: “Het culturele archief bevindt zich in vele dingen: in de manier waarop we denken, dingen doen en naar de wereld kijken, in wat we (seksueel) aantrekkelijk vinden, in de manier waarop onze affectieve en rationele economieën zijn georganiseerd en onderling verbonden zijn. Het belangrijkste is dat het zich tussen onze oren en in onze harten en zielen bevindt.” (p. 33). Kortom, volgens Wekker is het "een opslagplaats voor het [collectieve] geheugen".

Racism sucks. Jay Morrison via Flickr. com, CC BY-NC-ND 2.0

De opslagplaats voor het geheugen is gecontesteerd

Het grote probleem daarbij is natuurlijk dat in die opslagplaats niet ‘alles’ werd bewaard. Het zijn de Grote Verhalen, kenmerkend voor de honderden jaren imperiale heerschappij van de ‘metropool Nederland’, die de grootste ruimtes innemen en kasten vullen. De bronnen, zowel fysiek als mentaal, waar we ons als erfgoedwerkers toch zo graag op beroepen, dragen dan misschien wel een waarheid in zich. Het is problematisch dat zoveel andere bronnen (o.a. uit voormalig gekoloniseerd gebied), met hun eigen waarheden, geen plek in die opslagplaats kregen, werden genegeerd of afgedaan als waardeloos. 

Wat kan u doen?

Reni Eddo-Lodge, Why I'm no longer talking to white people about race. Bloombury.

Lezen en nadenken

Misschien heeft bovenstaande tekst u nieuwsgierig gemaakt, misschien vond u het wel onzin. In beide gevallen ben ik toch zo vrij u aan te raden het werk van Philomena Essed en Gloria Wekker te raadplegen. Rasit Elibol en Jaap Tielbeke maken in De Groene Amsterdammer alvast een heel scherpe analyse van hun werk, én van het belang ervan. Witte onschuld van Gloria Wekker was voor mij persoonlijk een blikopener, net als het boek Why I’m No Longer Talking to White People about Race van Reni Eddo-Lodge. Als u deze teksten met open blik leest, wordt het plots zonneklaar waarom bepaalde discussies – zoals die over ‘Zwarte Piet’ – terecht zo gevoelig liggen.

Kritische kijk op ‘ons’ erfgoed ontwikkelen

In de context van actuele en brede maatschappelijke ontwikkelingen, werpt deze literatuur bovendien een heel ander licht op ‘ons’ erfgoed, op wat we wel en niet hebben verzameld, en op de geschiedenissen en narratieven die we op basis ervan wel en niet hebben ontwikkeld.

Wat is de rol van de erfgoedwerker?

‘Meerstemmig’ werken, en dus ook andere stemmen en narratieven laten horen, is een veelgehoorde oplossing. Maar hoe doet u dat? Cocreatief en participatief gaan werken, en samen met gemeenschappen tentoonstellingen maken om het een en ander recht te trekken: doen! Maar zal dat volstaan? Nee. Het ‘witte denken’ in onze organisaties en in het beleid zal ook moeten plaatsmaken. En we hebben ook nood aan wetenschappelijk onderzoek, dat in de diepte en in de tijd gaat om tot die meerstemmigheid te komen. Daarbij zullen we ook over wetenschappelijke methodes moeten gaan nadenken. De ‘typisch’ westerse document-gerichte aanpak alleen zal niet meer volstaan. Andere wetenschappelijke benaderingen, die peilen naar ervaringen van mensen, zijn even waardevol.

Kom naar het Groot Onderhoud over Conflict en Meerstemmigheid

Ik zei het al, het zijn boeiende tijden, en wat we vandaag zien is nog maar het topje van de ijsberg. Er is veel dat anders moet, en die omslag zal tijd vragen. Dat geldt in het bijzonder voor de erfgoedsector, de betekenissen die we aan erfgoed geven, en de rol van erfgoedorganisaties en -werkers. FARO beseft dit ten volle, en we willen hier dus verder met u en vele anderen over in gesprek gaan. Het thema van het Groot Onderhoud van dit jaar kon dan ook niet beter gekozen worden: meerstemmigheid en conflict (want: kan het een wel zonder het andere?). Meer informatie volgt snel, maar save the date

Verder lezen?

  • Gloria Wekker, Witte Onschuld. Paradoxen van kolonialisme en ras. Amsterdam, Amsterdam University Press, 2016/2018.
  • Rasit Elibol en Jaap Tielbeke, 'De herwaardering van Philomena Essed. Het alledaagse was een blinde vlek', in: De Groene Amsterdammer, nummer 17, 24 april 2019.
  • Reni Eddo-Lodge, Why I’m No Longer Talking to White People about Race. London, Bloomsbury, 2018.

Volg de FARO-blogs van

Foto's:

Olga Van Oost