De non-profitsector professionaliseert zienderogen. In dit boek gaat de auteur op zoek naar de verschillen tussen profit en non-profitmanagement. Aan de hand van negen uitgebreide gesprekken met evenveel captains of non-profit industry krijgt de lezer een beeld van waar non-profitmanagement vandaag staat. “Non-profitmanagement blijkt niet langer het kneusje van de managementklas, maar booming business,” aldus de auteur. “Een discipline die tot volle wasdom is gekomen en de competitie met de profit gerust aan kan.”

Het belang van non-profit

Non-profitorganisaties en hun managers zijn vandaag niet langer de kneusjes van weleer. Het sérieux van de sector vertaalt zich niet alleen in de overstap van tal van managers uit de commerciële wereld naar non-profit, maar ook in de omvang ervan. Sinds augustus 2013 stellen de publieke en de non-profitsector in ons land voor het eerst meer mensen tewerk dan de tertiaire sector. Al zijn er ook belangrijke verschillen met de privé. Denk maar aan de financiering, met afhankelijkheid van subsidies, andere beslissingsprocedures, een ander en vaak strikt gereguleerd personeelskader, maatschappelijke in plaats van resultaatsgerichte doelstellingen … Die verschillen zouden kunnen doen vermoeden dat een non-profitorganisatie leiden minstens anders is en andere competenties vergt dan een commercieel bedrijf.

Hybridisering, professionalisering, commercialisering

Hybridisering, professionalisering en vooral commercialisering blijken de belangrijkste, maar niet steeds meest gunstige evoluties. Hybridisering staat voor de introductie in de non- en social profit en binnen het publiek management van elementen uit de profit in een poging om verenigingen en instellingen efficiënter te runnen. Oude schotten tussen commerciële en non-profit- of publieke organisaties verdwijnen op variabelen als cultuur en management. Niet alleen de overstap van managers, ook de introductie van bijvoorbeeld New Public Management halfweg de jaren negentig heeft actief bijgedragen tot het fenomeen van hybridisering. Het hele idee bestond erin om publieke organisaties veel meer te laten werken zoals privéondernemingen. Gevolg is evenwel dat de essentie soms ondergesneeuwd geraakt: maatschappelijke doelen delven het onderspit. Bestuursorganen volgen niet steeds de logica van het moderne management en medewerkers met een langere staat van dienst hebben moeite met de nieuwe manier van besturen.

De economische context noopt de sector verder om alternatieve financieringsbronnen aan te spreken, als overlevingsstrategie bij de dalende subsidie-inkomsten. Commercialisering is daarvan een gevolg. De moderne non-profit- of social manager tracht de voor de sector typische door de jaren opgebouwde massa aan kennis van zijn organisatie te gelde te maken, liefst via zoveel mogelijk platformen. Een sprekend voorbeeld is het Rode Kruis Vlaanderen, dat haar EHBO-cursussen patenteerde en daar momenteel tot in India inkomsten mee genereert. Ook het Agentschap Wegen en Verkeer commercialiseert tegenwoordig haar jarenlang uitgebouwde databank over verkeersstromen, door tegen betaling verkeersanalyses te maken in opdracht van bijvoorbeeld grote retailers.

Ten slotte betekent een vzw naar succes leiden vandaag dikwijls even moeilijk als een privébedrijf. De omstandigheden mogen dan anders zijn, de context van vandaag is niet meer te vergelijken met enkele decennia geleden. Het is bovendien belangrijk appelen met appelen te vergelijken. Een overheidsorganisatie als VDAB en een qua grootte vergelijkbaar privébedrijf uit de werkgelegenheidssector als Randstad hebben volgens VDAB-baas Fons Leroy met dezelfde uitdagingen te kampen. Beleidsprocessen en beslissingsstructuren zijn bijvoorbeeld vaak vergelijkbaar.

Over het boek

Het nieuwe non-profitmanagement is uitgegeven bij Lannoo Campus en kost 24,99 euro. Werkten mee: Inge Vervotte (vzw Emmaüs), Fons Leroy (VDAB), Piet Vanthemsche (Boerenbond), Bogdan Vanden Berghe (11.11.11), Kristl Strubbe (Herita), Peter Leyman (Beschutte Werkplaats Ryhove Gent), Philippe Vandekerckhove (Rode Kruis Vlaanderen), Bert Hoogewijs (HoGent) en Pierre Breyne (Dienstencentrum GID(t)S). Academische experts van dienst zijn prof. dr. Sebastian Desmidt, prof. dr. Marleen Easton, prof. dr. Bram Verschuere en prof. dr. Joris Voets (UGent).

Over de auteur

Tom Bosman (°1979) is als Directeur Marketing, Communicatie en Gezondheidsbevordering lid van het directiecomité van het ziekenfonds Bond Moyson Oost-Vlaanderen. Hij is Master in de Communicatiewetenschappen en behaalde een Manama Meertalige Bedrijfscommunicatie aan de Universiteit Gent. Hij is daarnaast ook lid van de STIMA Expertgroep 'Cultuur en vrije tijd'.

Bron: persbericht

Goed om weten: FARO plant in het voorjaar 2015 binnen de cluster 'Erfgoed en zaken' ook een opleiding rond 'leiderschap'. Komen ook verder aan bod: marketing, communicatie, fondsenwerving, enz. Hou dus deze website zeker in de gaten!