Voor u gelezen: ‘Glimlach 58’ en ‘Het Achterhuis’
Vorige week herinnerde de media ons aan een belangrijke en historische gebeurtenis: op 17 april 1958 opende Expo 58. Naar aanleiding van die 60e verjaardag is zopas een strip verschenen, Glimlach 58. Strips blijken een laagdrempelig medium te zijn om een bepaalde geschiedenis te vertellen.
Maus was de eerste strip – of noem het een graphic novel - bekroond met de prestigieuze Pullitzer Prize en het startschot voor een heel eigen literair genre, het zogenaamde graphic journalism. Het bekendste uithangbord daarvan is de Maltees-Amerikaanse stripjournalist Joe Sacco, die onder meer in Palestina en het voormalige Joegoslavië werkte.
Rozengeur
In Glimlach 58 wordt echter uit een heel ander vaatje getapt. Hier lijkt de voornaamste drijfveer nostalgie te zijn. Nostalgie naar het ‘expogevoel’ is de motor van het verhaaltje. Verhaaltje, want de synopsis is even vederlicht als ongeloofwaardig. Met een Expo 58-stewardess die in een internationaal spionagekluwen terechtkomt. Het fundament van de strip zijn echter de decors: op elke pagina serveert de tekenaar een ander paviljoen of interieur.
Als lezer wandel je doorheen het verhaal zo niet alleen door de exposite, maar passeer je ook langsheen het onthaalgebouw op het De Brouckèreplein in het centrum van Brussel. De figuranten likken aan expo-ijs, of smullen van een Côte d’Or-chocoladereep. Ook koning Boudewijn wordt opgevoerd, die bij de opening “een historische toespraak” houdt. Het boek besluit met een in rozengeur gedrenkt nawoord en een overzicht van degenen die via crowdfunding hebben bijgedragen tot de productie van het werk. Die lijst leest als een who’s who van de Belgische adel. Niets mis mee, uiteraard, maar het illustreert (deels toch) een stukje de nostalgische hang naar een onbekommerd, ambitieus en ‘duidelijk’ verleden.
Anne Frank
Het boek kwam er op vraag van de Anne Frank Foundation, en is een laagdrempelige manier om het verhaal van de jonge vrouw op een andere manier te brengen. Het stripboek maakt het – op vele terreinen - benauwde samenleven in het bekende Achterhuis zeer aanschouwelijk. De makers, Ari Folman en David Polonsky, hebben hun sporen verdiend met de animatiefilm Waltz with Bashir).
Het sluit dan ook aan bij een aantal andere strips, die we hier eerder signaleerden. Zo nam het Rijksmuseum het initiatief voor het (met de Willy Vandersteenprijs bekroonde) Rembrandt van de Nederlandse stripmaker Typex. Het is, voor zover we dat kunnen inschatten, het Louvre, dat het startschot gaf voor deze creatieve manier van publieksbemiddeling. Onder andere Nicolas de Crecy’s IJstijd is een bijzonder werk.
Verder lezen en kijken:
- Lees meer over graphic journalism in het eerste nummer van Stripgids.
- Wie de VRT-reportages over Expo 58 miste, kan deze herbekijken op de website van VRTNWS. Herinneren we in dit verband ook nog eens aan een van de oudste FARO-projecten, uit 2008, het succesvolle boek Expo 58. Het wonderlijke feest van de fifties van Ans Van de Cotte en Annick Lesage over Expo 58.
Glimlach 58, Baudoin Deville & Patrick Weber, Anspach, 64 p.
Het Achterhuis, Anne Frank (Ari Folman & David Polonsky), Prometheus, 160p.
Illustratie:
- Glimlach 58 (c) Editions Anspach
- Covers Maus
- Abadaringi cover (c) Oogachtend
- Cover Het Achterhuis