Op depot-onderzoek in het Ruhrgebied: Oberhausen

Buitenaanzicht op de Peter-Behrens-Bau in Oberhausen. Foto: FARO/LVR-Industriemuseum

FARO-collega’s Wouter Lammens en Tine Hermans trokken met steun van Erasmus+ in augustus op werkbezoek naar het Duitse Ruhrgebied. Ze bezochten er verschillende erfgoeddepots. In deze blog delen ze hun ervaringen en indrukken. In deze aflevering: de Peter-Behrens-Bau, het depot van het LVR-Industriemuseum in Oberhausen.

Het centraal depot van het LVR-Industriemuseum (LVR staat voor Landschaftsverband Rheinland, nvdr) huist in de zogenaamde Peter-Behrens-Bau, een herbestemd gebouw met een publieksfunctie. FARO werd er warm ontvangen en rondgeleid door drie gepassioneerde dames: Lea Althoff, Susanne Michels en Caroline Lerch.

Sterkte van de Peter-Behrens-Bau

"Sterkte?", horen we u denken? Inderdaad, dat mag u meteen ook letterlijk nemen! Het gebouw werd in 1920 ontworpen door de befaamde Bauhaus-architect Peter Behrens als opslagruimte voor machines en onderdelen van de fabriek Gutehoffnungshütte. Massieve muren, kleine ramen, grote overdekte laadkades, een goederenlift en vloeren met een draagkracht van 1 tot 3 ton per m² (!): de bijna 100 jaar oude infrastructuur leende zich dus perfect voor de zeer omvangrijke en diverse collectie van het LVR-Industriemuseum. Die kreeg er vanaf 1998 een nieuw onderkomen. De buitengevels werden grondig gerenoveerd.

Een binnenzicht op het depot. Foto: FARO/LVR-Industriemuseum

Binnenin werden minimale aanpassingen gedaan: er werden rekken geïnstalleerd en er werd een klimaatinstallatie voor de papier-, textiel- en metaaldepots voorzien. In het gebouw is ook een anoxiekamer aanwezig, die momenteel niet gebruikt wordt omwille van juridische kwesties). Het grootste deel van het gebouw – en de gemengde collectie die het herbergt – wordt enkel geklimatiseerd door een beperkte verwarming in de winter en de nodige natuurlijke ventilatie het hele jaar rond.

Toch blijft de opslag van grote industriële machines een uitdaging, ook voor dit (gespecialiseerde) museum. Een deel van de supersized collectie staat opgeslagen in een aparte loods. Een ander gedeelte siert het grasveld achter de Peter-Behrens-Bau als een soort openluchtsculptuur, opgeluisterd met verlichting en geluidskunst.

Op weg naar beter

De Peter-Behrens-Bau is echter ook een schoolvoorbeeld van dingen die beter kunnen, met situaties die vele lezers zullen herkennen. Toch zitten het museumteam en de nieuwe directie vol enthousiasme en ideeën om bepaalde historische achterstanden weg te werken.

Zo heeft de klimaatinstallatie het einde van haar loopbaan bereikt en is ze even ‘out of office’. Er moet een vervanger komen. In afwachting daarvan neemt het team verstandig de tijd om het huidige klimaat goed in kaart te brengen, te analyseren en tot een oplossing op maat te komen.

Vandaag huisvest het museum ca. 350.000 stukken. In het verleden was er weinig sprake van een evenwichtig collectiebeleid. Het museum wou het industriële en dagelijkse leven in de regio immers zo volledig mogelijk documenteren en keek dus niet echt op een naaimachine meer of minder. Gevolg: goed gevulde zijgangen vol palletten, karren en grote collectiestukken, waardoor niet alle rekken of voorwerpen even vlot bereikbaar zijn. Daar wil het museumteam nu verandering in brengen, al beseft het ook dat dit een werk van lange adem wordt. Bovendien worden het depot en de zeer omvangrijke collectie beheerd met een minimum aan personeel – in totaal 3 VTE – dat nog meer onder druk komt te staan wanneer iemand langdurig uitvalt en niet op een-twee-drie kan vervangen worden.

En natuurlijk is er nog de zogenaamde digitale werf. Het Industriemuseum kijkt reikhalzend uit naar een beter centraal collectie-informatiesysteem, waarvoor de voorbereidingen lopen. De grote collectie glasnegatieven werd alvast volledig gedigitaliseerd!

Textiel en kunststof aan de top

Wist u trouwens dat het LVR-Industriemuseum een prachtige collectie textiel uit het dagelijkse leven heeft? De textielconservatoren stellen hun expertise ook graag ter beschikking van musea in de regio.

Twee textielconservatoren van het museum updaten de gegevens van de collectiestukken in de databank. Foto: FARO/LVR-Industriemuseum

Tijdens ons bezoek was het team volop bezig om een deel van de collectie terug in te huizen en te herverpakken, nadat er een extra compactusrek geplaatst werd. Hun favoriete object? Een 'tuinjurk', die gedragen werd om in de tuin te werken en waarover altijd een schort werd gedragen – getuige de duidelijke ‘afdruk’ die hij achterliet.

Daarnaast biedt het depot een tijdelijk onderkomen aan de grootste collectie plastics van Duitsland, met name van de Kunststoff-Museums-Verein (KMV) e.V. U kunt zich de scope amper voorstellen: van speelgoed over juwelen tot vrouwelijke hygiëneproducten. Wat goed dat die alledaagse voorwerpen verzameld zijn voor het nageslacht!

Ontdek meer over de diversiteit van de collectie in de online catalogus.

Publiek welkom

In de Peter-Behrens-Bau kan het publiek te allen tijde rondleidingen boeken om het depot te ontdekken. Deze gidsbeurten lichten specifieke objecten met een verhaal uit. Ze worden verzorgd door de externe (commerciële) partner die instaat voor het onthaal en de publieksbemiddeling. Een nachtelijke rondleiding doorheen het depot bij het schemerlicht van de eigen zaklamp wordt bijzonder door het publiek gesmaakt. Verder kunnen bezoekers ook nog het verhaal achter het gebouw en zijn architect ontdekken en is er een ruimte gereserveerd voor kleine tijdelijke expo’s.

"Een wandeling door het depot is een soort flashback naar de eigen jeugd. De collectie omvat zoveel aspecten van het dagelijks leven, dat de meeste bezoekers enthousiast worden bij bepaalde objecten en er spontaan een persoonlijk verhaal over vertellen”, zo klinkt het. Een win-win dus!

Toch koestert het team ideeën om het publiek nog meer kwaliteit te bieden en vielen de Vlaamse voorbeelden van open depots niet in dovemansoren.

Gefinancierd door de Europese Unie

Het werk- en leerbezoek aan het Ruhrgebied werd gefinancierd met middelen van Erasmus+, het programma van de Europese Commissie. Om de cultureel-erfgoedsector goed te kunnen ondersteunen zijn we immers altijd op zoek naar voorbeelden en methodieken m.b.t. participatie, educatie en specifieke cultureel-erfgoedpraktijken. Om dat denkproces te versterken, laten we ons graag inspireren door goede voorbeelden en boeiende gesprekspartners in het buitenland.

Smaakt dit naar meer? Kreeg u na het lezen van deze blog ook zin om zelf een blik te werpen achter de depotdeuren in het Ruhrgebied? Dan hebben wij goed nieuws voor u: FARO wil deze reis namelijk graag opnieuw maken, samen met geïnteresseerde professionelen uit de cultureel-erfgoedsector. Geïnteresseerd? Neem dan meteen contact op met Tine Hermans of Wouter Lammens. We houden u verder op de hoogte.

Foto's: FARO/LVR-Industriemuseum.

Tine Hermans