Hoe weert u schadelijk licht?

Musée du Louvre, Parijs. Marco Santiago via Pixabay

Licht is een vorm van (stralings)energie en kan behoorlijk wat schade veroorzaken aan collectiestukken. Op een zonnige dag kan er gemiddeld 3.000 tot 35.000 lux door lichtkoepels of ramen naar binnen vallen. Bij (langdurige) blootstelling aan meer dan 50 lux komen er afbraakprocessen op gang bij lichtgevoelige objecten, waardoor met name kleuren verbleken.

De infrarode (ir) straling, zowel in het zonlicht als in lampen (bv. de vroeger veel gebruikte gloeilamp en halogeenlampen), zorgen voor warmteontwikkeling. Fluctuaties zijn daarvan het gevolg. Als de temperatuur (plots) stijgt, dan daalt de relatieve vochtigheid, en omgekeerd. Temperatuurschommelingen kunnen met andere woorden ook schommelingen in de relatieve vochtigheid veroorzaken. Door een daling van de relatieve vochtigheid droogt organisch materiaal uit, wat kan leiden tot verzwakking, scheuren of barsten. Schommelingen in de relatieve vochtigheid veroorzaken bijvoorbeeld losse verlijmingen en verflagen. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller chemische afbraakprocessen verlopen.

Ultraviolette (uv) straling brengt schade toe aan objecten omdat fotochemische reacties optreden zoals vergelen van vernis en papier en/of het verkleuren van textiel, kunststof of foto’s.

De bekende lichtbronnen zoals de zon (daglicht) en lampen (kunstlicht), zenden zowel zichtbaar licht uit als onzichtbare infrarode (ir) of ultraviolette (uv) stralen. Al dit licht en de stralen zijn schadelijk voor zowel de collectie als de omgeving. Meer daarover leest u onder de schadefactor 'Licht, ultraviolet en infrarood'.

Tref daarom maatregelen om verval van voorwerpen tegen te gaan. In dit hoofdstuk leest u meer over de mogelijkheden van buitenzonwering, binnenzonwering en wegfiltering.

Tips

  • Houd bij de keuze van zonwering niet alleen rekening met de warmte- en lichtreducerende werking, maar ook met inbraakpreventie en insectenwering.
  • Houd ook rekening met het aspect duurzaamheid. Bomen kunnen bijvoorbeeld met opzet vlak voor de gevel of ramen worden geplant om de zon buiten te houden. Vraag steeds naar duurzame materialen en duurzame productiemethodes. Door te kiezen voor zonwering i.p.v. automatische luchtkoeling kunnen de energiekosten een groot stuk omlaag (tot 22%) en daalt de uitstoot van kooldioxide.
  • De meest doeltreffende manier om de warmtetoename te beperken met zonwering is het weren van rechtstreeks zonlicht door buitenzonwering, maar dat vraagt meer onderhoud en is technisch moeilijker te plaatsen. Naar buiten draaiende ramen bemoeilijken deze optie.
  • Voor het uitzicht van een gebouw dat aan de buitenkant nooit zonwering heeft gehad, is zonwering aan de binnenkant over het algemeen de beste keuze.
  • Kies voor zonweringsmaterialen met brandwerende eigenschappen.
  • Sensors kunnen ingezet worden om zonwering bij bewolking, te veel wind of regen automatisch op te halen. Zo kan de verlichting in een ruimte mogelijk aangepast worden.
  • Niet alleen de vorm maar ook de kleurkeuze van de zonwering is van belang. De kleur van de gevel is een uitgangspunt. Vensters worden overdag vaak als donkere vlakken ervaren, een (lichte) kleur zal dat beeld veranderen.
  • U kunt binnenin de ruimte de muren schilderen in een sterk pigmenthoudende witte verf (titaniumdioxide, zinkoxide of loodoxide). De pigmenten absorberen ultraviolette stralen, zodat het gehalte in het gereflecteerde licht sterk wordt verlaagd.
  • Binnenzonwering zoals bv. lamellen, vitrages en (over)gordijnen kunnen een handig onderdeel uitmaken van de scenografie. Ze kunnen een rol spelen als ruimteverdeler of sfeermaker en kunnen lokaal de zon weren of plaatselijk de akoestiek verbeteren (bv. bij projectiezones).
  • Folies kunnen uv-werend, verduisterend of inbraakwerend zijn en op een verantwoorde manier de collectiestukken beschermen. Ze kunnen eveneens een specifieke sfeer creëren die bepalend is voor de bezoekersbeleving in een tentoonstellingsruimte.
Binnenzonwering als onderdeel van de scenografie. Foto: Yonghyun Lee via Unsplash

Afwegen

  • Is het nodig om de gehele ruimte te verduisteren of kunt u het plaatselijk aanpakken? Verduister bv. enkel de vitrine of kast met licht- en warmtegevoelige voorwerpen.
  • Welke mate van doorzicht wenst u?
  • Welke zonwering is er al op/in het gebouw aanwezig? En welke was er vroeger? 
  • Wat zijn de mogelijkheden op/in het gebouw voor binnen- en buitenzonwering? 
  • Hoe is de schaduwwerking van de omgeving en de oriëntatie van het pand? 
  • Mag de zonwering opvallen of net niet?
  • Welke mogelijkheden zijn er om de zonwering schoon te maken?
  • Zijn er naar buiten of naar binnen draaiende ramen?
  • Het idee dat licht aan de noordzijde 'onschuldiger' is dan invallend zonlicht aan de zuidkant, klopt niet. Hoewel invallend zonlicht uit het zuiden wel meer warmteontwikkeling veroorzaakt, bevat noorderlicht in verhouding meer uv-straling.
  • Denk bij het aanbrengen van zonwering niet alleen aan de binnenzijde, maar ook aan het effect op de buitenzijde/gevel van het gebouw. Behalve de vorm bepaalt ook de kleur in hoge mate het gevelbeeld.
  • Hoe is de windbelasting op de gevels? 
  • Wat is de grootte van de ramen? Hun hoogte en breedte bepalen grotendeels de mogelijkheden.
  • Welke technische en bouwkundige mogelijkheden heeft het pand? 

Bijkomende afwegingen bij historische gebouwen

  • Bij het aanbrengen van zonwering op historische gebouwen contacteert u best een erfgoedconsulent. 
  • Bij beschermde gebouwen hebt u voor zo'n aanpassing de toelating nodig van het Agentschap Onroerend Erfgoed.  
  • In welke stijl is het pand gebouwd? 
  • Wat was de oorspronkelijke functie? 
  • Is er oorspronkelijk zonwering aanwezig geweest aan de binnen- of buitenkant? Zijn de ramen kenmerkend voor het gebouw? 
  • Hoe wordt de gevel ervaren? Hoe is de uitstraling van het gebouw in zijn omgeving? 
  • Hoe worden de ramen aan de binnenkant ervaren? 
  • Als het cultuurhistorische belang is afgewogen, als herstel van de historische zonwering geen optie is en als u kiest voor een moderne zonwering, is het belangrijk tot een afgewogen keuze te komen.

Doen

  • Onderzoek voor elk gebouw afzonderlijk, of zelfs voor elke ruimte, wat de mogelijkheden zijn voor een passende oplossing. Binnen een pand of zelfs bij één venster kunnen verschillende types zonwering naast elkaar worden gebruikt.
  • Om een idee te hebben van de lichtintensiteit kunt u voor en na metingen uitvoeren. Indien nodig kunt u hiervoor uv- en lichtmeters uitlenen bij onze Uitleendienst.
  • Bij een verbouwing of nieuwbouwproject houd u vanaf de conceptfase rekening met de invloed van het licht in uw gebouw. Er zijn veel creatieve oplossingen mogelijk. Zie bv. deze voorbeelden:
Institut du Monde Arabe, Parijs. Foto: Louis Colbee via Unsplash
Tijdelijke gevelbekleding muséeMagrittemuseum. Warburg via Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0