Hoe communiceert u inclusief, in taal en beeld?

Kringen in het water. Foto: Linus Nylund via Unsplash

Taal leeft. Woorden die ooit alledaags waren, zijn dat nu niet meer. Een publiek aanspreken met ‘Beste heren en wijven’ is vandaag echt niet meer aan de orde. In het Middelnederlands was wijf nochtans een heel neutraal woord. Het woord vrouwe kon een synoniem zijn van wijf, maar door de band genomen duidde het iemand in een hogere positie aan, een edelvrouw.  
 
Taal evolueert dus. Elke dag opnieuw beschrijven we de werkelijkheid aan de hand van taal. We gebruiken taal om onze denk- en wereldbeelden uit te drukken. En we bedienen er ons quasi achteloos van. 
 
Ook in cultureel-erfgoedinstellingen speelt taal een cruciale rol. Denk bijvoorbeeld aan zaal- en catalogusteksten, wervende teksten in folders, websites, nieuwsbrieven en sociale media. Maar ook in de backend van ‘het erfgoedbedrijf’, zoals in inventarissen, verslagen en andere (beleids)documenten is taal alomaanwezig.
  
De voorbije jaren is het steeds duidelijker geworden dat de taal die we gebruiken niet onschuldig of neutraal is, en dus niet zonder gevolgen is. Woorden doen ertoe, ze hebben impact. We zijn ons dus maar beter bewust van wat we zeggen. Dat is een eerste, cruciale stap. De volgende stappen? Onze reflexen, want dat zijn het vaak, deconstrueren, afleren en vervangen.  
 
Het gesproken en het geschreven woord is één zaak. Daarnaast vertolken campagnebeelden, beelden in een tentoonstelling, sfeerfoto’s etc. mee het imago van uw organisatie. Naast de taal die u hanteert, zeggen ze veel over uw organisatie en wat die wil uitstralen. Dat maakt ook dat ze heel wat vragen oproepen:  

  • Hoe zoekt u via afbeeldingen aansluiting bij de diversiteit in de samenleving?   
  • Maar ook omgekeerd: hoe voelt de diverse samenleving zich aangesproken door het beeldgebruik?   
  • Hoe worden gevoelige thema’s verbeeld?   
  • Welke referentiekaders en perspectieven spelen mee in uw beeldgebruik?     

Vandaar dat we in dit dossier zowel taal als beeld behandelen.  

Waarom zou u inclusief willen zijn in uw taal en beelden? 

Vergelijk het met klimaatverandering. Die verandering op zich is neutraal, maar wordt gepolitiseerd door politici en andere actoren. Zo is het ook met inclusieve taal en beelden. Een fundamenteel kenmerk van de democratische rechtsstaat is dat iedereen gelijk moet behandeld moet worden. Inclusie gaat dus niet over ‘wokeness’ of over ‘links’ of ‘rechts’, wel over het basisprincipe van gelijkheid.
 
Dit dossier helpt u verder op weg richting een (meer) inclusieve (beeld)taal in uw organisatie. We werken niet met een afvinklijst of checklist, wel reiken we u enkele principes aan. We doen dat aan de hand van acht vragen, die leven in de sector: 

  1. Hoe wordt u zich bewuster van kwetsend taalgebruik? 

  2. Hoe schept u ruimte voor verschillende stemmen? 

  3. Hoe reageert u op kwetsende uitspraken in contacten met bezoekers en groepen? 

  4. Hoe gaat u om met kwetsende taal in de beschrijving van uw collectie(s)?
  5. Hoe spreekt u iedereen aan zonder ongewild te etiketteren of te schofferen?  

  6. Hoe zorgt u voor een heldere en toegankelijke communicatie?  

  7. Hoe straalt u ook een inclusieve beeldcultuur uit?  

  8. Hoe gebruikt u beelden die als beladen worden ervaren?  


Het dossier is gebaseerd op de FARO-vormingsreeks over inclusieve taal en beeldtaal uit 2021. Hebt u nog bijkomende actuele informatie? Laat het ons zeker weten. 

Hier lichten Katrijn en Elien al een tipje van de sluier:

Hoe maakt u uw organisatie meerstemmiger? 

Wat ingesleten is in onze taal, is ingesleten in onze institutionele mechanismen. Toewerken naar een inclusieve taal is bijgevolg niet voldoende. Een inclusieve, en dus meerstemmige, erfgoedorganisatie heeft aandacht voor en handelt naar de verschillende perspectieven in onze samenleving, zowel voor als achter de schermen van de werking: 

Hoe is uw selectieprocedure georganiseerd? Hoe ziet uw personeelsbestand uit? Wie zit er in de raad van bestuur? Wat verzamelt u? Wiens erfgoed maakt u als organisatie zichtbaar? Over welke geschiedenissen vertelt u? Over wat maakt u een tentoonstelling? Hoe maakt u die tentoonstelling? Welk taalgebruik hanteert u? Met welke partners werkt u samen? Wie behoort tot uw netwerk? Aan welke initiatieven geef u uw geld? Welke inspanningen levert u voor welk doelpubliek? Etc.  

Meer info over hoe u uw organisatie meerstemmiger kunt maken, leest u hier