In een droogkamer laat men natte of vochtige collectiestukken gelijkmatig drogen. Vaak wordt deze ruimte ingericht in combinatie met een wasruimte waar bodemvondsten worden afgespoeld of gezeefd.

Grote hoeveelheden gewassen archeologische vondsten of zeefresten uit bodemstalen krijgen hier de kans om langzaam aan de lucht te drogen. Denk aan aardewerkscherven, bouwmaterialen, beenderen, leer, plantenresten ... allemaal uit een archeologische opgraving. Wanneer dit vondstmateriaal voldoende gedroogd is, kan men het onderzoeken, reconstrueren, tentoonstellen, verpakken of onderbrengen in het depot. 

Doen

• Gebruik geperforeerde stapelbakken uit kunststof die voldoende luchtcirculatie toelaten en die u kunt stapelen.
• Zorg voor voldoende luchtcirculatie in de droogkamer.
• Gebruik een ruimte die voorzien is van centrale verwarming.
• Haal al het gedroogde materiaal weg uit de droogkamer vooraleer opnieuw natte objecten binnen te brengen.
• Gebruik de beschikbare ruimte zo efficiënt mogelijk. Een groot lokaal kunt u voorzien van voldoende (schraag)tafels. In een kleiner lokaal kunt u in de hoogte werken door geperforeerde bakken met vochtig materiaal op elkaar te stapelen.

Afwegen

• Gebruik een mobiele ontvochtiger om de relatieve vochtigheid in de kamer te helpen drukken.
• Ga na of de droogkamer ook gebruikt kan worden in geval van watersnood in de collectie.
• Houd de afstand tussen droog- en wasruimte zo kort mogelijk.

Laten

• Berg nooit andere materialen op in de droogkamer. De tijdelijk hoog oplopende luchtvochtigheid aan het begin van het droogproces kan immers schadelijke gevolgen hebben.