Aftakeling van schilderijen

Vuilophoping tussen spieraam en doek. © Anne-Cathérine Olbrechts

Schilderijen zijn gevoelig voor heel wat schadefactoren, maar ook voor natuurlijke veroudering en aftakeling die inherent zijn aan het materiaal. Welke vormen van schade kunt u bij schilderijen aantreffen? Een overzicht.

Natuurlijke veroudering 

De natuurlijke veroudering van een schilderij betreft de hele structuur, van drager tot vernislaag. Ze is onvermijdelijk en onlosmakelijk verbonden met het schilderij. Het verouderingsproces kan hooguit worden vertraagd, het volledig stoppen is niet mogelijk. Alle materialen verouderen op hun eigen manier en het proces kan versneld of vertraagd worden door een combinatie van verschillende materialen. De mate waarin een schilderij veroudert en de snelheid waarmee dat gebeurt, wordt niet alleen beïnvloed door de gebruikte materialen en technieken, maar is voor een groot deel afhankelijk van externe factoren, zoals de bewaaromstandigheden (het klimaat) en de zorg die aan het voorwerp wordt besteed.

Drager

Hout

Schadebeeld

  • Gaat bol staan als de relatieve vochtigheid daalt (zie foto).
  • Paneelnaden kunnen doorbarsten en open gaan staan.
  • Barsten in het hout (niet op een paneelnaad).
  • Houtborende insecten (uitvliegopeningen aan voor- en achterzijde) (zie foto).
  • Delamineren van een triplexdrager.
  • Zwellen/krimpen van een MDF-drager onder invloed van vochtinwerking.
Houtboorders. © David Lainé/IPARC, België
Kromgetrokken paneel. © David Lainé/IPARC, België

Drager

Doek

Schadebeeld

  • Scheuren en gaten (zie foto).
  • Spieraamcraquelé: aftekening van het spieraam.
  • Slakhuiscraquelé: spiraalvormig craquelurenetwerk veroorzaakt door puntbelastingen in het verleden.
  • Geoxideerde nagelgaten op de omslagboord van het doek (zie foto).
  • Verfverlies door lang opgerold te zijn, met de verflaag naar binnen.
  • Doorhangen van het doek onderaan (buikvorming).
  • Golvend doek in de hoeken door spanningsverlies.
Scheur in het doek. © David Lainé/IPARC, België
Corrosie van de nagels. © David Lainé/IPARC, België

Drager

Metalen

Schadebeeld

  • Omgeplooide hoeken en/of boorden door stoten en puntbelasting.
  • Blutsen en deuken in het oppervlak.

Papier/karton

  • Scheuren, gaten, afgebroken hoeken (zie foto).
  • Foxing (oranjebruine vlekjes).
  • Verzuring (broos en breekbaar worden van de drager).
  • Schimmelvorming achter het glas of backing van de lijst (zie foto).
Schimmel achter backing. © David Lainé/IPARC, België
Scheur in papieren drager. © David Lainé/IPARC, België

Drager

Lijst

Schadebeeld

  • Lacunes in de ornamentiek, die vaak van gips is gemaakt (zie foto).    
  • Scheluw getrokken latten.
  • Slijtage in het bladgoud of slagmetaal op de ornamenten of latten.
  • Openstaande hoekverbindingen.
Lacune in de lijst. © David Lainé/IPARC, België

Drager

Leer

Schadebeeld

  • Uitdroging.
  • Huidvormig craquelurenetwerk.

Relatieve vochtigheid 

Organische materialen, zoals hout, linnen en dierlijke lijm, zijn hygroscopisch. Ongeacht hun ouderdom absorberen zij vocht uit de omringende lucht wanneer de RV stijgt en wasemen zij vocht uit wanneer de RV daalt. 

Lage relatieve vochtigheid (<40%RV)

  • de drager geeft vocht af aan de omgeving;
  • de drager krimpt en wordt bros (houten paneel, doek, leer, papier, karton);
  • de drager deformeert (in ernstige gevallen zelfs definitief);
  • paneelvoegen breken open of scheuren ontstaan in het hout.

Hoge relatieve vochtigheid (>65%RV)

  • de drager neemt vocht op uit de omgeving;
  • bij langdurige blootstelling vergroot de kans op aantasting schimmels, kevers ...;
  • linnen dragers gaan los hangen;
  • blindslag (troebel of wit uitslaan) van de vernislaag.

Schommelingen

  • bij bruuske sprongen in RV kan een houten drager breken (u hoort het paneel duidelijk kraken);
  • de drager verliest zijn elasticiteit;
  • doeken gaan doorhangen (buikvorming, spanningsondulaties in de hoeken ...);
  • er ontstaan craquelures in de verflaag;
  • schotelvorming van de verflaag: de drager krimpt maar de 'versteende' verflaag kan de beweging niet volgen waardoor de verflaag samengetrokken wordt en opstuwt;
  • opstuwingen in de preparatie- en verflaag veroorzaken verfverlies.

Let op: een metalen drager is minder gevoelig voor schommelingen in de RV. Het zal hierdoor niet krimpen of uitzetten. Bij te hoge RV kan een metalen drager wel corroderen. Toch kan de verflaag van een schilderij op metaal ook loskomen door het verschil in krimp- en uitzetgedrag van de preparatie- en/of de verflaag.

Temperatuur 

Warmte beïnvloedt het klimaat en de relatieve vochtigheidsgraad staat hiermee in een directe relatie. Een veel voorkomende fout is een vochtige ruimte opwarmen om 'uit te drogen': dat creëert de ideale omstandigheden voor schimmelvorming.

De temperatuur blijft het best zo stabiel mogelijk. Grote en plotse temperatuurschokken gaan vaak gepaard met grote schommelingen in RV. Deze grote sprongen kunnen op korte tijd erg veel schade aanrichten aan drager en verflaag. De algemene aangenomen norm is 16 tot 18°C. Maar een stabiele temperatuur is het belangrijkst.

Warmte kan ingezet worden om insecten te verdelgen, zoals houtworm en textielvreters. Een goed systeem is voorzien van een stabiel en gereguleerd vochtklimaat. De chemische degradatie door de geproduceerde warmte is in zo'n geval verwaarloosbaar, omdat de tijdsduur zeer kort is. Ook vriestemperaturen kunnen in deze context gebruikt worden.

Let op: ook lichtstralen zijn een (sterke) warmtebron. Zo kunnen directe lichtstralen (bv. zonnestralen) een object heel snel doen opwarmen. Ook halogeenlampen hebben vaak dit effect. Vermijd dan ook directe belichting met zonlicht, sterke halogeenlampen of spots.

Licht 

Ook licht kan een oorzaak van (versnelde) schade zijn. Vooral te hoge waarden van ultraviolet en infrarood licht zijn het schadelijkst.

Schade door ultravioletstralen

  • In direct zonlicht zit een kleine hoeveelheid uv-licht. Dat versnelt het verval omdat het de energie levert die nodig is om chemische afbraakreacties in gang te zetten.
  • Kleuren kunnen hierdoor verbleken.
  • Uv-licht tast textielvezels aan, waardoor het doek verzwakt.
  • De schade is afhankelijk van de samenstelling van het licht en de intensiteit en duur van de belichting.

Schade door infraroodstralen

  • In direct zonlicht zit een grote hoeveelheid IR-licht (ca. 50%).
  • De onzichtbare infrarode straling is vooral schadelijk vanwege de warmte-afgifte, waardoor materialen kunnen opwarmen en uitdrogen.
  • Infrarood licht kan metalen dragers doen opwarmen. Door het opwarmen zet de drager uit, waardoor de verflaag loskomt. Gevolg: verfverlies.

Water

Water kan zowel de drager als de verflaag grondig beschadigen. Het kan gaan van kleine waterspatjes tot het volledig oplossen van een verflaag.

Waterschade kunt u vaak herkennen aan:

  • druipsporen of waterdruppels op het object;
  • vochtkringen in papier, doek of op houten panelen;
  • blindslag van de vernis- en/of verflaag;
  • opstuwingen in de verflaag;
  • opzwellen van de papieren drager;
  • opzwellen van dierlijke lijmen (in de grondeerlaag of in de verflaag);
  • oplossen van het bindmiddel in aquarelverf (Arabische gom).

Schimmelvorming, aantasting door houtborende insecten en verfafbladdering kunnen een gevolg zijn van waterschade.

Verontreiniging 

Stof op spieraam. © David Lainé/IPARC, België

In principe zijn alle atmosferische deeltjes schadelijk omdat ze als een vervuilende laag op het oppervlak van een schilderij terecht kunnen komen. In de lucht die het schilderij omgeeft, zitten vaste, vloeibare en gasvormige stoffen. Ze zijn afkomstig van het verkeer, de industrie, de energiewinning, verbrandingsprocessen en andere bronnen van vervuiling, zoals materialen die (on)rechtstreeks met het schilderij in contact komen. 

  • Door een zaal te ventileren of voor het publiek open te stellen komt de vervuiling van de buitenlucht binnen.
  • Planten verontreinigen de lucht met pollen en sporen. Bovendien lokken ze insecten, een bron van vervuiling.
  • Menselijke activiteiten als vegen, afstoffen en allerlei werkzaamheden produceren stof. 
  • Stofdeeltjes wervelen rond, dwarrelen neer ... en komen op de schilderijen terecht.
  • Slecht onderhouden mobiele luchtbevochtigers kunnen stofdeeltjes en schimmels in de lucht brengen of verspreiden.
  • Stofdeeltjes verontreinigen het hele schilderij: de voor- en achterkant en de lijst.
  • Stofdeeltjes vormen een grauwsluier op het verfoppervlak.
  • Mettertijd kunnen stofdeeltjes zich sterker aan het oppervlak hechten, waardoor ze moeilijker te verwijderen zijn. Bij moderne en niet-geverniste schilderijen kan een dergelijke vervuiling problematisch zijn.
  • Bovendien is stof hygroscopisch en trekt het micro-organismen en insecten aan. Stof in combinatie met vocht, zuurstof en een goede voedingsbodem (bv. dierlijke lijm) is de ideale omgeving voor schimmelontwikkeling en insecten (zie foto onderaan op deze pagina).
  • Ophopingen van stof en vuil tussen het doek en het (spie)raam kunnen zelfs deformaties veroorzaken. 

Biologische aantasting 

Neem zo snel mogelijk contact op met een deskundige als u sporen aantreft van insecten- of schimmelaantasting.

Boormeel van houtboorders. © David Lainé/IPARC, België

Tips & trucs

  • Voorkom de ontwikkeling van schimmelsporen door te zorgen voor een goed klimaat waarbij de RV onder controle gehouden wordt. De meeste schimmels groeien pas bij een langdurig hoge RV van meer dan 65%.
  • Zorg voor voldoende ventilatie en een snelle herstelling van waterlekken. 
  • Schimmelplagen kunt u voorkomen door ruimten schoon te houden (zeker waar gegeten wordt) en objecten te ontstoffen. Etensresten kunnen ook ander ongedierte aantrekken: muizen, ratten kakkerlakken, zilvervisjes ...
  • Vervuilde filters (van airconditioningsystemen, bevochtigers, ontvochtigers, stofzuigers) zijn dikwijls een bron van schimmels. Maak ze tijdig schoon of vervang ze. 
  • Als u sporen van een schimmelinfectie aan een kunstwerk constateert of zelfs maar vermoedt, haal er dan zo snel mogelijk een restaurateur bij om het werk te behandelen. 
  • Wees voorzichtig: schimmels kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid.
  • Boormeel kan wijzen op een aan de gang zijnde activiteit. Nieuwe uitvliegopeningen herkent u aan de scherpe randen en de 'verse', niet-vervuilde kleur van het hout.
  • Een hulpmiddel: u kunt de uitvliegopeningen met een beetje aquarel kleuren, zodat nieuwe gaatjes beter opvallen.
  • Gewoonlijk verschijnen nieuwe uitvliegopeningen tussen april en juni.
  • Controleer elke lente de schilderijen op rondvliegende kevers (en dood ze) en op cadavers en uitwerpselen (kleine cilindertjes, bolletjes of sigarenvormpjes). Er zijn in de handel 'plakvallen' voor de detectie (niet de bestrijding!) van houtworm en andere insecten.
  • Controleer zorgvuldig alle schilderijen die het museum binnenkomen (bruiklenen, terugkerende stukken uit de eigen collectie …). Zij vormen immers een besmettingsrisico.
  • Als u een besmetting vindt, waarschuw dan de eigenaar en de restaurator. Laat het geïnfecteerde object door de eigenaar behandelen of weghalen.
  • Behandel een geïnfecteerd schilderij nooit zelf.
  • Geen enkele desinfectie is efficiënt als de oorzaak van de biologische aantasting niet weggenomen wordt.

Oude ingrepen/oude restauraties  

Veel vroegere restauratie-ingrepen zijn onomkeerbaar. Laten we de fouten van onze voorgangers proberen te vermijden en zelf zo terughoudend mogelijk te werk gaan, volgens de principes van 'omkeerbaarheid', 'herkenbaarheid' en 'minimale ingreep'. Dat laatste betekent: zo weinig mogelijk in het object zelf ingrijpen.

Het accent ligt hoe dan ook op preventie en op oordeelkundig en voorzichtig handelen om fouten te vermijden. De schade aan kunstwerken door menselijk falen is zo omvangrijk dat een beschrijving altijd tekortschiet. Onvoorzichtigheid, vergetelheid, ondeskundigheid, onwetendheid, gebrekkige communicatie, vandalisme ...: het zijn menselijke fouten met soms verregaande gevolgen voor de toestand van het kunstwerk.

Voorbeelden van (oude) ingrepen met mogelijk blijvende gevolgen voor het schilderij             

  • onoordeelkundige reiniging met vocht;
  • onoordeelkundige vernisafname met solventen;
  • stoplappen (stukken stof of pleisters) op de achterzijde om oude scheuren te verbergen;
  • oude doubleringen (tweede doek tegen de achterzijde gekleefd);
  • parkettage op panelen (houten lattenwerk op de achterzijde van het paneel);
  • olieverfoverschilderingen of -retouches (zie foto's onderaan op deze pagina);
  • foutieve vernissen gebruiken (zie foto onderaan op deze pagina).
Overschilderingen. © David Lainé/IPARC, België
Foute restauratie-ingrepen. © David Lainé/IPARC, België
Foute textuurvernis. © David Lainé/IPARC, België
Nagedonkerde verouderde retouches. © David Lainé/IPARC, België 
Onoordeelkundige vernis. © David Lainé/IPARC, België

Scheuren en gaten (fysische krachten)      

Neem zo snel mogelijk contact op met een gekwalificeerde schilderijenrestaurator!    

  • Komen voor bij dragers van textiel, papier en karton (zie foto's).
  • Worden meestal veroorzaakt door puntbelastingen, vaak in combinatie met het verlies van elasticiteit en het bros worden van de vezels in de dragers.
  • Gaat altijd gepaard met het verlies van picturaal materiaal.
  • Probeer deze schade nooit zelf te herstellen.
Scheur in het doek. © David Lainé/IPARC, België
Scheur in papieren drager. © David Lainé/IPARC, België 

Afschilferende verflaag 

Neem zo snel mogelijk contact op met een gekwalificeerde schilderijenrestaurator!  
    
Diverse factoren veroorzaken het afschilferen van de verflaag. Sommige werden hierboven besproken.

Brandschade en roetneerslag 

Neem zo snel mogelijk contact op met een gekwalificeerde schilderijenrestaurator!

Bij brand ontwikkelt zich rook en roet. Roet correct verwijderen is niet eenvoudig. Het reinigingssysteem en de daarbij te gebruiken producten moet u aanpassen aan de soort ondergrond, de drager, de techniek ... (acrylverf, olieverf, vernis, ruw linnen, paneel ...).

Brandschade bij schilderijen uit zich op verschillende manieren:

  • roetneerslag: van lichte neerslag tot pikzwart;
  • brandblaren: blazen in de verflaag;
  • verkleuring van de pigmenten in de verflaag;
  • verfverlies: open brandblazen.

Onoordeelkundige inlijsting 

Neem zo snel mogelijk contact op met een gekwalificeerde schilderijenrestaurator!    

Onoordeelkundige inlijsting. © David Lainé/IPARC, België

Een slechte inlijsting herkent u aan:

  • het schilderij zit los in de lijst;
  • het schilderij neigt uit de lijst te vallen;
  • de 'dag' is zichtbaar tussen lijst en schilderij;
  • het schilderij zit vastgenageld in de lijst (genageld door het spieraam of paneel);
  • het schilderij zit sterk gekneld in de lijst (de sponning is te klein voor het schilderij).

Een goede inlijsting kan veel schade voorkomen. 

Goede inlijsting. © David Lainé/IPARC, België
Goede inlijsting. © David Lainé/IPARC, België

Tips & trucs

  • Let erop dat de lijst en het ophangsysteem stevig genoeg zijn om het schilderij te kunnen dragen.
  • Kies het ophangsysteem altijd met het oog op het schilderij en de wand.
  • Zorg voor minimaal twee hechtingspunten en maak dat het gewicht evenredig over het ophangsysteem verdeeld is.
  • Als het schilderij te zwaar is voor het ophangsysteem, kunnen aan de onderkant extra beugels of een ondersteunende sokkel geplaatst worden.
  • Gebruik liever geen spijkers en nagels bij het inlijsten. De trillingen van de hamerslagen kunnen zware schade veroorzaken. Bevestig elk ophangsysteem daarom met schroeven.
  • Gebruik indien mogelijk de bestaande gaatjes in de lijst en maak liever geen nieuwe.
  • Breng bij het inlijsten van het schilderij museumvilt aan in de sponning van de lijst, ter bescherming van het schilderij.
  • Om te voorkomen dat het schilderij in de lijst verschuift, plaatst u het best een stukje kurk in de ruimte tussen het schilderij en de lijst.

Diefstal en vandalisme 

Het spreekt voor zich dat u schilderijen zo goed mogelijk beschermt tegen diefstal en vandalisme. Zorg dat bezoekers op een veilige afstand blijven van de kunstwerken, zodat mensen die te dichtbij komen snel opgemerkt worden. Schilderijen met grote afmetingen zijn niet zo eenvoudig te stelen als kleine werkjes. Maar er kunnen wel stukken uitgesneden worden om ze gedeeltelijk te ontvreemden. Of ze kunnen moedwillig of in een vlaag van ontoerekeningsvatbaarheid worden beschadigd.

Vandalisme. © David Lainé/IPARC, België

Beschermen kan door middel van:

  • een veilige perimeter, bv. met afzetpaaltjes;
  • een alarminstallatie: infrarooddetectie of bewegingsensoren;
  • diefstalbeveiliging: verankering van het ophangsysteem, achter glas, een klimaatbox met veiligheidsglas...;
  • camerabewaking, een persoonlijke suppoost ...

Informatieverlies 

Schilderijen die niet meer passen in het interieur of niet meer in de smaak vallen belanden nog steeds vaak 'op zolder', waar ze nog minder aandacht krijgen en helaas vaak bewaard worden in ongunstige omstandigheden.

  • Zorg steeds voor informatie over het object dat u het best bij het object zelf bewaart. Zorg ervoor dat het object vrij blijft van stof en vuil. Dek het af met een ongekleurde katoenen hoes, een schone doek of een strook Tyvek®
  • Onderdelen die losraken bewaart u bij het object in een plastic zakje met label dat u eventueel met een touwtje aan het object (spieraam of lijst) vastmaakt.
  • Nummer elk schilderij van de collectie. Breng een nummering niet rechtstreeks aan op een object: inkt, pigmenten en vloeistoffen dringen in de drager en zijn vaak niet reversibel. Kies een van deze mogelijkheden, die verder worden toegelicht in het hoofdstuk 'Informatiebeheer':
    • ​​​​etiketten op gegomd papier (klassieke etiketten), op het spieraam of de lijst;
    • vernislaag - nummering - vernislaag methode (zie video op de bovengenoemde pagina: de gebruikte vernis kan Paraloid® of een wateroplosbare Golden® acrylpolymeer zijn);
    • een goed vasthangend touwtje met label. Een los overhangende markering is onvoldoende.

Dit hoofdstuk werd geschreven door David Lainé voor Depotwijzer.be.

Adviseur behoud en beheer
T
02 213 10 86