Keramiek bewaren in depot

Centraal Depot Musea Stad Antwerpen. Foto: Depotwijzer

Bij keramiek, dat meestal bestaat uit meerdere materialen, is het belangrijk om de bewaareisen af te stemmen op het meest gevoelige materiaal. Eveneens van belang zijn de opbouw en complexiteit van het object.

Bewaaromgeving voor keramiek

Temperatuur

  • Gebakken en geglazuurde keramiek in goede conditie kan algemeen wel lagere en hogere temperaturen aan. Maar best wordt een zo constant mogelijke temperatuur tussen 16°C en 22°C aangehouden. Hoewel keramiek niet snel schade zal ondervinden bij het overschrijden van bovengenoemde grenswaarden (max. 25°C, min. 2°C, voor tin 14°C), vermijdt u toch best een te drastische opwarming (stralingswarmte) om thermische schokken te voorkomen. Keramische objecten met veel spanning kunnen barsten vertonen in bv. de glazuurlaag en uiteindelijk afschilferen. Vooral de gelaagdheid van de materie zorgt voor fragiliteit, zeker bij laaggebakken keramiek. Opwarming door stralingswarmte kan door centrale verwarming, maar ook door rechtstreeks zonlicht, spots …
  • Een andere reden om de temperatuur onder controle te houden is dat die in relatie staat met de relatieve vochtigheid. Wanneer de temperatuur stijgt, zal de RV dalen. Bij een temperatuurdaling stijgt de RV.
  • Bij een restauratie worden synthetische lijmen gebruikt. Ook hiervoor moet er rekening gehouden worden met de temperatuur. Zo heeft Paraloid B72, dat vaak toegepast wordt bij keramische objecten, een glastransitiepunt van 40°C, waardoor het al weker en zwakker wordt rond de 30°C-35°C. Verlijmingen kunnen hierdoor falen en aanvullingen kunnen inzakken. De verlijming moet namelijk steeds zwakker zijn dan het keramisch object zodat bij stress eerder de aanvulling zal barsten dan het keramisch object.  
  • Temperatuur is ook een belangrijke schadefactor bij chemische degradatie. Temperatuur is energie waardoor die bij een hogere temperatuur het degradatieproces zal doen versnellen.
  • Vriestemperaturen zijn nefast voor poreus keramiek, dat vocht opneemt uit zijn omgeving. IJs zet uit tot 10% het volume van water, met barsten en breuken tot gevolg.
  • Temperatuur heeft een invloed op de ontwikkeling van ongedierte, schimmels en bacteriën.

Ventilatie en luchtverplaatsing

  • Voorkom het ontstaan van microklimaten, door te zorgen voor een gelijkmatige (natuurlijke) ventilatie. 
  • Plaats objecten nooit zo dat ze een microklimaat vormen.

Relatieve luchtvochtigheid

  • Werk met grenswaarden van 40% en 50%. Vermijd vooral sterke schommelingen.
  • Laaggebakken keramiek is poreus en is daarom meer onderhevig aan vocht uit de omgeving dan hooggebakken keramiek. Laaggebakken keramiek of ongebakken objecten (poreus) kunnen bij een vochtige omgeving (hoge RV) vocht opnemen uit de omgeving en hierdoor vervormen of zelfs opnieuw hydrateren tot klei. Ook kan het keramiek door uitloging van bepaalde elementen poreuzer worden.
  • Een lage relatieve luchtvochtigheid (droge omgeving, lager dan 40% RV) kan bij keramiek uitdroging en broosheid veroorzaken.
  • Door voortdurende schommelingen in de relatieve luchtvochtigheid kunnen er spanningen ontstaan in de keramische scherf (constante krimp-uitzetting), met barsten tot gevolg. Vooral ongeglazuurde en zeer poreuze stukken zijn hier erg vatbaar voor, net als keramiek met een afwerkingslaag/decoratielaag. Het kan haarscheuren veroorzaken in het glazuur (majolica en faience; geglazuurd aardewerk) door het verschil in uitzetting en krimp tussen de decoratielaag en de kleibody.
  • Vriesschade komt voor bij laaggebakken keramiek (bv. in situ tegeltableaus). Vriesschade wordt veroorzaakt doordat vocht de poreuze kleischerf binnendringt en bij temperaturen onder nul ijskristallen vormt. IJskristallen hebben een volumevergroting van ongeveer 10%, waardoor er spanningen ontstaan in de scherf. Een oppervlaktelaag kan zich door de druk van de scherf laten wegduwen.
  • Vocht heeft een invloed op zoutvorming en het uitkristalliseren ervan. (Zie: Aftakeling van keramiek > Aanwezigheid van zouten).
  • Vocht speelt ook een rol bij de ontwikkeling van ongedierte en micro-organismen. Een relatieve luchtvochtigheidsgraad boven 65% is bevorderlijk voor biodegradatie en de vorming van micro-organismen.

Welke maatregelen u kunt treffen als de relatieve vochtigheid en de temperatuur niet voldoen aan de eisen, kunt u lezen onder 'Hoe beheerst u het binnenklimaat?'.

Licht en straling

Licht is energie en brengt schade teweeg, zoals bv. verkleuring (vooral bij retouches). Het brengt afbraakprocessen op gang of doet ze versnellen. Het effect ervan is cumulatief. Keramiek is niet gevoelig (>ISO 8) voor licht en ondervindt geen schade bij blootstelling aan licht. Maar er zijn uitzonderingen!

Door de eigenschappen van het keramiek zelf
Keramiek kan lichtgevoelige componenten bevatten, denk maar aan koudbeschilderingen met aardpigmenten of organische kleurstoffen (ISO 1-3 = hooggevoelig). Zij kunnen verkleuren onder invloed van o.a. uv-licht.

Door de conservatie-restauratie
Er zijn lichtgevoelige lijmen en invulmiddelen (epoxyharsen en acrylaten) en retoucheermaterialen (ISO 1-3 = hooggevoelig). Ze worden gebruikt om hun goede verouderingseigenschappen, maar kunnen sneller onderhevig zijn aan verwering dan het keramiek zelf. Daarom is het van groot belang om objecten die met deze middelen zijn geconserveerd onder strenge controle te plaatsen.

Door eigenschappen van een ander aanwezig materiaal
Verkleuring kan voorkomen bij andere materialen die gebruikt zijn op het keramisch object. Voorbeelden zijn: keramische kruiken in een rieten mandje, etiketten gekleefd op keramische voorraadpotten, de afsluitdop van een keramische fles ...

Infraroodstraling kan temperatuurschommelingen veroorzaken. 

Hoe u schade door licht beperkt, leest u onder 'De 10 schadefactoren: Licht en straling' en onder 'Hoe weert u schadelijk licht?'.

Inventarisnummer

  • Elk object heeft een uniek identificatienummer dat altijd aanwezig moet blijven bij het object. Indien het object uit meerdere losse delen bestaat, voorziet u die ook van een uniek nummer (behorend tot het nummer van het object).
  • Het is belangrijk dat u het inventarisnummer op de juiste wijze aanbrengt om zo schade aan het keramisch object te vermijden, maar ook om verlies van het nummer te voorkomen. Het best wordt een nummer aangebracht op het object zelf. (Soms is dat niet mogelijk, bv. bij te kleine of verweerde objecten.) Het is belangrijk het nummer op een zo consequent mogelijke manier aan te brengen door eenzelfde type keramisch object steeds op dezelfde discrete plaats te merken.
  • De vernis-inkt-vernis techniek past u bij een samengesteld voorwerp best toe op het minst kwetsbare materiaal. Vermijd poreuze ondergronden (of ze moeten eerst geconsolideerd worden). 
  • Wanneer u werkt met labels, moet u ervoor steeds voor zorgen dat de draad en het label zachter zijn dan het object waaraan u ze bevestigt. Zo vermijdt u schade door schuren. Kijk goed na dat bij de minste manipulatie het label niet loskomt van het object. Gebruik Tyvek of Teflon voor het labelen. Vermijd papieren labels en metaal-, of nylondraad.

Voor meer details, check de pagina 'Hoe nummert u objecten?'.

Opbergrekken voor keramiek

Voorzie stabiele en trillingsvrije rekken, gesloten kasten of ladekasten in inerte materialen. Verschillende houtsoorten en houtachtige materialen, zoals MDF, multiplex, enz. en ook bepaalde vernis/verflagen, kunnen gassen vrijlaten die vooral in combinatie met vocht schadelijk kunnen zijn voor het keramiek.

  • Plaats een laagje polyethyleenschuim (zoals Ethafoam of Volara) op de rekken als preventie tegen stootschade en condensvorming.
  • Vermijd zoveel mogelijk opstapeling van keramische objecten. Wegens plaatsgebrek kan het soms niet anders en is het mogelijk om intacte borden in een goede conditie (zonder breuken en barsten) te stapelen. Vermijd een te grote stapeling van borden en leg een PE-schuimlaagje als tussenlaag.
  • Plaats kleine objecten vooraan en grote achteraan. De voorkeur gaat uit naar één rij. Ga maximaal tot drie rijen diep en niet meer (om zo de ruimte optimaal te benutten).
  • Zorg voor voldoende plaats tussen elk keramisch object om de manipulatie vlot te laten verlopen, maar ook voor voldoende luchtcirculatie.
  • Elke lade en elk legbord moet een standplaatscode krijgen. Zo kan elk object snel teruggevonden worden.
  • Bescherm keramiek tegen stof en luchtvervuiling.

 

Open rekken

Voordelen

Betere luchtcirculatie, geen microklimaatvorming

Beter overzicht van de collectie (is zichtbaar)

Nadelen

Meer kans op stof

Minder buffering tegen temperatuurschommelingen

Gesloten kasten

Betere buffering tegen temperatuurschommelingen

Minder stof

Kunnen op slot tegen diefstal 

Kans op microklimaten, onvoldoende luchtcirculatie

Ophoping van schadelijke gassen

Niet overzichtelijk (minder zichtbaar)

Kleine keramiekobjecten opbergen

  • Sla kleine objecten op in ladekasten, met per lade een laagje polyethyleen (kijk na of het museumproof is) dat vastgemaakt wordt aan de lade door dubbelzijdige tape aan de onderzijde én ook aan de zijkanten. Deze methode is ideaal voor de opslag van kettingen uit kralen.
  • Scherven worden verpakt in PE-zakjes. Prik gaatjes in de zakjes voor ventilatie. Plaats nooit te veel scherven in één zak. Sorteer scherven per grootte en hardheid.
  • Scherven met een fragiele decoratielaag worden best zoveel mogelijk apart verpakt in een PE-zakje met aan één zijde PE-folie. Of los op een lade gelegd met PE-schuimfolie ertussen.
  • Uiterst fragiele kleine keramiekobjecten worden best verpakt in aparte (op maat gemaakte) doosjes, liefst uit zuurvrij karton. Of kies voor PE-dozen met een PE-schuimplaat en met zuurvrij zijdepapier of synthetische (PE) watten in PE-zakjes doorprikt met gaatjes als ondersteuning. Plaats nooit losse synthetische watten in een verpakking rechtstreeks in contact met het object! Voor de zichtbaarheid kunt u de doosjes openlaten langs boven en zo in de lade plaatsen, zodat u een onderverdeling in compartimenten krijgt.
  • Verpak keramiek nooit in (kranten)papier, keukenrol en aanverwanten, piepschuim (polystyreen), watten, bubbelplastiek, enz. Werk altijd met inert materiaal zoals zuurvrij zijdepapier, PE-schuimfolie of -platen, PE-zakjes, enz.
  • Weet wel dat zuurvrij papier schadelijk kan zijn (vooral dan bij alkaliglazuur). Bij dit type papier wordt soms gebruikgemaakt van een base als buffer, wat corrosievorming in de hand kan werken (zie 'Aftakeling van glas'). 

Grote keramiekobjecten opbergen

  • Let goed op met het gewicht! Voorzie rekken met voldoende draagkracht. Plaats de zwaardere grote stukken onderaan een rek.
  • Bij grote en zware keramiekstukken is het soms handig een open bekisting te bouwen rond het object. Die wordt aan de binnenzijde bekleed met blokken van polyethyleenschuim. Zo kan het object eenvoudiger en veilig verplaatst worden indien nodig, maar is het nog steeds goed zichtbaar en is er ruimte voor luchtcirculatie. Laat nooit een stuk uit het kader steken: de kans is groot dat het beschadigd wordt.
Adviseur behoud en beheer
T
02 213 10 86