Aftakeling van stenen voorwerpen

Schimmels zichtbaar op de donkere kalksteen. © Anne-Cathérine Olbrechts

Steen ziet er ijzersterk uit, maar is toch ook gevoelig voor heel wat schadefactoren. Hier leest u welke factoren een bedreiging vormen.

Fysische krachten

Fysische schade 

Schokken
Steen is breekbaar. Schokken kunnen leiden tot breuken. Als de schok hevig is, kan de breuk onmiddellijk ontstaan, bijvoorbeeld als een stenen object valt. Een schok kan ook leiden tot kleine haarscheurtjes in de steen. Ze zijn niet zichtbaar maar verzwakken de steen. Bij de volgende verplaatsing kan er een breuk ontstaan, ook als het object voorzichtig werd neergezet.

Botsingen
Als u met een hard voorwerp tegen het oppervlak van de steen botst, veroorzaakt u meestal een put of kras. Bij elke steensoort ziet zo'n put er anders uit.

Kalk- en zandsteen
Bij kalksteen en zandsteen, die beide een vrij zacht oppervlak hebben, worden de poriën platgedrukt, waardoor de put ontstaat. De put kunt u meestal zien en voelen.

Albast en wit marmer

Kapotgeslagen kristallen van wit marmer. De witmarmeren neus is beschadigd door de botsing met een hard voorwerp. Op het puntje van de neus is een wittere vlek te zien. Hier zijn de kristallen kapotgeslagen. © Collectie Museum M Leuven, foto Linda Temmink, IPARC.

Bij marmer en albast slaan de kristallen kapot door de botsing, waardoor er meestal een witte vlek of kras ontstaat die veel minder doorzichtig is dan de rest van de steen. De put of kras is minder diep en niet zo gemakkelijk te voelen.

Op de foto ziet u dat de witmarmeren neus is beschadigd door de botsing met een hard voorwerp. Op het puntje van de neus is een wittere vlek te zien. Hier zijn de kristallen kapotgeslagen.

Gekleurde marmers

Detailopname van het mausoleum voor Jean de Henin-Liétard, graaf van Boussu, en zijn echtgenote Anne de Bourgogne, door architect Jacques Dubroeucq, 16e eeuw, Eglise Saint-Géry, Boussu. © Erfgoed Henegouwen, foto: Linda Temmink, IPARC. Centraal op het rode marmer is een stuk afgebroken. Linksonder en rechtsboven zijn de kleilaagjes te zien.

Bij de meeste gekleurde marmers kunnen er schilfers afbreken door de botsing met een voorwerp. Klik door naar de uitleg over de verschillende soorten steen voor een specifieke opmerking over rode marmer. De Belgische rode marmers zijn meestal geaderd met witte en grijze aders of hebben en knolvormig patroon. 

Op de foto ziet u dat centraal op het rode marmer een stuk is afgebroken. Linksonder en rechtsboven zijn de kleilaagjes te zien.

De knollen hebben verschillende kleuren of tinten, maar de hoofdkleur van het marmer is rood of roze. De aders en knollen zijn ontstaan omdat er tijdens de vorming van de steen aardverschuivingen plaatsvonden. Daardoor brak het gesteente en liep er in de breuken of holtes vloeibaar materiaal naar binnen. Nadat de aarde weer rustig werd, werden zij op hun nieuwe plek samengekit. Bij de marmers met de knollen gebeurde dit samenkitten meestal door klei. Die is nooit volledig versteend en vormt zwakke plekken in de steen. Als zo'n knol of knolletje dicht bij het oppervlak zit en de botsing vindt in die buurt plaats, dan breekt de knol meestal los uit de steen.

Blauwe hardsteen en graniet
Bij blauwe hardsteen en graniet ontstaat er meestal enkel een kras. Dit soort schade zien we vaak bij de meer uitstekende delen van een object, zoals een neus of een krul op het hoofd. Maar als de botsing heviger is, breekt er meestal een stuk af. Bij botsingen tegen een rand of uitstekend onderdeel gebeurt dit al sneller dan een botsing midden op een oppervlak.

Fysische aftakeling

Wrijving over het oppervlak met de handen, met doeken of borstels kan voor materiaalverlies zorgen. Bij het verpakken is het daarom belangrijk altijd met zachte materialen te werken. Tyvek® of Japans papier dienen als eerste laag voor het object verder wordt verpakt. 

Aanraking
Als mensen een object kunnen aanraken doen ze dat ook vaak. Deze aanrakingen kunnen tot schade leiden.

Witmarmeren gezicht met gele vlekken door aanrakingen. © Collectie Museum M Leuven, foto: Linda Temmink, IPARC.
  1. Vervuiling: vet en zweet van de handen blijven achter op en in de poriën van de steen. Dat zorgt voor zichtbare en onzichtbare vlekken en stof blijft hierdoor gemakkelijker plakken op het object. Het gaat vaak om het gezicht en andere voor de hand liggende lichaamsonderdelen. De vervuiling is door de indringing en samenstelling moeilijk te verwijderen.
  2. Oppervlakteschade: als er vaak over dezelfde plek wordt gewreven kan dat leiden tot verlies van het oppervlak.
  3. Per ongeluk afbreken van onderdelen: te veel druk op een zwakke of dunne plek in het object kan tot een breuk leiden.
  4. Met opzet afbreken van onderdelen.

Tips & Tricks

  • In een depot zal schade door aanrakingen eerder het gevolg zijn van het per ongeluk stoten of aanraken. Dit voorkomt u door ervoor te zorgen dat objecten altijd ver genoeg op het rek staan, zodat er geen delen uitsteken.
  • Als een object niet op het rek staat, kunt u er roodwit gestreept signalisatielint rond bevestigen. Als het is ingepakt, plakt u roodwit lint bovenop de verpakking op de uitstekende delen.

Verzanding en afschilfering

  • Verzanding en afschilfering van steen zijn het gevolg van de schadefactoren water, een verkeerde temperatuur (temperatuurschommelingen veroorzaken schommelingen in de relatieve vochtigheid), een verkeerde relatieve vochtigheid of een combinatie van deze factoren.
  • Verzanding en afschilfering gebeuren met objecten die buiten staan. In een museale omgeving of depot zal verzanding niet snel voorkomen, tenzij de klimaatomstandigheden in het depot niet goed zijn. Ook in kerken waar het moeilijk is om het klimaat stabiel te houden, treedt deze schade vaak op.
Verzanding en afschilfering van een zandstenen sculptuur. Bacchussculptuur, Mercator Ortelius huis Antwerpen. © AG VESPA, foto: Linda Temmink, IPARC

U herkent verzanding en afschildering als er korreltjes of schilfertjes steen spontaan of na aanraking van de steen afvallen. Dit betekent dat de samenhang van de steen niet langer goed is. Vaak is dit plaatselijk en oppervlakkig; in sommige gevallen is de hele steen in slechte staat.

Tips & Tricks 

Een verzande of afschilferende steen is zeer zwak en elke aanraking zorgt voor meer materiaalverlies. Om het object te beschermen tot een restaurator er naar komt kijken kan u er het best een vel Japans papier los over leggen. 

Zoutschade

  • Zoutschade ontstaat meestal onder invloed van vocht.
  • Hoe zorgen oplosbare zouten voor schade bij poreuze steensoorten? Zouten lossen op en kristalliseren afhankelijk van de temperatuur en de relatieve vochtigheid. Als deze twee omgevingsfactoren constant blijven, kunnen de zouten weinig schade aanrichten. Als ze echter sterk stijgen en dalen zullen de zouten oplossen, weer kristalliseren, weer oplossen, weer kristalliseren enzovoort. Dit proces kan verzanding, zoutuitbloei en als gevolg daarvan mogelijk ook afschilfering van steen veroorzaken.
  • Zoutschade kan verzanding veroorzaken of het afschilferen van de steen. Dit hangt af van de structuur.
Baksteen waar een schilfer van afgevallen is door de uitzetting van de kristalliserende zouten. Trap in een 15e-eeuws huis. © Foto: Linda Temmink, IPARC

Proces van zoutschade:

  1. Zouten kristalliseren in de steen en duwen de wanden van de poriën waarin zij zich bevinden kapot. De porie wordt groter.
  2. In deze vergrote porie past een groter volume vloeibaar zout. Als dit grotere volume vloeibaar zout kristalliseert wordt ook een groter kristal gevormd en worden meer omliggende poriën kapotgeduwd.
  3. Dit proces kan leiden tot de hierboven beschreven verzanding of afschilfering.
  4. Soms zien we de zouten aan het oppervlak uitbloeien. Afhankelijk van het type zout kan dat eruitzien als een suikerspinachtig dons of een harde korst, zoals een beginnende stalactiet.

Dieven en vandalen

Zie de aanwijzingen onder Beveiliging tegen dieven en vandalen. We voegen hier één extra opmerking aan toe over objecten die geëxposeerd worden. 

Dit tuinbeeld stond zonder verankering op een sokkel en werd er door vandalen afgeduwd. Na restauratie komt het beeld terug op de sokkel, maar dan verankerd. © Linda Temmink/IPARC, België

Om diefstal en/of vandalisme te voorkomen is het altijd beter een object in een vitrine te plaatsen. Dat is niet altijd mogelijk en ook niet altijd gewenst. Als het niet kan, kan een object gefixeerd worden aan de sokkel met bijvoorbeeld kleine krammen. Deze voorziet u aan de binnenzijde altijd van vilt of Ethafoam® om krassen te voorkomen. Ze mogen ook niet te hard klemmen. Ze voorkomen diefstal maar ook het omstoten van een voorwerp.

Kleine objecten kunnen tijdelijk gefixeerd worden met museumgel. Doe dat altijd in overleg met een restaurator. Voor sommige objecten is eerst een beschermingslaag nodig om indringing van de silicone uit de gel in het object te voorkomen.

Brand

Detail van een schouw. Het witte marmer is vergeeld door het gebruik van de schouw, privécollectie. © foto Linda Temmink IPARC

Naast vervuiling door rook en roet kan steen door de plotselinge hitte die vrijkomt bij brand verkleuren, barsten en breken. Albast en gips kunnen zeer slecht tegen de hitte; in het albast zullen de kristallen blind slaan en zowel albast als gips kunnen door hitte in poeder uit elkaar vallen. 

Wat u moet doen na een brand staat beschreven onder het hoofdstuk 'Calamiteitenplan'. 

Water (voor stenen binnen)

Afhankelijk van het type materiaal is nat worden in mindere of meerdere mate schadelijk voor de steen. Zoals beschreven onder 'Materialen en technieken' zijn albast en gips zeer watergevoelig en mogen zij absoluut niet nat worden.

Andere steensoorten kunnen door water de volgende verschijnselen vertonen:

  • de waslaag kan mat of wit uitslaan;
  • het vuil op de steen of in het water kan in de poriën van de steen dringen en kringen veroorzaken;
  • het bindmiddel van de steen kan oplossen bij langdurige of herhaaldelijke blootstelling aan water;
  • stenen in een interieur kunnen last hebben van opstijgend vocht;
  • elk contact met water kan ervoor zorgen dat zouten in de steen zich verplaatsen en uitkristalliseren in de steen of aan het oppervlak, met gevaar voor zoutuitbloei en afschilfering;
  • elk contact met water kan leiden tot schimmels en algenvorming.
Altaar waar opstijgend vocht voor vlekken, vergrijzing en het mat slaan van de steen heeft gezorgd. Detail altaartafel Van Meldert, Sint-Pieterskerk Leuven. © Linda Temmink, IPARC

Tips & tricks

Bij opslag van objecten is het altijd aan te raden ze niet rechtstreeks op de grond te zetten maar op een pallet. Mocht de opslagruimte onder water lopen, dan staan ze niet 'met de voeten in het water'. Valt dat toch voor, dan is het zaak om het water zo snel mogelijk weg te pompen. Wat u vervolgens moet doen met de objecten staat beschreven in het hoofdstuk 'Calamiteitenplan'.  

Schimmel en ongedierte

Algen. © Linda Temmink, IPARC

Stenen hebben minder te lijden van schade door schimmels en ongedierte dan vele andere materiaalsoorten.

Wat kan er wel gebeuren?

  • Uitwerpselen van knaagdieren en vogels kunnen voor vlekken in de steen zorgen.
  • Boorwespen kunnen gaatjes boren in zachte steensoorten zoals mergel (zeer zachte kalksteen). Daarin leggen zij eitjes.
  • Schimmels en andere biologische aantasting zoals algen kunnen ontstaan onder invloed van vocht en door afwerklagen (al dan niet in combinatie met een stoffige omgeving) die schimmels aantrekken, zoals lijnolie. 

Tips & tricks
Zoals bij alle andere materiaalsoorten is het het beste dat de steen in een droge omgeving bewaard wordt, zonder insecten en ongedierte.

Licht en straling

Rechts vergrijsde steen, links na behandeling door de restaurator. Detail altaartafel Van Meldert, Sint-Pieterskerk Leuven. © Linda Temmink, IPARC

Steen heeft minder te lijden van de effecten van licht en straling dan andere materiaalsoorten. Toch mag dit fenomeen ook niet onderschat worden. Ook stenen kunnen verkleuren onder invloed van ultravioletrijk licht: wit marmer kan gelig worden, gekleurd marmer fletser en zwart marmer verliest zijn diepzwarte kleur en wordt langzaam grijs. Meestal zorgt een combinatie van zowel licht als vocht voor de degradatie van de kleur.

Tips & tricks
Het beste is dat stenen objecten zo min mogelijk aan rechtstreeks zonlicht worden blootgesteld.

Verkeerde temperatuur

Meer hierover leest u in de schadefactor 'Verkeerde temperatuur'.

  • Fysische schade wordt ook veroorzaakt of versneld door een te hoge of te lage temperatuur. Zorg voor een temperatuur van gemiddeld 16-20°C.
  • Albast in het bijzonder is gevoelig voor een temperatuur van 45°C en meer. Deze temperaturen gelden natuurlijk niet voor een depot of museum, maar toch is het aan te raden albasten objecten niet in de nabijheid van een warmtebron te bewaren. Zet ze zeker niet in rechtstreeks zonlicht.
  • Steen heeft een kleine uitzettingscoëfficiënt. Plotselinge schommelingen in temperatuur kunnen voor microbarstjes zorgen.

Verkeerde relatieve vochtigheid

  • Steen is een vrij stabiel materiaal met een gemiddelde behoefte aan minimale en maximale waarden. Waarden tussen de 40 en 50% relatieve vochtigheid zijn goed, maar zelfs 60% is nog in orde.
  • Zoals bij de meeste andere materialen is het vooral van belang dat de omgevingsfactoren stabiel zijn, niet te veel schommelen en vooral niet plotseling sterk stijgen of dalen. Langzame veranderingen in T en RV zijn niet problematisch. Dat heeft dan vooral betrekking op de eventuele aanwezigheid van zouten en roestende pinnen niet en zozeer op de steen zelf.

Verontreiniging

Schade door verkeerd onderhoud met zeep. © Linda Temmink, IPARC/België

Door de porositeit van de steen is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk stof en vuil op valt. Door het object in te pakken of te bedekken met Tyvek of Japans papier kan dit voorkomen worden. 

Oude herstellingen

Bij historische verlijmingen werden vaak houten, benen (bot) of ijzeren pinnen gebruikt om het te verlijmen stuk op zijn plaats te houden:

  • benen pinnen zijn stabiel en veroorzaken geen problemen;
  • houten pinnen kunnen onder invloed van vocht wat uitzetten, waardoor een verlijming kan loskomen;
  • ijzeren pinnen kunnen onder invloed van vocht sterk corroderen en tot vele malen hun eigen volume innemen. Dat kan leiden tot scheuren, breuken en volledige verliezen.
Gegoten beeld met ijzeren armatuur. De handen zijn beschadigd door de corrosie van het ijzer. Maria van Lourdes, © Linda Temmink, IPARC.

Als het object in een stabiele omgeving staat, zal ook de corrosie redelijk stabiel blijven. Een lage luchtvochtigheid heeft de voorkeur, maar stabiliteit in het klimaat (temperatuur en relatieve vochtigheid) is belangrijker. Houd er wel altijd rekening mee dat er door de opgetreden corrosie al haarscheurtjes in de steen kunnen zijn.

Een Mechels albasten beeld dat in het verleden verlijmd werd met een lijm die erg vergeeld is en is ingedrongen in het oppervlak. Mechelse albast uit privécollectie. © Linda Temmink, IPARC

De gebruikte lijmen zijn door ouderdom vaak bros geworden en verloren veel van hun hechtingskracht. Daarnaast zijn ze vaak sterk vergeeld. Daardoor kan een verlijmd stuk bij een verplaatsing opeens afbreken, plotseling of in combinatie met een roestende pin.

Tips & tricks

  • Om oude restauraties te verwijderen en afgebroken stukken te verlijmen, contacteert u altijd een restaurator. De oude lijm moet verwijderd worden zonder dat het breukvlak daarbij beschadigd wordt. De lijm mag bij het verwijderen niet oplossen, want dan dringt hij in de poriën van de steen. De methode en materialen om een stuk opnieuw te verlijmen zijn afhankelijk van de steensoort, de kleur, de grootte van het object en van het fragment. Een nieuwe verlijming wordt altijd zo uitgevoerd dat ze reversibel is. Om dit te bereiken is het belangrijk zeer specifieke stappen te volgen.
  • Als een stuk heel los zit, verwijdert u het het best voorzichtig. Neem eerst foto's en haal het eraf. Bewaar alle fragmenten zorgvuldig, ook de hele kleine. Pak ze afzonderlijk in in Japans papier en stop ze samen in een doosje of zakje. Label het doosje duidelijk met objectnummer en naam.
  • Als u het fragment niet gemakkelijk kunt verwijderen, laat het dan zitten en wikkel er Japans papier rond met daarover papiertape. Plak de tape niet op de steen zelf maar alleen op het papier.

Dit hoofdstuk werd geschreven door Linda Temmink voor Depotwijzer.be.

Adviseur behoud en beheer
T
02 213 10 86